• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de Cijfers #202: recessie dreigt, winstzucht als aanjager van inflatie en rooskleurige pensioenen

Achter de Cijfers #202: recessie dreigt, winstzucht als aanjager van inflatie en rooskleurige pensioenen

Plotseling pakken donkere wolken zich samen boven onze economie, Duitsland is al in recessie, gaan wij volgen? De grote banken hebben hun ramingen voor de Nederlandse economie verlaagd. Ook het Centraal Planbureau stelt dat de kans op een recessie is toegenomen. In deze nieuwsbrief ga ik in op dat bleke vooruitzicht.

Verder sta ik stil bij de nieuwste inflatiecijfers. Hoe ontwikkelen de prijzen zich in Nederland en welke producten worden vooral veel duurder? Lees in deze nieuwsbrief een top 15. Ook gaat het nogmaals over graaiflatie. Waarom mogen we dit woord niet meer gebruiken terwijl winstzucht van bedrijven wel degelijk een aanjager van de inflatie is?

Tot slot nog een kort stuk over de nieuwe pensioenen. Vorige week schreef ik daar uitgebreid over. Met name over alle onzekerheden van dat nieuwe stelsel. Twee pensioenexpert laten zien welke risico’s we lopen als pensioenfondsen doelbewust uitgaan van te rooskleurige verwachtingen.

Vind je Achter de Cijfers interessant? Stuur ‘m dan ook door naar vrienden en collega’s. Reageren kan onderaan bij de button en bij de comments.

Veel leesplezier!

De Schorren, Texel.

Recessie

Afgelopen najaar wisten sommige economen het zeker: we zitten in een recessie. Maar die recessie kwam er niet. Opvallend genoeg kwam er na een kleine krimp in het derde kwartaal een vierde kwartaal met groei. Volgens de officiële definitie zitten we in een recessie als de economie twee kwartalen op rij krimpt en dat gebeurde dus niet.

Nederland leek veel beter door de energiecrisis heen te komen dan gedacht. Ondanks de extreem hoge inflatie bleven de bestedingen van consumenten behoorlijk op peil. Gemiddeld genomen dan, want natuurlijk hadden ook veel mensen last van de hoge energieprijzen en wisten steeds meer huishoudens niet meer hoe ze de eindjes aan elkaar moesten knopen. Maar daar stonden nog zoveel kooplustige Nederlanders tegenover, dat onze economie redelijk soepel door de crisis heen kwakkelde.

Maar dat beeld is verstoord. Een paar weken geleden maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend dat de economie in het eerste kwartaal met 0,7% is gekrompen. Dat klinkt als weinig, maar het is behoorlijk wat. Dit is een krimp van het vierde kwartaal op het eerste kwartaal. Op jaarbasis is het dus een factor vier groter. Als we de coronacrisis buiten beschouwing laten, hadden we in 2012 (tijdens de eurocrisis) voor het laatst zo’n grote krimp.

bron: CBS

Niet alleen deze krimp verraste alle voorspellers, ook cijfers over voorgaande kwartalen werden omlaag bijgesteld. Daarmee werd het economisch beeld plots wat bleker dan eerder gedacht. Een soort reality check. Alle economische bureaus van de banken hebben inmiddels hun groeiramingen aangepast. En dat leidt tot een duidelijk somberder beeld.

Alle ramingen gaan voor dit jaar omlaag. Dachten ABN Amro, ING en Rabo eerst nog dat onze economie dit jaar tussen de 1,2% en 2% zou groeien, nu liggen die prognoses tussen de 0,4% en 0,7%. Voor volgend jaar is het beeld iets anders. De ene bank verlaagt de raming voor 2024 ook, de andere verhoogt die juist. Hoe lager de groei dit jaar uitpakt, hoe hoger die volgend jaar is. De twee jaren opgeteld zijn bij alle drie de banken duidelijk minder goed.

bron: ABN Amro, Rabobank, ING, CPB

Wat vinden de rekenmeesters van het Centraal Planbureau (CPB)? Voorlopig nog niet zo veel. Het CPB hanteert vaste momenten voor hun ramingen en komen niet steeds met bijstellingen. De vorige raming was van maart, de volgende komt in augustus. Dus formeel denkt het CPB nog steeds dat de economie dit jaar met 1,6% groeit. Maar dat cijfer is statistisch gezien eigenlijk niet meer haalbaar door de forse krimp in het eerste kwartaal.

Directeur Pieter Hasekamp zei er deze week in de Tweede Kamer wel iets over. Hij zei dat er in maart ook al rekening werd gehouden met somberder scenario’s zoals een recessie. En de kans daarop was alleen maar toegenomen, aldus de CPB-baas. Met een officiële recessie in Duitsland en een recessie in de eurozone als geheel is dat ook niet zo verwonderlijk.

Inflatie

Gek genoeg loopt in Nederland de inflatie weer op, in tegenstelling tot in veel andere Europese landen. Met een inflatie van 6,1% in mei lopen we uit de pas. Het laat zich lastig verklaren waarom wij een verder stijgende inflatie hebben, terwijl de trend in de eurozone het omgekeerde is.

De belangrijkste factor lijkt de beweging van de energieprijzen in mei 2022 te zijn. De inflatie is de prijsstijging in een maand vergeleken met een jaar eerder. Als in die maand een jaar eerder er een opvallende sprong of daling van de energieprijzen plaatsvond dan heeft dat zijn impact op het inflatiepercentage dat er een jaar later uitrolt. Vooralsnog lijkt er geen reden om te denken dat de Nederlandse inflatie door zal blijven stijgen.

Wel hoor ik steeds vaker zorgen dat de Nederlandse inflatie gemiddeld genomen hoger zal blijven dat die in de eurozone. De Nederlandse economie doet het verhoudingsgewijs iets beter - weliswaar een dreigende recessie, maar de rest zít al in recessie. De kwistig spenderende overheid zorgt in Nederland nog altijd voor een economische plus. Dit zorgt voor een prijsopdrijvend effect.

bron: Eurostat (obv Europese definitie)

Het slechtste scenario is wanneer de Europese Centrale Bank (ECB) vindt dat het genoeg is geweest met renteverhogingen omdat de Europese inflatie laag genoeg is en wij achterblijven met een flink hogere inflatie. Dan wordt te vroeg gestopt met dit Europese medicijn als anderen al beter zijn maar wij nog ziek. In dat geval zouden we voor langere tijd opgescheept zitten met bovengemiddelde inflatie. Niet voor niets zit Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (DNB), zo te pushen dat er nog meer renteverhogingen nodig zijn.

“De inflatie zou wel eens lange tijd te hoog kunnen blijven en verdere renteverhogingen zullen dan nog nodig zijn. Financiële markten zijn optimistisch: ze gaan er vanuit dat de inflatie snel daalt en prijzen voor volgend jaar alweer renteverlagingen in. Juist als het monetair beleid sterker – of langer - moet verkrappen om de inflatie te beteugelen dan nu wordt verwacht, neemt de kans op nieuwe stress op markten toe.”

Klaas Knot, 7 juni 2023 in de Tweede Kamer

Nog altijd laat de inflatie zich voelen in talloze doodgewone producten. Energie is weliswaar flink goedkoper geworden, maar de dagelijkse boodschappen worden nog steeds duurder. Dat is terug te zien in een ranglijst van de top 15 van snelst stijgende prijzen:

bron: CBS

Prijsdalingen zijn er ook, al geldt dat maar voor een zeer beperkt aantal productcategorieën. Dit zijn alle producten waarvoor het CBS in mei 2023 een prijsdaling noteerde:

bron: CBS

Graaiflatie

De afgelopen weken ging het veel over graaiflatie. Eerst kwam vakbond FNV met een onderzoek waarin de jaarrekeningen van grote beursgenoteerde bedrijven tegen het licht zijn gehouden. Daaruit bleek dat bij stijgende prijzen ook de winstmarges van die bedrijven stijgen. Maar is dat bewijs voor graaiflatie in Nederland? In dat onderzoek zijn immers alle activiteiten van multinationals op een hoop gegooid, ook de buitenlandse.

Rabobank kwam vervolgens met een onderzoek op basis van CBS-gegevens die alleen over Nederland gingen. Daarin werd naar winstontwikkeling gekeken, naar prijsstijgingen en naar kosten van bedrijven. Daaruit bleek dat de prijzen gemiddeld genomen met een vijfde meer zijn verhoogd dat de kostenstijging waar ondernemers mee geconfronteerd zijn. Helaas kunnen deze cijfers niet uitgesplitst worden naar sectoren, waardoor het gissen blijft waar deze opslag op de prijzen plaatsvindt.

Daarna was er vooral veel gehakketak over de cijfers. Volgens NRC ging ik in de Telegraaf ‘aan de haal’ met Rabo-onderzoek. Wat vreemd is, want de onderzoekers van de bank hadden de stukken in de krant vooraf gelezen en ermee ingestemd. Volgens het FD hadden de onderzoekers spijt van hun conclusies. Dat zou kunnen, want ze zijn met hun uitlatingen - die in zichzelf inderdaad behoorlijk genuanceerd waren - in een politiek wespennest terecht gekomen. Niet voor niets houden ING en ABN Amro zich bewust afzijdig.

Het debat is opvallend. Al jaren lang krijgen vakbonden steun van links en rechts om flinke looneisen te stellen bij bedrijven. Verder is er breed gedeelde kritiek op grote bedrijven die nauwelijks belasting betalen in Nederland en geen enkele voeling meer hebben met de gevoeligheden in onze samenleving. Maar blijkbaar is deze analyse een brug te ver. De premier wilde er niks van weten, centrale bankier Klaas Knot vindt de term ‘nodeloos polariserend’.

Merkwaardig. Het heeft inderdaad weinig zin specifieke bedrijven te beschuldigen als we nog niet exact weten wat er aan de hand is. We weten niet welke producten te duur zijn gemaakt vergeleken met de achterliggende kostenstijging. Maar we weten wel dat winsten recordhoogtes hebben bereikt, dat winstmarges bij grote multinationals dwars door de energiecrisis heen zijn gestegen en dat aandeelhouders rijkelijk zijn bediend in tijden dat de koopkracht van veel Nederlanders dik in de min staat.

Vergeet ook niet dat het nota bene Knots eigen Europese Centrale Bank (ECB) was die dit debat heeft aangezwengeld. Toen sommigen nog vreesden voor een loon-prijsspiraal, waarbij looneisen van vakbonden de inflatie verder zouden opjagen, wees de ECB erop dat er iets anders aan de hand was: een winst-prijsspiraal. Door aandeelhouders steeds hogere winstmarges te beloven moeten prijzen extra worden verhoogd. De winstzucht is dan de drijvende kracht achter extra inflatie en niet de loonstijging.

Terwijl Knot het woord graaiflatie niet in de mond wil nemen, ziet hij wel winstflatie. Blijkbaar is dat woord wel acceptabel? Mij best, maar daarmee bedoelen we toch exact hetzelfde? Want juist daar zit de maatschappelijk pijn. Hoe kan het dat zogenaamde marktwerking ervoor zorgt dat prijzen extra omhoog gaan ten faveure van aandeelhouders? Onlangs wees ook directielid Sabine Schnabel daar weer op in een interview met de Vlaamse zakenkrant De Tijd:

“Als je kijkt naar de aandrijvers van de binnenlandse inflatie, hebben zowel de lonen als de bedrijfswinsten in de afgelopen tijd een belangrijke rol gespeeld. Veel bedrijven waren niet alleen in staat hun hogere kosten volledig aan de klanten door te rekenen, ze wisten hun winstmarges zelfs nog te vergroten. Dat was in grote mate te danken aan de specifieke situatie na de pandemie, waarbij een heropenende economie met een sterke vraag in bepaalde sectoren botste met een verstoord en beperkt aanbod. Bedrijven kregen zo meer prijsmacht.

Dat kan leiden tot wat ik een winst-loon-prijsspiraal noem, als uitbreiding van de klassieke loon-prijsspiraal (waarbij stijgende lonen en prijzen elkaar aanvuren, red). Nadat veel bedrijven hun prijzen meer verhoogd hebben dan nodig om de gestegen kosten te compenseren, proberen vakbonden nu hogere lonen te onderhandelen.”

Isabel Schnabel, De Tijd

Pensioen

In de vorige nieuwsbrief heb ik uitgebreid geschreven over de plussen en minnen van het nieuwe pensioenstelsel. Daarin ging ik onder meer in op de onzekerheid rondom het nieuwe pensioen. De premies liggen in het nieuwe stelsel vast, de uitkomst niet. Dat is een fundamentele onzekerheid waaraan iedereen zal moeten wennen. Bij de overstap van het huidige naar het nieuwe stelsel is er een spannend moment. Hoe worden de huidige pensioenaanspraken omgerekend in jouw persoonlijke pensioenpotje? En is er al dan niet financiële ruimte voor compensatie als je erop achteruit dreigt te gaan?

Voor mij is dat een black box, en ik denk voor veel mensen. Vooral die overgangsfase (het zogeheten invaren) is technisch zo ingewikkeld, zou iemand straks in staat zelf na te rekenen over het allemaal klopt? Een nieuw bericht op de site voor pensioenexperts, PensioenPro, maakt mij er niet geruster op. In dat artikel stellen twee pensioendeskundigen dan de fondsen met te rooskleurige rendementen mogen rekenen waardoor pensioendeelnemers straks een te mooi beeld krijgen voorgeschoteld.

Het heeft te maken met de veronderstelde rendementen waarmee pensioenfondsen mogen rekenen. Ze zijn verplicht scenario’s van toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) te gebruiken. En die baseert zich weer op bevindingen van de commissie-Parameters die eens in de paar jaar opschrijft wat reële marktverwachtingen zijn om in de pensioenberekeningen vanuit te gaan. Zo adviseerde die commissie onlangs dat voortaan gerekend moet worden met een netto-rendement op aandelen van 5,2%. Die jaar eerder ging de commissie nog uit van 5,6%. Voor de pensioenfondsen maken die 0,4 procentpunt verschil heel veel uit. En dus ook voor de pensioenspaarder.

Je ziet meteen waarom het zo tricky is om met verwacht rendement te werken, zoals alle critici van de huidige strenge rekenregels zo graag willen. Je gaat uit van resultaten uit het verleden en extrapoleert dat naar een heel verre toekomst. En dan maar hopen dat die verwachtingen uitkomen.

In PensioenPro leggen twee pensioenexperts uit dat dit rendement voor de zeer lange termijn in de modellen van DNB wel degelijk tot veel hogere rendementsverwachtingen kunnen leiden voor de iets kortere termijn. Zo is het mogelijk om voor de komende tien jaar met een verwachting van 6,6% te rekenen, een fors verschil dus. Als je die 6,6% in je model stopt (in plaats van die voorzichtiger 5,2%) dan rollen er heel andere pensioenbedragen uit.

Dat bepaalt ook of een pensioenspaarder al dan niet gecompenseerd moet worden op basis van deze rooskleurige cijfers. “Sociale partners en pensioenbesturen kunnen op basis van de positieve kunstmatige plaatjes concluderen dat een 45-plusser maar weinig compensatie nodig heeft voor afschaffing van de doorsneesystematiek”, zegt actuaris Agnes Jospeh van Achmea. “Dat bijvoorbeeld slechts 1% van de dekkingsgraad hiervoor gebruiken volstaat.” Je bent aardig de sjaak als het allemaal te mooi blijkt om waar te zijn. Dan ben je niet gecompenseerd en heb je wel een flink pensioenverlies.

Ook Jeroen Koopmans van adviesbureau Bell waarschuwt: "Dit kan in de praktijk anders uitpakken, omdat de kans groot is dat de rooskleurige aandelenrendementen uit de scenariosets niet worden behaald. Dan valt het daadwerkelijke pensioen veel lager uit en daar kan op pensioendatum niets meer aan gedaan worden.”

Zij adviseren allebei aan pensioenfondsen om conservatiever te rekenen. Liever dat het achteraf allemaal meevalt dan dat het tegen blijkt te vallen. Ik waag te betwijfelen of de pensioenfondsbesturen dat zullen doen. Vooral die grote fondsen grijpen dit nieuwe pensioenstelsel heel gretig aan. Zij willen namelijk dolgraag eindelijk eens goed nieuws brengen voor hun deelnemers. Je zag al hoe enthousiast ze gingen indexeren op basis van versoepelde regels.

Wie komt er straks op voor de 45-55-jarigen die een fors deel pensioenopbouw mislopen (zie vorige nieuwsbrief)? Ik zie de bui al hangen. Nu we de strenge rekenregels afschaffen is straks het hek van de dam. De afgelopen jaren zagen we al vaker dat fondsen met het maximum rendement rekenden, daar waar dat in het huidige stelsel mocht. Ik zou niet weten waarom ze dat spelletje nu niet opnieuw gaan spelen.

Geen commentaar

Song of the week - Rutte overleeft gas-debat

Podcast - Kwestie van Centen

In de maand mei was de inflatie weer hoger dan in april en maart. De prijzen liggen gemiddeld 6,1% hoger dan die van een jaar ervoor. Kan de consument hier nog aan ontkomen? Is het aan bedrijven met veel marktmacht om de maatschappelijke onvrede te temperen? Of moet de overheid juist paal en perk stellen? Die vragen beantwoorden Robbert Ophorst en ik in een nieuwe aflevering van de podcast Kwestie van Centen. Daarnaast leg ik uit waarom grote bedrijven op dit moment kunnen doen wat ze willen met hun prijzen. Luister de nieuwste aflevering van ‘Kwestie van Centen’ hier. Ook op Spotify en iTunes.

Wil je mij als spreker?

Woensdag open ik een debat van BPD Bouwfonds Gebiedsontwikkeling over de wooncrisis op de Provada-beurs met een prikkelende inleiding. We wilden toch ‘bouwen, bouwen, bouwen’? Waarom gebeurt dat dan niet?

Wil je mij ook boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail. of lees mijn profiel bij Sprekershuys of mail. Rechtstreeks kan ook: mail mij.

Reply

or to participate.