• Achter de cijfers
  • Posts
  • Martin Visser - Editie #12: over Haagse spilzucht, een boze Stekelenburg en een open deur

Martin Visser - Editie #12: over Haagse spilzucht, een boze Stekelenburg en een open deur

Hier weer een nieuwe nieuwsbrief. Deze keer veel Haagse cijfers en ook een beetje globalisering. Vind je de nieuwsbrief leuk en nuttig? Like hem dan hieronder. Of beter nog: deel hem via sociale media (ook onderaan). Wie weet kun je vrienden en collega’s via deze link verleiden ook een abonnement te nemen.

Kopzorg

DAT WAS EVEN SCHRIKKEN deze week toen het Centraal Planbureau (CPB) voorrekende hoe hard de zorgpremies gaan stijgen bij het huidige kabinetsbeleid. Of het CPB de stijging van de premie in kaart kon brengen, zo had de Tweede Kamer gevraagd in een schriftelijk spervuur van maar liefst 159 vragen. Nou, dat kon het CPB wel.

De linkse oppositie jeremieerde meteen dat de bevriezing van het eigen risico dus een sigaar uit eigen doos was. Mensen betalen dat via stijgende zorgpremies alsnog zelf. Tja, waar dacht je dan dat dat geld voor de bevriezing van het eigen risico vandaan kwam? Van de kaboutertjes?

Ooit was de PvdA van het 'eerlijke verhaal'. Maar met Diederik Samsom is ook dat mantra blijkbaar verdwenen. Het eerlijke verhaal is dat onze zorg geld kost, heel veel geld. Dat zou een grote kopzorg in Den Haag moeten zijn. Dankzij de zorgakkoorden van minister Edith Schippers en de bezuinigingen door staatssecretaris Martin van Rijn is er voor het eerst een knik in die kostenstijging gekomen. Maar dat legt meteen het probleem bloot: dat doet pijn.

Inmiddels mogen de duizenden verpleegkundigen die eerst waren ontslagen in de verpleging en verzorging weer worden aangenomen, want er valt € 2,1 miljard te verdelen onder de verpleeghuizen. Onuitlegbaar jojo-beleid. Komende kabinetsperiode moet de rem op de zorgkosten vooral van nieuwe zorgakkoorden in de curatieve zorg (huisartsen, ziekenhuizen, specialisten enz.) komen. Dat moet structureel € 1,9 miljard opleveren.

Enig idee wat er desondanks met de zorgkosten gebeurt? Minister Wobke Hoekstra van Financiën zet het in zijn Startnota keurig op een rij. Overigens met een raar grafiekje:

Rara, wat klopt hier niet aan? De grafiek houdt op bij een uitgavenplafond van € 300 miljard, terwijl de kosten in 2020 en 2021 gewoon blijven doorstijgen. Als ik met diezelfde getalletjes in Excel een grafiekje maak, komt dit eruit:

Gestaag stijgende kosten dus. Als ik 2017 er nog even bijzet, zie je helemaal goed wat er gebeurt:

De totale begroting begint vanaf 2018 al flink te stijgen. In 2017 zijn de collectieve uitgaven nog € 253,2 miljard. Komend jaar staat de teller op € 278,3 miljard. Plus 10%!! Daar kraakt de Raad van State nog een paar kritische noten over - daarover meer in het volgende item.

Terugkomend op de zorg. Minister Hoekstra wil de urgentie over de snel stijgende zorgkosten duidelijk ook laten doorklinken. Want hij toont een grafiek van het CPB waarin je ziet hoe de zorgkosten exploderen. Saillant.

Waarom het saillant is dat Hoekstra de grafiek van het CPB toont? Het planbureau is namelijk sceptisch over de sectorakkoorden. Het is in de vorige kabinetsperiode gelukt met alle zorgsectoren afspraken te maken over budgetplafonds. Maar of dat trucje opnieuw werkt? Het kabinet denkt er - zoals gezegd - € 1,9 miljard aan kosten mee af te remmen. Hoeveel honoreert het CPB? Slechts € 0,9 miljard. Het motto is: eerst zien, dan geloven.

(Nu is ook meteen duidelijk waarom de zorgpremies in de ramingen zo hard stijgen.)

Zuur

OEI. IK DACHT DAT ik wel eens zuur kon zijn. Maar de lachebekjes van de Raad van State kunnen er ook wat van. Wat een party poopers. Met het advies over het regeerakkoord verstieren ze wel een beetje het (begrotings)feestje van Rutte III. Hoe zuur de kritiek misschien ook kan klinken, ik vrees dat de geleerde dames en heren aan de Haagse Kneuterdijk wel een punt hebben.

De formele rol bij dit advies is de controle of Nederland zich houdt aan de Europese begrotingsregels. Nou, het (verwachte) goede nieuws is: dat doen we. Maar is het begrotingsbeleid van Rutte III verstandig? Niet echt.

"Nu de economie harder groeit dan de ingeschatte structurele groeivoet is – vanuit een economische optiek bezien – een aanvullend beleidspakket oplopend tot € 14,5 miljard (1,8% BBP) in 2021 als fors te kwalificeren."

De Raad van State maakt een paar punten: 1) er wordt nog fors gestimuleerd terwijl de stand van de economie nu daar helemaal geen aanleiding toe geeft 2) daardoor slinkt het begrotingsoverschot wat de marge voor tegenvallers klein maakt 3) voor de langere termijn is het zonde dat dit kabinet de houdbaarheid van de overheidsfinanciën laat verslechteren.

Er was een houdbaarheidsoverschot, gerealiseerd door Rutte II. Dat betekende dat de begroting op de lange termijn de vergrijzing aan kan en dat er geen extra bezuinigingen of extra belastingverhogingen in de toekomst meer nodig waren om de huidige collectieve voorzieningen te kunnen betalen. Dankzij Rutte III resteert een houdbaarheidstekort van 0,4% van het bruto binnenlands product:

"Ofwel: op enig moment in de toekomst zijn uitgavenverminderingen of inkomstenverhogingen nodig met een omvang van circa € 3 miljard."

Dat Rutte III wat marge inpikt die er was dankzij de groeiende economie en de forse bezuinigingen van de afgelopen jaren is op zichzelf politiek wel begrijpelijk. Na de crisis moest dit kabinet ook wel iets doen om het economisch herstel voor mensen voelbaar te maken. Maar het is wel treurig dat ook dit kabinet weer meebeweegt op de golven van de economie (procyclisch heet dat). In slechte tijden wordt er bezuinigd, in goede tijden extra uitgegeven. Adviseurs zeggen al decennia dat de regering tegen de conjunctuur in moet bewegen. Dan bouw je nu een buffer en is de klap minder hard in crisistijd. Maar helaas.

"De Studiegroep Begrotingsruimte bracht eerder in kaart dat het Nederlandse begrotingsbeleid sinds de invoering van het trendmatig begrotingsbeleid veelvuldig procyclisch van aard is geweest. Voorlopig lijkt hierin geen trendbreuk op te treden."

Je hoort ze stilletjes huilen aan de Kneuterdijk.

Globaliseren kun je leren

DE AFGELOPEN DAGEN MAAKTE econoom Dani Rodrik een zegetocht door Nederland. De criticaster van globalisering kreeg jarenlang nauwelijks voet aan de grond met zijn analyse dat globalisering verliezers kent. Maar het tij is gekeerd. De verkiezing van Donald Trump en het Brexit-referendum heeft vele ogen geopend voor het ongenoegen in de Westerse samenleving. De negatieve effecten van ongebreidelde vrijhandel zouden daar mede aan ten grondslag liggen.

Rodrik was hoofdgast tijdens de Economendag vrijdag bij De Nederlandsche Bank. Verder sprak hij Nederlandse politici, beleidsmakers en ceo's. Het is nu immers bon ton om de rafelranden van globalisering te bespreken. Zelfs de koning deed het in de laatste Troonrede.

De Harvard-professor is overigens geen tegenstander van globalisering en vrijhandel, maar hij prikt het sprookje door dat iedereen altijd profiteert. In een interview in mijn krant zei hij:

"Het standaard antwoord van beleidsmakers is dat we verliezers van globalisering moeten compenseren en doorgaan op de weg waar we op zitten. Maar dat is veel te weinig. Het gaat hier om fundamentele problemen, we moeten de regels voor herschrijven. Dit is veel meer dan een economisch probleem."

In Nederland wordt nog volop geworsteld met deze thematiek. Want eigenlijk is er bij ons nog vrij weinig bekend. Natuurlijk hebben veel sectoren de afgelopen decennia de mondiale tucht van de markt ervaren en is er allerhande productie verhuist, maar wie waar precies verlies heeft geleden moet nog beter in kaart worden gebracht.

Onder meer de Groningse hoogleraren Steven Brakman en Harry Garretsen zijn daar nu mee begonnen, op verzoek en in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken en het Centraal Planbureau. Op het ministerie van Buitenlandse Zaken is door Marten van den Berg, directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, een studiegroep opgezet. Daarin zitten de kopstukken van adviserend Nederland, van de SER, de WRR, het CPB, het SCP en nog zo wat hotemetoten.

WRR-econoom Robert Went houdt zich al jaren bezig met globalisering. Al in 1996 schreef hij er een boek over. Op Twitter meldt Went dat hij deze week een lezing over het onderwerp gaf en de sheets die hij gebruikte staan online.

Interessant is zijn verwijzing naar 1994. Toen werd al gediscussieerd in Nederland over de gevolgen van globalisering. Toenmalig minister Koos Andriessen zette een Platform Globalisering op en organiseerde een nationaal economiedebat, waarbij ceo's in een live uitgezonden programma hun kijk op de internationale concurrentie mochten vertellen. FNV-voorzitter Johan Stekelenburg zat zich in de zaal op te vreten, onder meer toen Jan Timmer van Philips zich beklaagde over de te hoge lonen.

Onder meer NRC deed verslag destijds:

"De boodschap van Timmer was helder: “Nederland kan qua loonkosten niet meer concurreren met andere delen van de wereld. Wij zijn 10 à 20 procent te duur. Bij Philips ligt dat dichter bij de 20 procent.” (...) Rond het middaguur ontstond een vinnige discussie tussen de gepensioneerde oud-EG-commissaris prof.mr. F.H.J.J. Andriessen (vanachter de katheder), die namens de workshop Werkgelegenheid rapporteerde en FNV-voorzitter Stekelenburg (vanuit de zaal). “Waarom almaar hogere loonschalen”, zei Andriessen. “Het hoeft toch niet altijd omhoog te gaan?” Stekelenburg reageerde venijnig: “Minimumloon te hoog, CAO's op de helling. Dat is niet de manier waarop je dit soort dingen regelt.”

Nog een grappig citaat uit een FD-artikel uit juni 1994:

"De toenemende internationale verwevenheid van economieën, in Nederland populair geworden onder de naam 'globalisering', is nauwelijks van invloed op de werkgelegenheid en de werkloosheid in geïndustrialiseerde landen."

(Lees Telegraaf-interview met Rodrik in Blendle hier, die met de Volkskrant hier, en mijn interview met hem begin van dit jaar hier.)

Column

MIJN COLUMN VAN DEZE week ging over de onbegrijpelijke houding van de vakbonden. Rutte III doet concreet iets aan de doorgeslagen flexibilisering op de arbeidsmarkt. En vervolgens uiten de vakbonden - FNV voorop - vooral dreigende taal over acties. Daar snap ik dus niks van. Volgens mij ligt er een unieke kans om met uitgerekend een D66-minister de 'zzp-kwestie' aan te pakken. Lees hier of hier (Blendle).

Song of the week

IN ZIJN REGERINGSVERKLARING zei premier Mark Rutte het heel duidelijk: de deur staat open:

"Voor ons is het regeerakkoord een beginpunt en zeker geen eindpunt. Er is ruimte voor overleg over de concrete uitwerking. Sterker nog, we hebben de inbreng van buiten nodig. De deur van de Trêveszaal staat op een ruime kier."

Nabrander

DE AFSCHAFFING VAN DE dividendbelasting blijft fascineren. Dat kost € 1,4 miljard en komt geheel ten goede aan buitenlandse aandeelhouders. Allemaal nodig om ons land aantrekkelijk te houden, zo betoogde premier Rutte hartstochtelijk. Er staan anders vele banen op de tocht:

"Driekwart van de mensen werkt in bedrijven. Kleine bedrijven hebben niet veel keus. Die vestigen zich waarschijnlijk in Nederland en gaan niet zomaar de grens over. Maar heel veel van die kleine bedrijven leveren toe aan grote bedrijven. Grote bedrijven zijn verantwoordelijk voor 40% van de banen in het Nederlandse bedrijfsleven. Het hele Nederlandse bedrijfsleven omvat ongeveer driekwart van alle banen in Nederland. Die hebben wel de keuze waar ze zich vestigen. Als je als politiek zegt, omdat je het vervelend vindt om een moeilijke boodschap te brengen … Het is natuurlijk ook geen gemakkelijke boodschap, dat snap ik ook wel, want het is veel leuker om voor 1,4 miljard de inkomstenbelasting extra te verlagen; gelukkig verlagen we die al met 5 miljard. Natuurlijk zou je die er bovenop willen doen, maar dit is nodig omdat je anders die banen in Nederland niet hebt."

Tranentrekkend.

Hoe onverantwoord was het wel niet dat alle vier coalitiepartijen dit níet in hun verkiezingsprogramma hadden staan! Gelukkig kwam VNO-NCW tussenbeide om Nederland voor een enorm werkgelegenheidsverlies te behoeden.

Reply

or to participate.