- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #93: over een pensioendeal, toverstafjes, 1,5 meter en onveiligheid na de lockdown
Achter de cijfers - Editie #93: over een pensioendeal, toverstafjes, 1,5 meter en onveiligheid na de lockdown
Een finale pensioendeal leek zo dichtbij. Maar toch hebben minister, vakbonden en werkgevers meer tijd nodig. Wat zijn die laatste hobbels? Verder - het blijft onvermijdelijk - corona. Gaat de 1,5 meter verdwijnen? En is dat wel zo'n goed idee? Ga jij weer naar de kroeg vanaf 1 juni, of kijk je de kat uit de boom? Voor de economie is deze tijd - post-lockdown - cruciaal. In welke mate pakken we de draad weer op?
Veel leesplezier!
1,5 meter
Het wordt er allemaal niet duidelijker op. Terwijl wij ons voorbereidden op de anderhalvemetersamenleving werd duidelijk dat die 1,5 meter op steeds minder plekken heilig is. In het openbaar vervoer (want niet te doen), in het vliegtuig (ook al niet te doen), op sommige plekken in de horeca (niet te doen), maar op allerlei andere plekken en momenten nog wel. Wat in de tram niet kan, moet in het verpleeghuis weer wel. Met veel schrijnender gevolgen.
Tot mijn verrassing las ik deze week dat in Duitsland de 1,5 meter-norm tot 29 juni is verlengd, maar mogelijk daarna wordt afgeschaft. Het zal wel aan mij liggen, maar ik begrijp het zo langzamerhand niet meer. Ik dacht dat die 1,5 meter onderdeel zou blijven van dat zogenaamde nieuwe normaal. Een minimum-eis om ook na de uitbraakfase de risico's op besmetting zo klein mogelijk te houden. Waarom zouden bedrijven en branches anders zo ingewikkeld doen met al die protocollen als binnenkort die 1,5 meter alsnog geschrapt wordt?
Toen kwam er ook nog een advies van de planbureaus (Centraal Planbureau, Sociaal en Cultureel Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving). Toen was de chaos compleet. Waarschuwing, lang citaat.
"Het doel van het herstelbeleid kan niet een samenleving zijn waarin mensen altijd en overal anderhalve meter afstand tot elkaar moeten blijven houden. Dat is niet wat mensen willen en ze zien het zeker niet als een `nieuw normaal’. Dergelijke terminologie suggereert dat een tijdelijke maatregel een permanent karakter krijgt. Dat mensen zichzelf en elkaar kunnen beschermen tegen overdracht van het coronavirus moet het doel zijn in de opstartfase waarin het coronavirus zich opnieuw kan doen gelden. In die fase zal een manier van samenleven gevonden moeten worden die voldoende onderlinge bescherming biedt en waarin het bij besmetting duidelijk is op welke hulp gerekend mag worden. Tegelijkertijd is de opstartfase een overgangsperiode op weg naar de fase van herstel naar een post-coronasamenleving. In die herstelfase gaat het om meer dan gezondheid alleen: langeretermijndoelen voor onze economie, leefomgeving en samenleving zijn dan evenzeer richtinggevend voor beleid. De planbureaus adviseren daarom niet de nadruk te leggen op een noodzakelijke situatie voor de korte termijn, maar op het wenselijk langetermijnperspectief van een gezonde, veerkrachtige en duurzame samenleving."
Wat zeggen de planbureaus hier nu eigenlijk? Dat de communicatie over de anderhalvemetersamenleving onwenselijk is? Omdat een 'nieuw normaal' niet normaal is en dus ook niet zo genoemd moet worden? Of zeggen ze dat 1,5 meter niet houdbaar is en dús niet gehanteerd moet worden? Dat betekent dat we onze gezondheidsnormen af laten hangen van de vraag of we daar we zin in hebben.
Het zit er allebei in. In die zin is dit een frontale aanval op de aanpak van het kabinet. Opmerkelijk is dat dit advies is opgesteld in samenwerking met he RIVM. Is die het hier dan mee eens? In strijd met alle eerdere adviezen? Wat overigens merkwaardig is in bovenstaand citaat is de suggestie dat die 1,5 meter permanent zou zijn. Dat is helemaal niet wat het kabinet stelt.
Dit is toch wel een merkwaardig advies. De Drie B’s (SCP, CBP en PBL) adviseren hier toch echt over een stropop. Niemand bepleit dat we naar een samenleving gaan waar we “altijd en overal anderhalve meter afstand tot elkaar moeten blijven houden.” cpb.nl/sites/default/…
— Bastiaan Rijpkema (@bastiaanrij)
7:42 AM • May 29, 2020
Ik begrijp dat veel mensen blij zijn dat er weer van alles mag. Dat de horeca op 1 juni opengaat en de sportscholen op 1 juli. Dat er weer meer mensen mogen samenkomen. En dat kan omdat de bezetting op de ic's stukken kleiner is en beheersbaar is geworden. Maar is daarmee het gezondheidsrisico afgenomen? Is de kans dat ik corona krijg nu ineens kleiner omdat er minder mensen op de ic liggen? En dat 1,5 meter afstand houden naar en vervelend is, is dat voldoende reden om er dan maar afscheid van te nemen? Ik zal wel weer te precies zijn, maar mij geeft het toch een ongemakkelijk en onveilig gevoel.
Onveilig
Nog een korte toevoeging op dat laatste. Gezondheidseconoom Xander Koolman stelt in economenblad ESB dat niet de lockdown de grote economische schade veroorzaakt (dus dat mensen niet naar de horeca móchten) maar de angst voor het virus zelf (dat mensen niet naar de horeca wílden). Hij vergelijkt landen met verschillende regimes en constateert dat de economie een vergelijkbare klap krijgt. Noorwegen, Zweden en Denemarken schieten in een even diepe recessie, terwijl de regels in Zweden veel losser waren.
Nu is dat nog een fors verschil, 70% of 85%. En ik vermoed dat de Zweedse horeca geen omzetval van 90-100% heeft doorgemaakt. Maar dit is wel een poging om door die lockdown heen te kijken. De gedachte dat met het einde van de lockdown ook de crisis achter ons ligt, is een misvatting.
"We kunnen de lockdown weliswaar opheffen, maar daarmee keert het gewone leven niet terug. Tussen de 3 en 5 miljoen Nederlanders behoren tot een van de risicogroepen. Voor hen is het virus meestal niet dodelijk, maar ook niet veilig. Velen uit deze groepen zullen zich risicomijdend gaan opstellen. Voor het overige deel van de bevolking zijn de risico’s beperkt. Toch zullen ook zij voorzichtig zijn, omdat ze vrijwel allemaal in direct contact staan met mensen uit de risicogroepen."
Pas in de komende maanden zullen we zien wat de écht omvang van de crisis is. Die lockdown was een tijdelijke, extreme situatie. Wat er nu gaat gebeuren, toont de ware schade. Natuurlijk zitten de terrassen maandag vol. Maar kijk een paar weken verder vooruit. Durven alle Nederlanders weer naar buiten? Of is er een (grote) groep consumenten die het vanwege veiligheid laat afweten.
Ik denk dat er grofweg drie groepen zijn. Mensen die totaal niet bang of bezorgd zijn en gewoon de draad weer oppakken. Mensen die de kat uit de boom kijken en voorzichtig blijven of een restaurant of kroeg met al die beperkingen helemaal niet prettig vinden. En mensen die zichzelf als risicogroep beschouwen en vanwege eigen veiligheid wegblijven.
Persoonlijk behoor ik tot de tweede groep. Ik ben wel bij de kapper en de tandarts geweest. Maar ik mijd het OV en ben zeer afwachtend met de horeca. Is uit eten wel leuk op deze manier? Kom ik niet in een grote groep terecht op een terras, terwijl ik dat niet wil? Hoe hou ik zelf de controle binnen grote groepen?
Juist om die reden lijkt mij dat die protocollen heel serieus moeten worden genomen. Er is alle belang een veilige omgeving te bieden voor de consument. Anders jaag je een groot deel van je clientèle weg. Dan is tijd van 90% omzetval misschien voorbij. Maar als het nieuwe normaal een lagere omzet van 15-25% betekent, dan overleef je het alsnog niet.
Van de overheid mag dat een duidelijke strategie worden verwacht, stelt Koolman. Daar hoort strikt en uitgebreid testen en traceren bij, met de bedoeling het virus maximaal in te dammen. Precies op dat punt is het huidige beleid nogal weifelachtig.
Hobbels
Het was misschien ook te mooi om waar te zijn. Afgelopen vrijdag zou de allerlaatste stuurgroep plaatsvinden, de vergadering van de secondanten van werkgevers, vakbonden en ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken. Dan alleen nog een topberaad van minister Wouter Koolmees en de voorzitters uit de polder en... huppakee... het pensioenstelsel is rond.
Niet dus.
Afgelopen week was er overleg op het hoogste niveau bij Koolmees en de conclusie was dat ze er bijna zijn, maar nog niet helemaal. En dus besloten minister en werkgevers- en vakbondsvoorzitters dat hun onderhandelaars nog maar een of twee weken door moeten gaan. Liefst komen ze er volgende week uit, dan komt dat topberaad nog één keertje bij elkaar in de week van 8 juni en zijn ze net op tijd voor het Ledenparlement van de FNV op 12 en 13 juni en kan Koolmees nog die maand een brief naar de Tweede Kamer sturen.
Tot zover het proces. Over naar de inhoud. Er zijn grofweg twee problemen: compensatie en invaren - en die hangen ook nog samen. Bij compensatie gaat het er in eerste instantie om hoe de zogeheten doorsneesystematiek wordt afgeschaft en financieel wordt goedgemaakt aan getroffen deelnemers. Bij pensioenfondsen betalen jongere en oudere werknemers allemaal dezelfde premie, maar krijgen jongeren daarvoor een lagere opbouw. Zo 'subsidiëren' ze de oudere werknemers, in het vooruitzicht dat ze zelf ook een keer aan de beurt komen.
Maar bij een flexibele arbeidsmarkt pas dat niet meer. Wie tussentijds gaat zzp'en of er een tijdje tussenuit is, is een dief van zijn eigen portemonnee. Afhankelijk van op welke leeftijd je de uitstap maakt. Extreem gesteld: wie op zijn 45e zzp'er wordt, heeft al die jaren teveel betaald en krijgt dat in de tweede helft niet meer terug. Bij de afschaffing van de doorsneesystematiek gebeurt precies dat en daarom staat in het pensioenakkoord dat er 'adequate compensatie' moet komen. En het mooie aan dat pensioenakkoord van vorig jaar is, dat het bij die mooie woorden is gebleven. Het echte regelen moet nu gebeuren.
CNV-onderhandelaar Patrick Fey maakt zich hier grote zorgen over, zo zei hij in het FD. De gedachte is dat deze tientallen miljarden aan compensatie te vinden zal zijn bij de transitie, de overgang van het ene stelsel naar het andere. Maar die tovertruc is nog niet klaar en het CNV is er nog niet gerust op. (Van dat schuiven met miljarden door vakbonden en werkgevers in de achterkamertjes daar ben ik persoonlijk ook niet erg gerust op.)
FNV-vicevoozitter Tuur Elzinga ziet vooral problemen bij de verzekeraars. Veel (grote) bedrijven hebben inmiddels allang een andere pensioenmodel. Eentje waarbij de premie-inleg zeker is en de pensioenuitkomst onzeker. Deze premieregeling is min of meer het model van waar de pensioenfondsen voor de sectoren ook heen moeten. Die grote bedrijven zijn dus al over, maar ze kennen nog wel een doorsneesystematiek. Dat werkt daar net even anders, namelijk met pensioenpremies die stijgen naarmate de werkende ouder wordt. Maar die stijgende premiestaffels mogen straks niet meer.
Deze pensioenregelingen hebben verder geen transitie, geen buffers om uit te putten, geen tovertruc om de compensatie te regelen. De enige manier is om in een overgangsperiode de premies hoog te houden om getroffen werknemers te compenseren. Dat is absoluut geen verrassing voor de pensioenonderhandelaars. Een jaar geleden werd dat al gemeld vanuit de hoek van de verzekeraars. Dit is ook de reden dat sommige grote bedrijven in de achterban van werkgeversclub VNO-NCW helemaal niet zo enthousiast zijn. Maar zoals protest bij de FNV meteen alle kanten uitspuit, zo houdt VNO dat netjes binnenboord. Een soort doormodderen dus.
En nu ligt er een levensgroot financieel probleem op tafel. Zoals een bron rond de onderhandelingen eufemistisch zegt: bij de premieregelingen is deze kwestie 'complexer'. Naar verluidt ziet de doorrekening van het Centraal Planbureau er niet gunstig uit. Als je pensioen opbouwende werknemers helemaal wil compenseren, dan zouden werkgevers gemiddeld genomen tien jaar lang 35% tot 50% meer pensioenpremie moeten betalen. Een premie die tien jaar lang de helft hoger ligt! Daar worden bedrijven natuurlijk niet blij van.
En dan dat invaren. Dat is de technische term voor het overhevelen van het huidige pensioenvermogen in het nieuwe stelsel. Oftewel: hoe we overgaan van A naar B. Hier is voor de sociale partners alle ruimte om met geld te gaan schuiven. En dat zullen ze ook naar hartelust gaan doen. Daarbij moet ongeveer iedereen erop vooruit gaan. Volgens FNV'Elzinga wijzen doorrekeningen van het CPB daar ook op. Maar donderdagmiddag kregen de onderhandelaars een dik pakket berekeningen van twaalf pensioenfondsen, met heel specifieke berekeningen per soort pensioenspaarder. Volgens verschillende betrokkenen geven die berekeningen een veel gemengder beeld. Toch gaat hier de grote goocheltruc plaatsvinden. Zoals directeur Peter Borgdorff van Pensioenfonds Zorg & Welzijn het beschrijft:
"De geluiden zijn dat met het nieuwe voorstel voor een ander pensioenstelsel iedereen erop vooruit zou kunnen gaan. Dat klinkt misschien te mooi om waar te zijn. Want er bestaat geen toverstafje waarmee opeens extra geld tevoorschijn kan worden gegoocheld. Toch is er een methode waar iedereen beter van zou kunnen worden. Want als we afstappen van de huidige schijnzekerheid, hoeven pensioenfondsen minder dood geld op de plank te laten liggen. Als de pensioenen makkelijker kunnen meebewegen met de economie, zijn die enorme reserves immers minder nodig."
Deze opmerking verbijsterde pensioeneconoom Piet Rietman van ABN Amro weer:
Maar goed, dat goochelen gaat gebeuren, onder ongekende tijdsdruk. Een kwestie daar nog aan vooraf gaat is, worden de pensioenfondsen straks verplícht om over te stappen? Hier ligt een juridische strijd achter. Pensioenfondsbestuurders (dat zijn weer diezelfde sociale partners, zo zit CNV-onderhandelaar Fey in het bestuur van ABP) willen dat de overheid de overstap verplicht stelt, zodat pensioendeelnemers de overheid voor de rechter dagen. Maar de overheid wil liever vrijwillig zodat pensioenfondsen worden gedaagd als pensioenspaarders menen gedupeerd te zijn. Afschuiven dus.
Inmiddels ligt er een advies van de landsadvocaat op de onderhandelingstafel. Met als uitkomst: in beide gevallen zijn zowel overheid als pensioenfondsen aanspreekbaar en aansprakelijk. Bij een vrijwillige overstap bepaalt de overheid de (fiscale) randvoorwaarden en is dus medeverantwoordelijk. Bij een verplichte overstap bepalen pensioenfondsbesturen de manier waarop wordt overgestapt en hoe generaties worden gecompenseerd (of benadeeld) en is daarmee ook medeverantwoordelijk.
De komende een, twee weken gaan de onderhandelaars nog even met hun goocheldoos spelen en dan moeten ze eruit zijn. Dan kan Koolmees in juni de Kamer informeren en in zijn termijn de wetgevingsvoorstellen klaarmaken. Met als doel dat die wetgeving op 1 januari 2021 kan ingaan en de fondsen rond 2026 overstappen. Een lange weg te gaan. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de kortingsdreigingen. Wellicht daarover volgende week meer.
Song of the week - Pensioen is rond, o nee, toch niet
Podcast
Luister hier onze wekelijkse podcast ‘Kwestie van Centen’. Presentatie: Herman Stam. Hoe wil de Europese Commissie de coronacrisis te lijf? En lukt het om de politieke verschillen tussen Nederland en Italië te overbruggen? Zoals altijd zal er ook nu wel weer een compromis komen. Maar worden de echte problemen van de Italiaanse economie benoemd of loopt iedereen daar met een boog omheen? Ook op Spotify en iTunes.
(Lees ook mijn column 'Eurofederalisten zien coronacrisis als kans'.)
Meer info
Mij inhuren als spreker? Ook voor webinars. Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]
Website: https://martinvisser.info/
Reply