• Achter de cijfers
  • Posts
  • Martin Visser - Editie #25: over Ruttes visie, May's onmogelijke klus en de ozb (wat moeten we ermee?)

Martin Visser - Editie #25: over Ruttes visie, May's onmogelijke klus en de ozb (wat moeten we ermee?)

Soms lever ik veel grafiekjes, deze week veel citaten. Met de toespraken van Mark Rutte en Theresay May ging het deze week over het gesproken woord. Wat zei Rutte over de toekomst van Europa en hoe ziet de relatie EU-Verenigd Koninkrijk er volgens May uit? Verder ozb-nieuws en de zoveelste cao waar vakbond FNV niet aan meedoet. Likes en reacties worden zeer op prijs gesteld. Reclame maken mag ook: verwijs vrienden, familie, collega's of anderen dan hiernaartoe.

Oogarts

MARK RUTTE KAN EEN enkeltje oogarts boeken. Hij heeft namelijk last van visie. Weliswaar geen 'hoogdravende', maar toch... een visie. Misschien noemt hij het zelf anders, maar ik kan zijn toespraak in Berlijn van afgelopen vrijdag niet anders lezen dan als een visie op de toekomst van de Europese Unie.

En daar is helemaal niks mis mee.

Overigens ligt de lat laag. Volgens Van Dale is een visie: 'kijk, mening'. Met deze ruime definitie komt Nederland om van de visies. Maar dat terzijde.

Ik kan niet anders zeggen dan dat Rutte een puike speech heeft afgeleverd. Het is een samenhangend verhaal van dik 5000 woorden, waarin hij een broodnuchtere kijk op de Europese Unie uiteenzet. Een prettig pragmatische tegenhanger van al die hemelbestormende verhalen van onder meer Jean-Claude Juncker en Emmanuel Macron.

De vraag is of mensen Rutte nog geloven als hij over Europa spreekt. Hij heeft zich immers te vaak een rubberen Rutte betoont: voor de verkiezingen rabiaat erna van rubber. Voor de verkiezingen garanderen dat er geen geld meer naar de Grieken gaat, na de verkiezingen tekenen bij het kruisje. Je merkt dat Ruttes opstelling met betrekking tot de EU-begroting nu met enige argwaan wordt gevolgd (waarbij argwaan nogal een understatement is).

Maar goed, laten we de scepsis even van ons afschudden. Deze toespraak gaat niet alleen over een onderhandelingsinzet of een politieke belofte, dit is bedoeld als samenhangend verhaal over Europa. Waar Rutte vaak het verwijt krijgt uit bovenmatig eurogezinde kring dat hij alleen maar tegen is, laat hij nu zien wel degelijk een positief te verhaal te hebben.

"Hoe kijk ik naar de Europese Unie? In één zin: als een waardengemeenschap en samenwerkingsverband van 27 soevereine landen, die elkaar sterker maken op onderwerpen die om een gezamenlijke aanpak vragen en die onderlinge afspraken nakomen."

Dat lijkt me een duidelijke uitgangspunt. Lidstaten zijn soeverein, de EU is primair een samenwerkingsverband. Vanuit die redenering is verdere politieke integratie dus ook geen onvermijdelijkheid.

"Wat de Europese Unie voor mij niet is, is een trein die onvermijdelijk voortraast naar een federale eindbestemming. In het debat over Europese samenwerking sluipt altijd weer het element binnen dat we onontkoombaar op weg zijn naar een hoger niveau van integratie, waarbij alleen het tempo nog ter discussie staat. ‘Omdat de burgers van Europa het wel moeten kunnen volgen’, hoor je dan."

Rutte gaat daarin niet mee. Uitbreiding in omvang en macht is voor de EU geen vanzelfsprekendheid, geen ultiem doel, waarbij alleen nog kan worden gediscussieerd over het tempo waarin dat gebeurt. Overigens maakt de premier het belang van de EU daarmee niet klein. Hij erkent voluit hoe bijzonder en belangrijk deze samenwerking was na de Tweede Wereldoorlog en nog steeds is: 'hooggestemde idealen met grote nuchterheid ingevuld'. Die laatste toevoeging is cruciaal.

Vervolgens is zijn hele verhaal doorspekt van die nuchterheid. Hij komt met 9 voorstellen, die nogal uiteenlopend zijn. Sommige heel concreet, andere wat minder. Zo wil hij - stokpaardje - dat de interne markt eindelijk eens afgemaakt wordt. Dus niet alleen voor goederen maar ook voor diensten en voor de digitale markt.

Verder horen we vaak 'afspraak is afspraak'. Dat klinkt afgezaagd, maar in Europees verband is dit wel terecht. Hoe vaak worden geen mooie beloftes gedaan? Hoe vaak worden geen fraaie afspraken gemaakt? Om er vervolgens in de praktijk weinig mee te doen. Het voortdurend niet-naleven van de begrotingsnormen is maar één voorbeeld. Hij wijst er terecht op dat allemaal nieuwe europlannetjes geen zin hebben als we ons al niet eens aan de huidige afspraken houden.

"Laten we onszelf niets wijsmaken. Als nationale buffers niet werken, werkt een Europese buffer ook niet. Terug dus naar de afspraak dat landen in de eurozone hun eigen begroting en staatsschuld op orde brengen en houden, en zo zorgen voor hun eigen schokabsorptiefonds op nationaal niveau om een plotselinge crisis op te vangen. Mijn overtuiging is dat we, figuurlijk gesproken, 19 nationale schokabsorptiefondsen in de eurozone nodig hebben. (...) De koek wordt niet groter door centraal gerunde noodfondsen en de geldpers, maar door structurele hervormingen en een gezonde begroting."

Rutte gaat mee in het voorstel om tot een Europees Monetair Fonds te komen. Dat moet een noodfonds worden dat ook economische analyses maakt en met hervormingsprogramma's komt. Een soort IMF'je. Persoonlijk zie ik daar het nut niet van in. Maar als je dat al wil, moet je dat fonds heel dicht bij de lidstaten houden, anders gaat Brussel ermee aan de haal en wordt het een zeer politiek instrument.

"De Europese Commissie dient de lidstaten, niet andersom, weet u nog."

Ook op het terrein van asiel en klimaat komt Rutte met suggesties en opmerkingen. Hij wil dat landen zich houden aan afspraken over verdeling van vluchtelingen. De Oost-Europese landen mogen zich niet aan hun verantwoordelijkheid onttrekken. En hij ontpopt zich als een klimaatkoning. Voorlopig zijn dat overigens alleen nog maar woorden.

Maar toch, het gaat hier om de samenhang, de helderheid, de uitgebreidheid. Rutte mag 'visie' dan een vies woord vinden - ik zou niet weten waarom eigenlijk - maar hier legt hij wel degelijk een duidelijke visie neer. Volgens mij eentje die zo praktisch en nuchter is, dat die menige Nederlander wel zou kunnen aanspreken. Nu maar hopen dat hij met deze beide-benen-op-de-grond-aanpak ook een voet aan de grond krijgt in Europa.

Brexit

VRIJDAG KONDEN WE GENIETEN van nóg een Europese visie. Maar dan van Theresa May, de Britse premier. Zij had er - in tegenstelling tot Rutte - geen moeite mee het woord 'visie' te gebruiken. Maar haar positie is wel nogal anders. Haar speech was heel concreet en gedetailleerd: hoe verhouden het Verenigd Koninkrijk en de EU zich tot elkaar na de Brexit?

Het was een tumultueuze Brexit-week, waarin de emoties weer hoog opliepen. Labour-leider Jeremy Corbyn deed een geste richting de EU door te suggereren dat de Britten mogelijk onderdeel zouden kunnen blijven de Europese douane-unie. Oud-premier John Major richtte zijn pijlen op de Britse politiek. EU-onderhandelaar Michel Barnier opperde de mogelijkheid van aan harde grens tussen Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk.

En toen kwam May, met haar derde Brexit-speech.

Ik moet zeggen: de toon was goed, er werd geen nieuw olie op het vuur gegooid. Ook zette ze niet onnodig hakken in het zand of bleef ze te vaag.

"I look forward to discussing our future partnership with our European friends. Because although we are leaving the EU – and in that regard we will become separate – we are all still European and will stay linked by the many ties and values we have in common."

Ze was er eerlijk over dat de Brexit zo zijn nadelen zal hebben. Zo zal er nog altijd invloed zijn van Europese wetgeving en van Europese rechtspraak. Verder zal de toegang tot elkaars markten nooit zo ongehinderd zijn als nu.

"We are leaving the single market. Life is going to be different. In certain ways, our access to each other’s markets will be less than it is now."

Maar mij werd wel eens te meer duidelijk hoe ongelofelijk ingewikkeld de kwestie is. Want volgens mij vraagt May het onmogelijke. De EU wil een van de samenwerkingsmodellen gebruiken die er al zijn. Met Noorwegen bijvoorbeeld, of met Oekraïne, of met Canada. Maar dat wil May absoluut niet. In haar toespraak somt ze vrij precies op wat er te weinig is aan de ene handelsrelatie en te veel aan de andere. In die zin is haar speech echt voor fijnproevers.

Wat ze wil een vergaande mate van ongehinderde handel. Geen onderdeel zijn van de interne markt, geen onderdeel van de douane-unie, maar toch een tarief- en barrièreloze export en import met de EU. Dat kan. Door lid te worden van de Europese Economische Ruimte, zoals Noorwegen, of door onderdeel te zijn van de douane-unie zoals Turkije. Maar dan geef je wel het nodige op. Eigen handelspolitiek ten opzichte van derde landen kan dan niet meer. En dat accepteert May niet.

"We want the freedom to negotiate trade agreements with other countries around the world. We want to take back control of our laws. We also want as frictionless a border as possible between us and the EU - so that we don’t damage the integrated supply chains our industries depend on and don’t have a hard border between Northern Ireland and Ireland."

Volgens mij is dit onmogelijk. Én vrije handel met de EU, én zelf de mate van vrijhandel met derde landen bepalen. Dan hebben de 27 EU-landen hun handelsrelatie met die derde landen toch niet meer onder controle? Maar May is daar zeer duidelijk over: een douane-unie zit er niet in omdat het Verenigd Koninkrijk dan de zeggenschap over andere handelsverdragen verliest.

"The UK has been clear it is leaving the Customs Union. The EU has also formed a customs union with some other countries. But those arrangements, if applied to the UK, would mean the EU setting the UK’s external tariffs, being able to let other countries sell more into the UK without making it any easier for us to sell more to them, or the UK signing up to the Common Commercial Policy. That would not be compatible with a meaningful independent trade policy. It would mean we had less control than we do now over our trade in the world. Neither Leave nor Remain voters would want that."

Concreet zou dit betekenen dat de Europese grensen openstaan voor de Britten en vice versa. Maar dat EU en VK ieder voor zich bepalen hoe hun handel met de Verenigde Staten eruit ziet. Dan komt vervolgens de Amerikaanse export op Britse condities de Europese Unie binnen. Dan spreken de Britten standaarden af met de Amerikanen en die standaarden gelden dan automatisch voor de handel met de EU?

Politiek gezien snap ik de inzet van May, praktisch gezien niet.

(Aanrader: interessante analyse van de Brexit-onderhandelingen op basis van speltheorie door denktank Bruegel. Lees mijn column over de Brexit hier (Telegraaf) of hier (Blendle). Nederlandse bedrijven blij met pleidooi Corbyn: lees hier. En Ierland vindt Nederlandse voorbereiding op Brexit te beperkt: lees hier.)

Ozb, wat moet je ermee?

DE OZB IS GEEN geliefde belasting. Nu is het de vraag of er überhaupt geliefde belastingen zijn. Maar de grootste belastingpost, de inkomstenbelasting, zien de meeste mensen nauwelijks, omdat ze vooral letten op hun nettosalaris en niet op wat er allemaal afgegaan is. De ozb is een belasting die je van de gemeente krijgt opgelegd en die heel zichtbaar is.

En de ozb is vaak een sluitpost van de gemeentelijke begroting. Vaak is ook onduidelijk waarom de ozb stijgt. Is het zwembad beter geworden? Zijn de fietspaden egaler? Is jeugdzorg verbeterd? Duidelijk is de relatie tussen de gestegen ozb en de gemeentelijke voorziening niet.

Het wordt pas echt vervelend als plaatselijke partijen vooraf een daling van de ozb beloven, maar dat vervolgens niet waarmaken als ze in het college zitten. Met die insteek keken collega's Martijn Klerks en Leon Brandsema afgelopen week naar de nieuwste ozb-cijfers van het CBS. En wat bleek? De VVD, de partij die in de verkiezingen een lagere ozb voorspiegelde, maakt dat in de praktijk niet waar. Gemiddeld steeg de ozb per inwoner van 2014 tot 2018 met 11%. VVD-colleges doen daar vrolijk aan mee met een gemiddelde van 11,1%, zo becijferden de collega's.

Het beeld van de hardste stijgingen en hoogste dalingen zag er zo uit:

Die gemeentefinanciering is wel een lastig ding. De ozb beslaat circa 8% van de begroting, maar het is bijna de enige knop waar de gemeente aan kan draaien. Het overgrote deel van het geld komt van het Rijk, uit het Gemeentefonds. Daarvoor is een ingewikkelde formule bedacht die onder meer afhangt het aantal inwoners, het aantal jongeren, de oppervlakte, het aantal bijstandsgerechtigden én de totale WOZ-waarde. In Wassenaar staan dure huizen, daar is veel te halen. Daarom krijgt deze gemeente verhoudingsgewijs iets minder uit het Gemeentefonds. De huisprijsstijgingen (en dus de WOZ-waardestijging) heeft dus ook een negatieve impact op de uitkering uit het Gemeentefonds.

Tal van instanties (zoals de Raad voor de Financiële Verhoudingen en het Sociaal en Cultureel Planbureau) hebben al gezegd dat gemeenten eigenlijk meer fiscale ruimte zouden moeten hebben. De redering klinkt logisch: gemeenten hebben er veel meer taken bijgekregen, met name op het gebied van zorg. Waarom wél taken decentraliseren maar de gemeenten vervolgens niet meer mogelijkheden geven om zelf belasting te heffen.

Dit was ook steeds onderdeel van een mogelijke belastinghervorming. Het vorige kabinet zou er nog mee aan de slag gaan. Maar van de hervorming kwam niets terecht en de gemeentefinanciering bleef hetzelfde. Nu is het politieke debat hierover in Den Haag dood. In het regeerakkoord wordt er geen letter aan gewijd.

Het is nu eenmaal ook een enorm dilemma. De argumenten klinken logisch. Maar een alternatief voor de ozb is een ingezetenenheffing. Dan betalen alle inwoners een belasting, en niet alleen de huizenbezitters. Maar ja, zo'n heffing wordt onvermijdelijk inkomensafhankelijk. En dan introduceer je inkomenspolitiek op lokaal niveau. Moet je dat nu wel willen?

(Kijk hier de uitzending van EenVandaag terug waarin ik duiding mocht geven bij de nieuwste ozb-cijfers.)

't Is stil aan de overkant

DE MACHT VAN DE FNV is tanende. De supermarkten hadden lang geen cao, maar toen die er weer kwam, werd die afgesloten met CNV. Jumbo heeft voor zijn distributiecentrumpersoneel arbeidsvoorwaarden afgesproken met de or. Albert Heijn ging in zee met CNV. Action doet zaken met de or. En deze week meldde collega's Ertan Basekin en Harry van Gelder dat ook Gall & Gall (van Ahold, hoe pikant) de vakbonden aan de kant zet en in zee gaat met de or. We schrijven onze vingers blauw over dit thema.

Het FD zette het deze week keurig op een rij en liet werkgeversorgansatie AWVN voorrekenen dat er inmiddels 1,5 miljoen mensen onder een FNV-loze cao vallen. De redenering van de vakbond is: wij tekenen niet voor slechte akkoorden. Nu is dat hun goed recht. Ik betwijfel overigens of al die akkoorden die met het CNV of met een or worden gesloten zo slecht zijn. Maar de tragiek voor de FNV is dat het de bond niet lukt om vervolgens alsnog een betere cao af te dwingen. Ze tekenen niet mee en staan vervolgens buitenspel.

Als die akkoorden echt zo slecht waren en als de FNV een noemenswaardige organisatiegraad had, dan kreeg de bond nog wel wat voor elkaar. Maar dat lukt dus niet meer. Principieel langs de zijlijn staan is daarmee een nieuwe taakopvatting van de FNV geworden. En je ziet dat de werkgevers het steeds vaker aandurven om de grootste bond te negeren.

De werkgevers doen precies wat ze al in 2015 en 2016 aankondigden. In de arbeidsvoorwaardennota's van werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN sloegen ze toen een scherpe toon aan. In 2015 schreven ze:

"Daar waar het niet mogelijk blijkt om met vakbonden het arbeidsvoorwaardenpakket te vernieuwen, is de kans groot dat de werkgever – zonder de vakbonden, buiten de cao om – verder gaat met vernieuwing."

En in 2016:

"Als werkgevers en vakbonden er alles aan hebben gedaan om overeenstemming te bereiken over een nieuwe cao zonder dat dit leidt tot een nieuwe cao, kan de werkgever overwegen om arbeidsvoorwaarden op een andere wijze vorm te geven en/of onderhandelingen met andere overlegpartijen dan voorheen te voeren.”

In de daaropvolgende cao-nota's werd de offensieve toon weer wat milder. Maar inmiddels is die toon gewoon praktijk geworden. Werkgevers zijn het zat dat ze steeds tegen een muur van conservatisme oplopen bij de FNV. En nu de bonden zo zwak zijn, grijpen ze hun kans. Desnoods met CNV, De Unie of AVV. En desnoods met de or.

Heel begrijpelijk, maar desondanks een slechte ontwikkeling. Werkgevers moeten een serieuze tegenmacht hebben. De vakbond zou dat idealiter moeten zijn. Maar die organiseert steeds meer gepensioneerden en steeds minder werkenden. En met de stijgende leeftijd van het vakbondslid worden ook de inzetten ouderwetser en beschermende voor insiders. Zo sterft de vakbond een langzame en stille dood.

(Luister hier mijn bijdrage aan Dit is de dag, Radio 1.)

Song of the week

Reply

or to participate.