• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de cijfers - Editie #99: over een duivels zorgdilemma, kredietcrisis vs. coronacrisis en volstromende spaarrekeningen

Achter de cijfers - Editie #99: over een duivels zorgdilemma, kredietcrisis vs. coronacrisis en volstromende spaarrekeningen

Waarin verschillen de kredietcrisis en de coronacrisis van elkaar? Dat probeer ik deze week uit te leggen aan de hand van een reeks grafieken. Sowieso staan er veel grafieken in deze nieuwsbrief. Het is wat meer uitleg en wat minder opinie over het nieuws. Hopelijk vind je het informatief.

Mij interesseert het zeer om die verschillen en overeenkomsten uit te pluizen. Dat helpt namelijk om te begrijpen wat er nu precies gebeurt. En de volgende stap is dan te bedenken welk overheidsbeleid daar dan bij past - daarover de komende tijd ongetwijfeld meer.

Ik was deze week nogal verbaasd dat de baas van de installatiebranche door minister Arie Slob van Onderwijs is gevraagd om de staat van de ventilatiesystemen te inspecteren. Alsof je een wegenbouwer vraagt het achterstallig onderhoud van ons wegennet in kaart te brengen. Een beetje vreemd. Ik schreef er deze column over, waar ik veel reacties op kreeg.

Maar goed, voor deze nieuwsbrief is de analyse van de macro-economische ontwikkeling eventjes belangrijker. Ik sta open voor feedback. Likes zijn fijn, reclame maken bij vrienden en collega's is nog fijner.

Veel leesplezier!

Somberder

Ik herhaal het nog maar een keer: de crisis komt niet alleen door de lockdown. Aanvankelijk leek het erop dat we zelf de rem op de economie hadden gezet door enkele weken grote delen ervan op slot te gooien. Natuurlijk had de sluiting van horeca, winkels, theaters, kappers, sportscholen et cetera een immense impact. Maar de onzekerheid door het virus zelf en het verloop van de pandemie hakt er ook in. Kijk maar eens wat er deze maand met het consumentenvertrouwen gebeurt:

Het vertrouwen van de consument is alweer bijna even laag als in mei. Ongetwijfeld hangt dit samen met het oplopende aantal coronabesmettingen in de afgelopen weken. Consumenten oordelen negatief over de economische situatie van nu en de de komende maanden. Over hun eigen financiële situatie zijn ze minder negatief dan tijdens de lockdown, maar een goede tijd om grote aankopen te doen, vinden veel consumenten het absoluut niet.

Consumentenvertrouwen en consumptie zijn nauw aan elkaar gelinkt:

De uitschieters in de daling van de consumptie in april en mei zijn overigens zo extreem, dat het lastig te vangen is in een grafiek. Als ik die maanden zou weghalen, zie je een nog sterker verband tussen het vertrouwen van de consument en zijn uitgaven. In die zin heeft de lockdown wel degelijk een impact: de consumentenbestedingen gingen veel harder omlaag dan je bij het consumentenvertrouwen zou verwachten. Nu de lockdown voorbij is en het vertrouwen toch laag blijft, kun je wellicht rekenen op een meer 'normale' daling van de consumptie.

Deels zakten de consumentenbestedingen in doordat je allerlei uitgaven niet kón doen. Of nu niet wíl doen vanwege het onveilige gevoel: niet iedereen durft in het OV te stappen of op een vol terras te gaan zitten. Ook op vakantie-uitgaven heeft de pandemie groot effect. Daarnaast is het logisch te veronderstellen dat consumenten ook minder uit dúrven geven. Dat is de relatie tussen vertrouwen en consumptie die we van eerdere crises kennen. Het is echter nog moeilijk vast te stellen welk deel van de ingestorte consumptie te maken heeft met lockdown en andere beperkingen en welk deel uit financiële voorzichtigheid.

Feit is wel dat we gemiddeld genomen geld overhouden (let op: gemiddeld, dat geldt dus niet voor elke zzp'er of flexwerker die zijn inkomen plots verloor). Dat zie je in het spaarsaldo. We spaarden in juni (€387 miljard!) bijna 5% meer dan in juni vorig jaar. Ook hier zie je een patroon. Als het crisis is en de onzekerheid toeneemt, gaan we meer sparen. Nederlanders sparen sowieso, over de jaren heen neemt ons spaarvermogen steeds verder toe. Maar in crises zie je een spaarspurt:

Wat zien we hier? De blauwe lijn is de groei van ons gezamenlijke spaargeld. Je ziet dat die bijna altijd boven de 0% zit, dus we ontsparen eigenlijk nooit. Alleen groeit ons spaarbankboekje in sommige periodes harder dan in andere. Die spaargroei stijgt in 2000/2001, in 2008/2009, in 2012 en nu. Kijken we naar de oranje lijn (de kwartaalgroei van de economie), dan komt dit precies overeen met economische crises: dotcomcrisis, kredietcrisis, eurocrisis, coronacrisis.

Ik had in plaats van economische groei ook het consumentenvertrouwen er weer in kunnen stoppen. Dat had min of meer hetzelfde plaatje opgeleverd. Ik vond nog wel aardig om te zien dat Nederlanders al in de tweede helft van 2007 en in 2008 steeds meer gingen sparen. Toen was er nog helemaal geen sprake van een recessie en al helemaal niet van oplopende werkloosheid. Maar toen rommelde het al wel in de financiële sector, met de val van Lehman Brothers in september 2008 als apotheose. Ik zocht de vertrouwenscijfers er nog eens bij, en wat bleek? Het consumentenvertrouwen klapte al in het najaar van 2007 in elkaar. Nog ver voordat er sprake was van recessie, bezuinigingen of werkloosheid pikten mensen het sentiment al op, kelderde het consumentenvertrouwen en brachten mensen meer geld naar de spaarbank.

Het tanende vertrouwen op dit moment is echt slecht nieuws. Het zal de bestedingen onder druk blijven zetten. En de risico's voor de woningmarkt nemen ook toe. Tot nu toe zorgde het schrijnende tekort aan huizen ervoor dat de woningmarkt redelijk ongeschonden door de coronacrisis gaat. Maar bij langduriger lager vertrouwen kan het bijna niet anders of ook de huizenprijzen komen onder druk te staan. Ik ga hier geen huizencrisis voorspellen, ik heb geen glazen bol. Maar laag vertrouwen, weinig bereidheid om grote aankopen te doen, heeft wel dit risico in zich.

(Lees hier een artikel van mijn collega's over de spaarspurt. Ik schreef er deze analyse bij.)

Kredietcrisis vs. coronacrisis

De kredietcrisis en de daarop volgende eurocrisis liggen nog vers in ons geheugen. Eerst de instortende financiële sector, toen de lijken uit de kast in Griekenland en prompt sloegen beleggers op tilt over de eurozone. Nederland kende toen twee recessies (een W in een grafiek), in 2009 en in 2012/2012.

Het is interessant om de huidige crisis met die van toen te vergelijken. Vooral omdat je daaruit kunt opmaken dat de coronacrisis zo anders van aard is. Schrik niet, maar ik heb een reeks grafieken gemaakt die de verschillen (en overeenkomsten) duidelijk moeten maken. Startpunt zijn steeds de jaren 2008 en 2019, dat waren de vertrekpunten voor de crisis. En dan vergelijk ik 2009 met de verwachting voor het huidige jaar en 2010 met de prognose van komend jaar. Van sommige macro-economische indicatoren heb ik ook een tweedegolf-scenario van het Centraal Planbureau.

De kredietcrisis is blauw, de coronacrisis oranje en het doemscenario van de tweede golf is rood. Je ziet dat de krimp van de economie veel dieper is dan toen. Als je naar de kwartaalcijfers kijkt, is het verschil nog extremer. In het eerste kwartaal van 2009 kromp de economie met 3,6% vergeleken met een jaar eerder. Nu hebben we een kwartaalkrimp van 8,5% te pakken. Je ziet dat het gebruikelijk is dat na een krimpjaar snel herstel volgt. Dat is ook een statistische wetmatigheid: als 2009 het rampjaar was, is 2010 al snel iets beter en dus is er groei. In het tweedegolf-scenario voorziet het CPB nóg een jaar van krimp. Dat zou zeer uitzonderlijk zijn.

Niet alleen de omvang van de recessie is anders, ook de aard van de crisis. De huidige recessie is namelijk voor meer dan de helft veroorzaakt door het imploderen van de bestedingen door consumenten. Ook in de kredietcrisis zag je dat, maar in veel mindere mate. Nu treft de crisis de consument direct. De kredietcrisis verliep traditioneler, dus de klappen kwamen meer via export en investeringen. Je ziet ook dat voor 2021 een forse opleving wordt verwacht.

De coronacrisis treft de consument direct én de werknemer. De werkloosheid loopt meteen fors op. Voor de coronacrisis was de werkloosheid nog een tikkie lager dan voor de kredietcrisis en toch komt die dit jaar al hoger uit dan in 2009. En voor komend jaar is de verwachting nog veel dramatischer dan destijds in 2010. Tijdens de kredietcrisis hielden werkgevers hun personeel aanvankelijk lang vast. Pas bij de tweede dip, vanaf 2012, liep de werkloosheid alsnog hard op. Dit betekent ook iets voor het overheidsbeleid. Omdat de werkloosheid direct omhoog gaat, moet je veel eerder crisisbeleid voor de arbeidsmarkt inzetten.

Tot slot de impact op de schatkist. In beide crisis sloeg een overschot op de begroting ogenblikkelijk om in een tekort. Alleen is de omvang totaal anders. Nu hadden we een overschot van maar liefst 1,7%. En door de recessie en de tientallen miljarden die aan steun zijn uitgegeven slaat dat om in een tekort van 7,1%. Logisch dus dat de staatsschuld ook veel sneller oploopt dan destijds. Tijdens de kredietcrisis is niet meteen bezuinigd (zoals velen zich menen te herinneren). Nee, eerst is er gestimuleerd door de begrotingsteugels te laten vieren. Een recessie zorgt voor minder belastinginkomsten en meer uitgaven voor sociale zekerheid. Dat heeft de toenmalige minister van Financiën, Wouter Bos, gewoon laten gebeuren. Dat was keurig afgestemd in de EU. Nu gebeurt dat ook, maar daar bovenop komt het extra geld voor de steun en de uitgestelde belastingen. In het basisscenario stabiliseert de staatsschuld volgend jaar weer als er geen steun meer nodig is en de uitgestelde belastingen alsnog binnenkomen.

Kortom: de coronacrisis is veel dieper, maar ook kortstondiger als het basisscenario uitkomt. (Eerst zien, dan geloven.) De kredietcrisis was vooral een vertrouwensschok, met grote gevolgen voor banken en bedrijven. Voor consumenten en werknemers werd het pas een echt tastbare crisis toen enkele jaren later reorganisaties volgden en er ook een huizen- en pensioencrisis ontstond. Bij de crisis toen moesten overheden snel handelen om banken veilig te stellen, bij de crisis nu moeten overheden snel optreden om de reële economie te stutten.

Duivels zorgdilemma

Het was geen fraai schouwspel vorige week in de Tweede Kamer. De oppositie dacht slim te zijn door in een spoeddebat in tijden van reces een hoofdelijke stemming aan te vragen over verhoging van zorgsalarissen. Omdat de coalitiefracties niet voltallig waren, speelden ze een spelletje. Snel weglopen zorgde ervoor dat het quorum niet meer werd gehaald en zo kon er niet over de motie worden gestemd.

Deze week gebeurde dat alsnog wel en toen bleken er meer oppositieleden afwezig dan coalitieleden. Dat hadden de oppositiefracties dan weer niet handig gedaan. Maar goed, dit zijn de spelletjes, het gaat over een inhoudelijke kwestie die veel ingewikkelder is dan je door dit gedoe zou denken.

Het klinkt natuurlijk reuzesympathiek om de lonen van verpleegkundigen te verhogen als dank voor de inzet in coronatijd en als blijk van erkenning en waardering. Maar dat kost geld en dat geld moet ergens vandaan komen. Bij sommige partijen is het populair om te zeggen dat we de Italianen dan maar niet moeten steunen, maar dat klopt begrotingtechnisch natuurlijk niet. Onze steun aan Italië bestaat uit garanties, er wordt geen geld overgemaakt van Den Haag naar Rome. Deze dekking rammelt dus.

In een 22 pagina's tellende brief zette het kabinet deze week uiteen waarom er (vooralsnog) geen financiële ruimte is voor salarisverhoging in de zorg. En ook waarom het misschien niet echt nodig is - geen leuke boodschap, maar misschien wel een eerlijk verhaal?

Als je lonen gaat verhogen is de zorg misschien niet de eerste sector waar je aan zou kunnen denken, lijkt de boodschap van de brief te zijn. Het onderwijs blijft bijvoorbeeld veel meer achter, al heeft het onderwijs de achterstand ten opzichte van de marktsector wel weer ingehaald, zie laat deze grafiek zien.

Daar komt bij dat er al aandacht wás voor extra beloning in de zorg. In de ziekenhuis-cao is een loonstijging van 5% voor dit jaar afgesproken, in de cao voor de verpleging, verzorging en thuiszorg 3,5%. Overigens kun je alsnog vinden dat de absolute beloning te karig is. Maar de oppositie moet dan ook wel onderkennen dat dit ergens van betaald moet worden. Stijgen de zorgsalarissen, dan gaan ook de zorgpremies omhoog.

Dit duivelse dilemma is nog iets groter dan alleen de dekking voor komend jaar. In de coronapandemie was de gezondheidszorg van het allergrootste belang. Dat maakt ook de lobbykracht van de sector heel groot. Coronaprominenten als Diederik Gommers doen dan ook enthousiast mee met deze lobby om meer geld. Maar het meerjarig perspectief noopt juist tot een pas op de plaats. Oud-minister Wouter Bos zei dat onlangs. Hij vertelt hoe in de vorige crisis het taboe van de AOW-leeftijd werd geslecht. Door die te verhogen werd de staatsschuld op lange termijn houdbaar. Nu zijn eigenlijk de zorgkosten aan de beurt:

"Het taboe dat er nu ligt, is de gezondheidszorg. Die is in termen van kosten niet houdbaar. Dat zagen we ook in de vorige crisis: terwijl het nationaal inkomen daalde, bleven de zorgkosten toenemen. Maar om daarover nu te beginnen, midden in de coronacrisis, is politieke zelfmoord.”

Twee plaatjes uit een studie van het RIVM maakt het probleem duidelijk. De zorgkosten nemen in euro's enorm toe in de komende decennia:

En die zorgkosten nemen ook relatief toe. De zorg kost ons steeds meer als percentage van de omvang van onze economie, van circa 12,5% van het bbp nu naar bijna 20% straks:

Natuurlijk willen we geld uitgeven aan goede gezondheidszorg. Dat zorg duurder wordt door de vergrijzing en door steeds meer technische mogelijkheden is een feit. Maar als de zorg een steeds groter deel van de collectieve uitgaven 'opeet' dan komt onvermijdelijk de vraag naar prioriteiten op tafel. Laten we de lasten dan ook toenemen of gaan we elders bezuinigen? Of proberen we de zorgkosten zelf enigszins af te remmen. Wie dat laatste bepleit, pleegt - Wouter Bos zei het al - politieke zelfmoord.

(Lees hier een zeer heldere uitleg van het FD over de zorgsalarissen.)

Song of the week - Consumentenvertrouwen zakt weg

Podcast

Luister hier onze wekelijkse podcast ‘Kwestie van Centen’. Presentatie: Herman Stam.

Ook op Spotify en iTunes.

Meer info

Mij inhuren als spreker of moderator? Ook voor webinars. Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]

Reply

or to participate.