• Achter de cijfers
  • Posts
  • Martin Visser - Editie #19: over zeepbellen, Dijsselbloems Cypriotische avontuur en Sinatra

Martin Visser - Editie #19: over zeepbellen, Dijsselbloems Cypriotische avontuur en Sinatra

Misschien had je het gemerkt: mijn nieuwsbrief was even op vakantie. Tijdens kerst en oud & nieuw is het toch al nieuwsluwer, dus een keertje overslaan kon best wel. Nu ga ik weer met frisse moed tegenaan. Met een roundup over de stand van het land en over de lonen. En we zwaaien Jeroen Dijsselbloem uit. Veel leesplezier!

Poen, poen, poen

WANNEER GAAN DE LONEN nou eens stijgen? De economie draait als een tierelier - meer dan 3% groei vorig en dit jaar - maar de loonontwikkeling blijft achter. Volgens cijfers van het CBS stegen de cao-lonen vorig jaar met 1,5%, terwijl die een jaar eerder nog met 1,8% groeiden. Dat lijkt niet logisch.

Kleine nuance: de overheid maakte in 2016 een inhaalslag. Als we alleen naar het bedrijfsleven kijken, nam de loonstijging wel toe. Maar 1,6% meer cao-loon in 2016 in de bedrijven en 1,7% vorig jaar is nog steeds mager. Waart in Nederland dan nog steeds de geest van Wassenaar rond? Komen we maar niet van dat mantra van loonmatiging af?

Sinds dat beroemde polderakkoord uit 1982 worden in Nederland al decennia lang de lonen gematigd. Maar daar is nu helemaal geen reden meer toe. De economie draait goed, onze concurrentiepositie is op orde, de werkloosheid daalt, de koopkracht kan een opkikker gebruiken.

Als de raming van het Centraal Planbureau uitkomt, zou het dit jaar goed moeten komen. Het CPB voorziet een stijging van de cao-lonen met 2,2%. Daar komt een incidentele loonstijging bij van 0,6% (als gevolg van overstappen naar beter betaalde baan, carrière maken, bonussen). Opgeteld zou dat resulteren in 2,8%. Dat ligt net iets onder de 3% die werkgeversvoorzitter Hans de Boer ons beloofde.

Die component 'incidenteel' is nog wel relevant. In tijden van economisch herstel zou die namelijk als eerste in beweging moeten komen. Incidentele loonstijging is immers niet de in beton gegoten cao-stijging die voor hele bedrijven en sectoren worden afgesproken. Toch blijft die component juist achter. Het CPB stelde zijn raming hiervoor onlangs naar beneden bij:

"Naar verwachting loopt de incidentele loonstijging volgend jaar op tot 0,6% door een toenemende concurrentie om arbeidskrachten waardoor de kans op een hogere schaal en een gunstige baanwissel toeneemt. De incidentele loonstijging blijft daarbij gedrukt worden doordat relatief veel laaggeschoolden een baan vinden."

Het CPB rekende in het najaar nog op een incidentele loonstijging met 0,5% in 2017 en gaat nu uit van 0% en met 0,6% dit jaar, terwijl eerder op 1,1% was gerekend. Ondanks de lage werkloosheid volgens de officiële statistieken en de toenemende krapte op de arbeidsmarkt is er nog altijd veel arbeidspotentieel dat de loonontwikkeling drukt.

Werkgeversorganisatie AWVN - dat ik wel eens oneerbiedig het cao-bureau van VNO-NCW noem - is optimistisch. Voor de werknemers welteverstaan. Het AWVN heeft een prachtige website waarop alle cao-akkoorden worden bijgehouden. Zij meten de cao-loonstijging in recent afgesloten cao's en kunnen dus beter de trend voorspellen dan de cijfers van het CBS waarin ook veel reeds lopende cao's zitten.

Als we die cijfers pakken, dan ziet het plaatje er inderdaad gunstiger uit:

Volgens AWVN is sprake van een keerpunt:

"In december is een barrière doorbroken. De gemiddelde loonstijging op jaarbasis ligt inmiddels op 2,14% en deze opwaartse trend zal de komende tijd aanhouden."

Is this the real life?

WE KUNNEN HET BIJNA niet geloven, maar de Nederlandse economie draait echt ontzettend goed. Afgelopen jaar met 3,2% volgens het Centraal Planbureau en komend jaar met nog eens 3,1%. Nu mogen we ons van Kate Raworth (van de bestseller 'Donuteconomie') niet meer blindstaren op het bruto binnenlands product, maar toch, een economische groei is toch fijn als je werklozen weer aan het werk wil krijgen.

Dat veel mensen bijna niet kunnen geloven dat het echt zo goed gaat met de economie bleek wel uit een enquête die ING hield. Veel mensen houden er rekening mee dat er zeepbellen aan het ontstaan zijn:

Misschien komt het ook omdat veel media over zeepbellen schrijven (ik beken schuld). Maar ja, de Nederlandse woningmarkt gaat ook weer zo snel omhoog. En de aandelenkoersen lijken zich langzaamaan los te zingen van de economische werkelijkheid. Natuurlijk speelt ook een rol dat de omslag zo snel ging. De naweeën van de crisis duurden aanvankelijk heel lang. En toen het eindelijk beter ging, ging het ook heel snel.

Ondertussen zit de schrik van de crisis er nog altijd behoorlijk in, zo bleek ook uit de ING-enquête: 

Gelukkig maar, zou ik haast zeggen. Na de crisis is er veel veranderd en verbeterd. De eisen voor banken zijn aangescherpt, veel financiële regelgeving is erbij gekomen, de hypotheeknormen zijn strenger. Maar er woedt nog altijd een levendig debat of het allemaal wel genoeg is. De bankenlobby is nog steeds machtig genoeg om de nieuwe regels voor bankenbuffers (Basel 4) minder streng te maken dan aanvankelijk de bedoeling was. Ook zie je dat aan de torenhoge schuldniveaus in de wereld bar weinig veranderd is.

Het belangrijkste verschil tussen nu en voor de crisis is dat we nu argwanend zijn. En die argwaan heeft een functie. Want hopelijk zullen we daardoor minder snel verrast worden dan in 2007/2008. Waar we precies bang voor moeten zijn, is overigens niet zo duidelijk. Ik sprak de Groningse hoogleraren Dirk Bezemer en Roelof Salomons over de huidige situatie op de financiële markten en in het bedrijfsleven en beiden zeiden vooral 'een unheimisch gevoel' te hebben, zonder precies te weten wat ons boven het hoofd hangt.

Het ruime monetaire beleid (extreem lage rente en grote stimuleringsacties van de centrale banken) zorgt voor rust op de markten. Maar is die rust wel terecht?

Bezemer:

"In tijden van grote rust en stabiliteit bouwen zich onderliggend spanningen op en onbalansen."

Salomons:

"Het doet mij denken aan die vroegere landkaarten, waarop zo’n stukje ’terra incognita’ stond. We zijn ergens waar we nog niet eerder geweest zijn. We weten hoe we er gekomen zijn, maar we weten alleen niet hoe we eruit komen.”

Maar de economische opleving in Nederland is echt. ING-econoom Marieke Blom gaat niet mee in het gevoel van de door haar geënquêteerden:

"Na tien jaar crisis is ons perspectief veranderd. We zijn die matige economische prestaties normaal gaan vinden. Maar dat zijn ze niet. Juist nú zijn we aan het normaliseren.”

Onze economische groei lijkt mij ook geen zeepbel, al moeten we zeker uitkijken voor bijvoorbeeld de woningmarkt en ook voor ons schuldniveau. Maar helemaal natuurlijk is onze groei ook niet. 2017 was een topjaar op eigen kracht, maar in 2018 gaat Rutte III ineens een partijtje meeblazen. Tijdens de crisis stond het kabinet vol op de rem, nu geeft het juist extra gas:

Dat is een zeer merkwaardige timing. In economentermen heet dat procyclisch beleid. Het is een bekende verslaving van de politiek: bezuinigen als het slecht gaat, cadeautjes uitdelen als het goed gaat. Electoraal misschien logisch, economisch gezien onzinnig.

Lees het artikel van college Dorinde Meuzelaar en mij over de economische vooruitzichten hier (Telegraaf) of hier (Blendle).

What's in it for us?

VANAF ZATERDAG 13 JANUARI heeft de eurogroep een nieuwe voorzitter: Mário Centeno, de Portugese minister van Financiën. Voor Portugal is dat een opsteker. Het land moest in 2011 noodsteun aanvragen. Portugal leende €78 miljard van het Europese noodfonds, moest banken redden en de economie op orde krijgen. Het programma werd medio 2014 afgerond

Inmiddels gaat het voorzichtig aan beter met Portugal. De werkloosheid is met 9,2% nog steeds erg hoog, maar dalende. De economie groeit ruim 2%, niet zo heel veel voor een land waar je een forse inhaalgroei zou verwachten. Het overheidstekort is teruggedrongen tot circa 1% van het bbp, de staatsschuld is met 126,4% nog gevaarlijk hoog. Portugal is nog tot 2040 bezig met het terugbetalen van de noodsteun.

Dijsselbloem rondt zijn klus af. In NRC Handelsblad en Vrij Nederland keek hij al uitgebreid terug op zijn jaren als eurogroepvoorzitter. Dat voorzitter is redelijk rimpelloos verlopen. Alleen de start was nog tumultueus. Toen Dijsselbloem begin 2013 begon aan zijn Europese topjob lag er een steunaanvraag van Cyprus. Zijn voorganger Jean-Claude Juncker had die laten versloffen, Dijsselbloem mocht het oplossen.

Dat ging bepaald niet vanzelf. In eerste instantie werd er een pakket afgesproken waarbij alle spaarders in Cyprus moesten meebetalen. De eurolanden wilden alleen het land financieren, de bankenredding moesten de Cyprioten zelf opbrengen. Alle spaarders aanslaan gaf een heel verkeerd signaal. Daarmee zou Cyprus het eerste euroland zijn geweest waar de depositogarantieregeling naar de prullenbak werd verwezen.

Nog steeds is het onbegrijpelijk dat Europese topfunctionarissen als Dijsselbloem, Mario Draghi en José Barroso ermee konden instemmen. Dijsselbloem in NRC:

"Ik heb me totaal niet gerealiseerd dat dat zo’n schok zou veroorzaken. Iedereen riep: nu is spaargeld in Europa niet meer verzekerd."

Voorganger Juncker ging zich er eens lekker mee bemoeien. Dat zal voor Dijsselbloem niet fijn zijn geweest, aangezien hij dit nare dossier van hem had geërfd. Vervolgens trok Herman van Rompuy de regie naar zich toe. Daarmee werd het minder een zaak van ministers, maar een Chefsache. In tweede instantie kwam er een plan waarbij alleen grote spaarders van de failliete banken moesten bloeden. Keurig volgens de regels van de depositogarantieregeling.

Dijsselbloem was zo blij met deze oplossing dat hij die in zijn enthousiasme als een blauwdruk betitelde. Hij noemde het gewraakte woord 'template' toen niet zelf, maar bevestigde op een vraag van Reuters dat de Cyprus-aanpak voortaan de manier van banken redden zou zijn. Er kwam een golf van kritiek. Overigens ook van mij

Mijn kritiek was misschien een beetje ingewikkeld. Dat Dijsselbloem wilde dat belastingbetalers voortaan niet meer zouden opdraaien voor bankenreddingen was een goed idee. Maar moest je nu direct na zo'n soap, met zoveel tumult, op deze manier victorie kraaien? Moest je meteen olie op het vuur gooien? Zeker omdat het hier ging om meebetalende spaarders, terwijl normaliter alleen naar aandeelhouders en obligatiehouders gekeken wordt.

Het zit Dijsselbloem nog altijd dwars, zo bleek in NRC. Vooral de kritiek uit Nederland:

"Daar ben ik toch gevoeliger voor. Bekende Nederlanders in talkshows hadden hier opeens verstand van. Ze zaten er inhoudelijk volkomen naast. Later in die week schreef de Financial Times dat ik gelijk had. Dat het de enige manier is om de banken weer gezond te maken."

Dijsselbloems template werd later Europese wet. Overigens gold dat nog niet voor Portugal, die in 2014 een grote bank redde met ons steungeld. En het gold niet voor Italië, omdat Europese regels nu eenmaal niet per se voor grote lidstaten gelden. Tot zover de blauwdruk.

Hadden we er nou wat aan dat Dijsselbloem deze prestigieuze post had? Vooraf dacht ik van wel. Je zit dicht bij het vuur, zit bovenop de agenda en kan daarmee de besluitvorming beïnvloeden. 

Terugkijkend vraag ik me of Nederland er zoveel baat bij heeft gehad. Nederland had geen stevige vertegenwoordiging meer in de eurogroep. De staatssecretaris van Financiën nam de honneurs tijdens de vergadering waar. Maar daarvan kwam nauwelijks iets naar buiten. Dijsselbloem bleef de Kamerdebatten over de Nederlandse inzet doen en hij deed ook de contacten met de pers. Met die dubbele pet werd het dus laveren.

Dat komt het sterkst naar voren in de discussie over de toekomst van de eurozone. Dijsselbloem was mede-penvoerder van een nogal vergaand advies van de zogeheten Five Presidents. Een advies in de lijn van Juncker en Macron. Maar als Nederlandse minister stond hij daar niet echt achter. Maar wie kon dan dat kritische geluid vertolken?

Nu heeft Nederland zijn handen weer vrij. En opvolger Wobke Hoekstra en premier Mark Rutte hebben er duidelijk zin in. Zij hebben hun messen al geslepen en gaan met flinke eurokritiek naar Brussel.

Lees mijn column over het eurogroepvoorzitterschap hier (Telegraaf) en hier (Blendle).

Sociaal-Economische Raad...snurk...snurk

OKÉ, IK GEEF TOE: nieuws over de SER is niet het meest spannend. Het is een snurkend polderinstituut geworden waar nauwelijks nog wat van te verwachten is. Maar er toch nog een vermeldenswaardigs nieuwtje: de FNV raakt een zetel kwijt.

Jij en ik zullen er niet wakker van liggen, maar binnen de SER-stolp is dit een dingetje. De vakbonden hebben 11 zetels in totaal. En daarvan waren er 8 voor de FNV, 2 voor CNV en 1 voor VCP. Maar de ledentallen van deze clubs rechtvaardigden deze zetelverdeling niet meer. Nu moet de FNV er eentje inleveren en krijgt de VCP er eentje bij.

VCP staat voor Vakcentrale voor Professionals en vorig jaar juni maakte deze koepel bekend dat vakbond De Unie en ouderenbond Anbo zich aansloten. Daarmee zouden ze CNV voorbij streven in ledental. Vervelend voor het CNV. Maar de opmars van de VCP levert nu ook een extra SER-stoeltje op. En de FNV raakt die kwijt. Pijnlijk.

Terugblik

Song of the week - It was a very good year

Reply

or to participate.