- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de Cijfers #201: het nieuwe pensioen heeft 3 doelen, worden die eigenlijk wel bereikt?
Achter de Cijfers #201: het nieuwe pensioen heeft 3 doelen, worden die eigenlijk wel bereikt?
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de nieuwe pensioenwet. Na 15 jaar discussiëren gaat dat nieuwe pensioen er nu eindelijk komen. Tot 2028 hebben pensioenfondsen de tijd om het nieuwe pensioencontract in te voeren. In deze nieuwsbrief leg ik de plannen nog een keer langs de meetlat.
Welke drie doelen waren er ook alweer? Het pensioen moest koopkrachtiger zijn, transparanter en beter aansluiten op de arbeidsmarkt. Ik zou nog heel veel kunnen zeggen over de overgangsproblemen en de juridische risico’s, maar in deze nieuwsbrief concentreer ik me op deze drie doelen. Worden die nu bereikt met dit nieuwe pensioen?
Ik hoop dus dat je een beetje geïnteresseerd bent in pensioenen. De volgende keer lees je weer alles over inflatie, economische groei of andere thema’s. Vind je de nieuwsbrief de moeite waard, laat dat dan weten aan familie, vrienden en collega’s. Reacties zijn van harte welkom: onderaan is een reageer-button.
Veel leesplezier!
Texel.
Pensioen: koopkrachtiger
In mei 2020 deed FNV-voorzitter Tuur Elzinga een gewaagde uitspraak: “Alle werkenden en gepensioneerden van dit moment krijgen een beter verwacht pensioenresultaat.” Oftewel: iedereen gaat erop vooruit met het nieuwe pensioenstelsel. Op dat moment waren kabinet, werkgevers en vakbonden bezig het pensioenakkoord van 2019 uit te werken. Het werk in die stuurgroep duurde na de lange onderhandelingen voor een akkoord ook weer een dik jaar. De uitwerking bleek in de zomer van 2020 op belangrijke punten weer af te wijken van het akkoord uit 2019.
Maar voor Elzinga was het van groot belang de boodschap te laten klinken dat we er allemaal financieel iets mee opschieten. Het nieuwe pensioen moest immers koopkrachtiger zijn dan het huidige stelsel. Dat was een van de belangrijke doelen. En als je er macro naar keek op basis van gemiddelden, dan leek dat ook te lukken, volgens berekeningen van het Centraal Planbureau.
Alleen zijn de veronderstellingen nogal belangrijk. Dat bleek ook uit een paar rekenvoorbeelden van adviesbureau Aon die wij deze week in de krant hadden. Voor vier leeftijdsgroepen gold inderdaad: allemaal gaan ze erop vooruit. In dat voorbeeld werd onder meer verondersteld dat het betreffende pensioenfonds een hoge dekkingsgraad heeft, dat het er financieel goed voor staat. Dan is er bij de overgang naar het nieuwe stelsel ruimte om compensatie te bieden voor mensen die er mogelijk op achteruit dreigen te gaan.
Eén van de grote vragen is hoe omgegaan wordt met de werknemers tussen 45 en 55 jaar. In het huidige systeem hebben zij de eerste deel van hun loopbaan te veel premie betaald (of te weinig pensioen opgebouwd) ten gunste van oudere collega’s, met de bedoeling dat er in de tweede helft van hun loopbaan de jongeren voor hen betalen. Dat systeem, de doorsneesystematiek, wordt afgeschaft om het pensioen persoonlijker te maken. Dan missen deze leeftijdscategorie de bijdrage van jongeren die zij zelf wel hebben gegeven.
Hoe dat wordt gecompenseerd is aan de pensioenfondsen zelf. Het is tijdens de pensioenonderhandelingen niet gelukt om daar algemene afspraken over te maken. En zeker niet om voor compensatie belastinggeld in te zetten. De compensatie zal per fonds moeten worden opgelost in een grote herverdelingsoperatie. Dan moet die financiële ruimte er wel zijn.
Op dit moment zijn de gemiddelde dekkingsgraden veel gunstiger dan een paar jaar geleden. Dus dat lijkt wel goed te zitten. Maar het ingewikkelde is dat die dekkingsgraden weliswaar gestegen zijn dankzij de hogere rente, maar dat het vermogen in euro’s van veel fondsen juist fors gedaald is. Door tegenvallende beleggingsresultaten (met name door de oorlog in Oekraïne) zit er geen €1800 miljard meer in de pensioenpotten maar zo’n €1400 miljard. Bij hogere dekkingsgraden (gunstig) valt er minder geld te verdelen (ongunstig). Ook recente indexaties hebben uiteraard geld gekost en zorgen voor een lager vermogen.
bron: DNB
Hoe de poet wordt verdeeld, is nog een hele puzzel. En pensioenfondsen hebben tot 2028 om over te stappen. De timing van die overstap is ook relevant. Hoe doet de beurs het op dat moment? Hoe hoog staat de rente? Wat is de dekkingsgraad, hoe hoog is het vermogen? Het maakt allemaal heel veel uit. Generieke uitspraken over er al dan niet op vooruitgaan zijn dan ook nogal riskant.
En dan hebben we het nog niet eens over de nieuwe pensioensystematiek zelf. Want hoe ziet je pensioenopbouw eruit na die grote herverdeling? Ja, dan loop je meer risico en zijn er minder pensioenzekerheden. Op de lange termijn zou dat goed moeten uitpakken. Pensioenfondsen kunnen risicovoller beleggen en hoeven niet meer enorme buffers aan te houden voor alle toekomstige pensioenrechten. Dat betekent dat de rekenregels minder streng zijn en goede jaren op de beurs direct leiden tot hogere pensioenuitkeringen. Maar ook andersom: slechte beleggingsresultaten vertalen zich meteen in lagere pensioenen. Die beweging wordt afgevlakt doordat beursresultaten worden uitgesmeed over een aantal jaar. Maar toch, het pensioen wordt beweeglijker.
Uit de rekenvoorbeelden blijkt dan ook dat de uitkomst bij slecht weer heel wat slechter kan zijn dan bij goed weer. Meer dan nu. Die verschillen zijn voor jongeren groter dan voor ouderen, omdat met pensioengeld van ouderen minder risicovol wordt belegd. Zij zijn daardoor minder vatbaar voor beroerde beursjaren. Maar het doet er dus wel toe op welk moment je met pensioen gaat. Zitten we dan net in een crisis of is er juist een hausse op de beurzen?
Belofte 1 is een koopkrachtiger pensioen. Gemiddeld en over een lange reeks van jaren mag dat kloppen. Maar onder die mooie macroplaatjes zijn tal van voorbeelden en situaties denkbaar waarin dat niet het geval zal zijn.
Pensioen: transparanter
Gelukkiger wordt het nieuwe pensioen wel een stuk begrijpelijker. Toch? We stappen toch over van een ingewikkeld systeem naar een stelsel dat eindelijk goed uit te leggen is. Dat zou tenminste de bedoeling moeten zijn. En zo was het in de oorsprong ook. Maar inmiddels zijn polder en politiek er overheen gegaan en er resteert een pensioenstelsel dat nog best ingewikkeld is.
Wat echt simpeler wordt, is de relatie tussen de stand van de economie/beurs en het pensioen. Nu is het nog zo dat pensioenfondsen lang niet altijd kunnen indexeren als de beurzen het goed doen. We zagen dat in de afgelopen jaren. De pensioenvermogen werden groter en groter, we hadden meer pensioengeld dan ooit, en toch dreigden er kortingen en mochten pensioenfondsen niet indexeren. Boosdoener: de dalende rente.
Dat komt doordat het huidige stelsel werkt met een pensioenaanspraak. Je krijgt een recht op een bepaald pensioen in de toekomst. En pensioenfondsen moeten veel geld aanhouden om al die rechten in de komende decennia te kunnen inlossen. Voortdurend wordt dus bijgehouden of de vermogens wel hoog genoeg zijn voor al die toekomstige pensioenclaims. Dat berekenen gebeurt met de rente. Daarmee maak je de toekomstige pensioenuitkeringen contant (weet je nog, de netto contante waarde op de middelbare school?). Hoe hoger de rente hoe minder geld je in kas hoeft te hebben, hoe lager de rente hoe meer geld.
En zo werd ons pensioen de laatste jaren een speelbal van de rente. In 2010 was er al eens eerder een pensioenakkoord gesloten - dat liep toen stuk op de FNV. Dat moest vooral beter aansluiten op de arbeidsmarkt. Maar in de jaren daarna kwamen we in een periode van voortdurend dalende rentes terecht. En dat maakte gaandeweg voor iedereen duidelijk dat dit systeem onhoudbaar was.
Het ideaalplaatje van D66 was om te kiezen voor een persoonlijk pensioenpotje. Jouw inleg is en blijft van jou. Daarmee wordt belegd en aan tegen je pensionering weet je hoeveel pensioen daarmee is opgebouwd. Geen gedoe meer met die rente, geen onduidelijkheid meer rond solidariteit met andere generaties. Jouw geld is van jou. De enige solidariteit die er nog zou zijn is met mensen die lang leven. Dit langlevenrisico (het kost immers meer pensioen als je ouder wordt) zou met elkaar worden gedeeld. Maar verder zou je potje helemaal persoonlijk zijn.
Maar na talloze compromissen is van dit persoonlijke pensioenpotje niet zo heel veel meer over. Het is persoonlijkER, dat wel. Maar nog altijd zullen werkgevers en vakbonden in de pensioenfondsbesturen bezig zijn met ‘eerlijke’ verdeling over generaties, met uitsmeren van verliezen over de tijd waardoor jongeren solidair moeten zijn met ouderen. Pensioenfondsen gaan solidariteitsreserves opbouwen waardoor er toch weer een collectieve pot ontstaat naast de individuele potjes.
Belofte 2 is een transparanter pensioen. In de basis is dat zeker het geval. Gaat het goed met de economie dan zullen pensioen vermoedelijk stijgen - en vice versa. Maar er zijn zoveel mitsen en maren ingebouwd, er is nog steeds veel ingewikkelde techniek, waardoor het al met al een ingewikkeld systeem zal blijven. In een artikel van collega Willemijn van Benthem noemen twee pensioenexperts dit dan ook ‘een mooie tussenwet’. De Wet toekomst pensioenen is een komma, geen punt.
Pensioen: aansluiting op arbeidsmarkt
Ons huidige pensioen is gebaseerd op een vaste baan voor het leven. Je werkt je hele leven pensioen op bij één baas. Via de doorsneesystematiek betaal je de eerste jaren mee aan de pensioenopbouw van oudere collega’s, daarna betalen jongeren voor jou. Pensioengaten doen zich niet voor, want je jobhoppen bestaat niet. Zzp’en doet niemand. In deze oude wereld werkt dit starre pensioen.
Maar in de huidige wereld niet. Vandaar dat dat persoonlijke pensioenpotje goed zou werken. Afgezien van de vraag of zo’n systeem solidair genoeg is, het is wel wendbaar. Jouw pensioen is jouw pensioen en dat kun je overal mee naartoe nemen. Ga je een aantal jaren zzp’en dan bouw je ook in dit persoonlijke pensioenpotje op. Je betaalt niet mee aan een collectieve pot en dus loop je ook geen pensioen mis als je van baan wisselt.
Maar daar is de compromissenmachine weer. Van dit ideaalplaatje is niet zoveel overgebleven. Er zijn drie dingen niet goed geregeld waardoor de aansluiting op de arbeidsmarkt niet zo goed is als die zou moeten zijn. Om te beginnen is de zzp-kwestie niet opgelost. Het is dus niet zo dat als je vanuit een vast dienstverband gaat zzp’en, dat je dan verder gaat met dezelfde pensioenopbouw. Er is wel geprobeerd om te experimenteren met zzp-pensioen maar dat nog tot helemaal niks geleid.
Probleem twee is de mate van solidariteit. Fondsen gaan solidariteitsreserves opbouwen van maximaal 15% van het vermogen. Dat betekent dat een aanzienlijk deel van je pensioeninleg op de grote hoop terechtkomt. Blijft je bij je pensioenfonds dan heb je ook recht op die pot als de beurs een keer tegenzit. Verliezen worden uit die pot gecompenseerd. Maar wissel je van baan dan krijg je niet een stukje uit die pot mee. Je bijdrage eraan ben je dan kwijt. Of je bij een nieuw fonds weer kunt meedelen in zo’n riante pot hangt van dat fonds af. Dit klinkt als de pensioenbreuk zoals we die nu ook kennen.
Probleem drie speelt specifiek bij moderne pensioenregelingen die door verzekeraars worden uitgevoerd. Het Verbond van Verzekeraars noemde dit ‘de sluipmoordenaar’ van onze pensioen, een gat van 15% dreigt. Veel bedrijven hebben namelijk al een nieuw pensioensysteem, een premieregeling waarbij je geen pensioenrecht meer hebt, maar een onzeker pensioen opbouwt die afhangt van de bewegingen op de beurs. Ze zijn dus al overgestapt naar het model dat de politiek nu voor alle pensioen fondsen ook wil. Alleen: de doorsneesystematiek is nog niet afgeschaft.
Bedrijven en verzekeraars hebben twee mogelijkheden: die systematiek af te schaffen en de gaten te compenseren via extra loon of bestaande gevallen in de oude systematiek te laten zitten alleen voor nieuwe werknemers die doorsneesystematiek af te schaffen. Pogingen tijdens het onderhandelen over het pensioenakkoord om afspraken te maken over compensatie zijn op niks uitgelopen. En werkgevers en vakbonden hebben dat geaccepteerd. Toch raakt dit 1,3 miljoen mensen die in zo’n verzekerde regeling zitten.
Als een werkgever ervoor kiest het systeem langzaam uit te faseren dan hoeven bestaande gevallen niet gecompenseerd te worden. Maar voor baanwisselaars is dat heel slecht nieuws. Als jij een nieuwe baan krijgt, word je van een oud geval ineens een nieuw geval. Al je bijdrages in de doorsneesystematiek ben je dan ineens kwijt. Geen compensatie, niks.
„In de overgangsfase is er juist een extra belemmering voor de arbeidsmarkt”, zei Verbond van Verzekeraars-direct Harald Herbert hierover. „Compensatie voor de afschaffing van die leeftijdsafhankelijke premie is gekoppeld aan het arbeidscontract. Wissel je van baan, dan houdt ook de compensatie op.”
Belofte 3 is betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Daar zit wel enige vooruitgang. Maar echt lekker geregeld is het allemaal niet. Die problematiek bij verzekeraars is tijdelijk, al kan zo’n uitfasering vele jaren duren. De problemen rond de solidariteitsreserve zijn inherent aan de nieuwe pensioenwet. En met zzp’ers is er geen duidelijke keuze gemaakt. De aansluiting op de arbeidsmarkt is nog verre van ideaal. Dat het allemaal niet zo transparant en duidelijk is, zal daarbij niet helpen.
Opnieuw: een tussenwet?? Je kunt je dat bijna niet voorstellen dat dit een tijdelijke tussenstap. Daarvoor was de weg hier naartoe te lang en te ingewikkeld en daarvoor is de overstap tot 2028 te groots en ingrijpend. Maar over de hele lange termijn bezien kan dit nieuwe pensioen onmogelijk het eindmodel zijn.
(Lees ook mijn column: Get on with it!)
Geen commentaar
Mensen die pleiten voor degrowth, pleiten voor het tegenhouden van menselijke vooruitgang.
Economische groei gaat in veel landen al gepaard met afname van C02-uitstoot.
Degrowth is een religie, geen economische wetenschap.— Geert Noels (@GeertNoels)
2:02 PM • May 17, 2023
Song of the week - Pensioenwet aangenomen
Podcast - Kwestie van Centen
De kogel is door de kerk: er komt een nieuw pensioenstelsel. Nu de Eerste Kamer het voorstel heeft goedgekeurd is er een einde gekomen aan vijftien jaar bakkeleien in de polder en in de politiek. Hoe gaat de overgangsperiode van het oude naar het nieuwe systeem eruitzien? Wat zijn de gevaren in de uitvoering de komende jaren? En waar moet je als pensioengerechtigde vooral zelf heel goed op letten? Die vragen presentator Robbert Ophorst en ik in een nieuwe aflevering van de podcast Kwestie van Centen. Luister de nieuwste aflevering van ‘Kwestie van Centen’ hier. Ook op Spotify en iTunes. (Vorige week ging de podcast ook over de nieuwe pensioenwet. Luister die hier.)
Wil je mij als spreker?
Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail. of lees mijn profiel bij Sprekershuys of mail. Rechtstreeks kan ook: mail mij.
Website: https://martinvisser.info/
Reply