- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #69: over de sociale zzp-kwestie, kibbelende multinational-knuffelaars en de koopkrachttegenvaller
Achter de cijfers - Editie #69: over de sociale zzp-kwestie, kibbelende multinational-knuffelaars en de koopkrachttegenvaller
Het is de sociale kwestie van deze tijd. Dat zegt de Hans Borstlap van een belangrijke adviescommissie over de flexibele arbeidsmarkt. En minister Koolmees zegt hem dat na. Grote woorden. Wat gaat er na de regelgeving voor zzp'ers nog meer gebeuren om de flextrend te keren? Ondertussen zijn Mark Rutte en Hans de Boer elkaar in de haren gevlogen. Wie heeft er gelijk? Veel leesplezier met deze nieuwsbrief.
Sociale kwestie
Terwijl minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken allerlei nieuwe arbeidswetten naar de Tweede Kamer stuurt, studeert de commissie-Borstlap op de toekomst van de arbeidsmarkt. De plannen van de minister zijn niet genoeg, er moet iets fundamentelers gebeuren.
Het begint allemaal met dit plaatje:
Misschien ziet die er op het eerste gezicht niet zo dramatisch uit. Maar hier is te lezen dat vijftien jaar geleden driekwart van alle banen nog een vaste baan was, inmiddels is dat 60%. Conclusie van de commissie-Borstlap: als het in dit tempo doorgaat en we doen niks, dan zal over een jaar of tien nog maar de helft van de banen uit vaste banen bestaan en de andere helft uit flexwerk (inclusief zzp).
Hans Borstlap, oud-topambtenaar en oud-lid van de Raad van State, presenteerde donderdag een discussienota. Hij wil nu eerst een debat aanzwengelen en dan eind van dit jaar met een definitief advies komen. Over de analyse en de urgentie hoeft hij alvast niet meer te discussiëren, want daarover heeft hij mind al opgemaakt. "We zijn doorgeslagen", zegt Borstlap in een interview dat collega Ertan Basekin en ik met hem hadden. Hij was er eerlijk over dat hij zelf ook enigszins verrast was door de cijfers die denktank Oeso voor de commissie op een rij heeft gezet:
"Als je 2003 en 2018 vergelijkt dan je ziet de trends. Terwijl, als je even een weekje terugkijkt dan zie je dat niet. Ik zeg maar eerlijk: ik lees al jullie kranten, alle rapporten, ik heb mijn leven niet anders gedaan. Maar zo scherp als de Oeso het opschrijft, had ik het niet paraat, had ik het niet scherp."
Misschien dat Borstlap toch hier en daar een krantenartikel of nieuwsbrief heeft gemist, maar dat terzijde.
Het is overigens wel slim van de commissie om de Oeso erbij te halen. Zo heeft de commissie een externe en onbetwiste autoriteit die ook nog eens heel goed de internationale vergelijking kan maken. En de conclusie van de Oeso liegt er niet om:
"Nederland staat op een belangrijk kruispunt en moet snel beslissingen nemen over het soort arbeidsmarkt dat het in de toekomst wil. Als verschillen in belastingen, sociale bescherming en regulering tussen verschillende vormen van arbeid niet worden verkleind, dan zal de segmentatie van de Nederlandse arbeidsmarkt verder verslechteren en zal die een point of no return bereiken."
Het is in Nederland zó hard gegaan met de flexibele arbeidsmarkt dat er volgens Borstlap zowel een sociaal als een economisch probleem aan het ontstaan is. Bij dat sociale probleem verwijst hij ook naar het Centraal Planbureau dat er onlangs op wees dat flexwerkers en zzp'ers bij een volgende crisis als eerste aan de beurt zijn:
"Door de toegenomen flexibilisering van de arbeidsmarkt zijn de negatieve gevolgen bij de volgende neergang ongelijker verdeeld. Werknemers met een flexibel arbeidscontract hebben immers een grotere kans om werkloos te worden. Hun kans op armoede is drie keer zo hoog. Zzp’ers, die gemiddeld al minder verdienen, zien door minder opdrachten en lagere tarieven hun inkomen tijdens recessies sterker teruglopen."
Een economisch probleem is er ook, stelt Borstlap:
"Ons verdienvermogen is in geding. Omdat flexibele werknemers en zzp’ers minder investeren in persoonlijke ontwikkeling en kennis waardoor zij minder productief zijn."
Borstlap noemde de tweedeling op de arbeidsmarkt 'de sociale kwestie van deze tijd'. Opmerkelijk genoeg zei Koolmees hem dat na. Als zelfs een D66-politicus de flexibilisering van de arbeidsmarkt als een probleem gaat zien, dan is er echt iets aan de hand.
Sociale kwestie (2)
Het probleem van de flexibele arbeidsmarkt neerzetten is relatief makkelijk, nu de oplossingen nog. Dat zal nog een hele kluif zijn. De commissie-Borstlap doet voorzichtige voorzetten.
De meest voor de hand liggende oplossing zit er natuurlijk in: maak één sociale voorziening voor alle werkenden. Nu hebben mensen in een dienstverband allerlei rechten en verzekeringen, je zou dat voor alle werkenden moeten regelen, ongeacht de vorm van hun arbeidsrelatie. Klinkt logisch. Maar hoe ver moet dat gaan?
"Adequate inkomensbescherming tegen grote risico’s is geen optie of privilege, maar een recht en plicht voor alle werkenden en werkgevenden. Risico’s als arbeidsongeschiktheid, ziekte, ouderdom en een gebrek aan aanpassingsvermogen (noodzakelijke persoonlijke ontwikkeling en scholing) worden in ieder geval door alle werkenden en werkgevenden gedeeld."
Borstlap legde uit dat pensioen al is geregeld, iedereen heeft immers recht op AOW. De afspraak in het pensioenakkoord om alle zzp'ers zich verplicht te laten verzekeren tegen arbeidsongeschikheid, vond Borstlap dan weer niet de goede richting. Hij wil nadrukkelijk de risico's van álle werkenden samenvoegen. Dus geen aparte polis voor zzp'ers (die al snel heel duur zal worden, zoals eerder de WAZ, de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen), maar één gezamenlijke WIA-achtige regeling voor alle werkenden. Ze dragen allemaal gelijk bij en hebben een gelijke bescherming.
Maar hoe voorkom je dat je de flexibiliteit in de arbeidsmarkt die wél gewenst is de nek omdraait door iedereen in dezelfde collectieve verzekeringen te duwen? Dat zal nog een hele puzzel worden. En waarom moet je de flexcontracten allemaal vaster maken en de vaste contracten niet wat flexibeler. Aan dat laatste waagt Borstlap zich (nog) niet. Begrijpelijk, want dat is een politiek mijnenveld.
Voor de volledigheid van de analyse lijkt het mij echter wel noodzakelijk om óók naar de emolumenten van de vaste baan te kijken. Er is toch een reden dat steeds meer werkgevers/opdrachtgevers én werkenden vluchten in flex? Dat wordt fiscaal gestimuleerd, zeker. Maar de dikke cao-boekjes en de vele regeltjes rond vaste arbeidscontracten hebben daar ongetwijfeld ook mee te maken.
Welles-nietes
Een reactie van Hans de Boer op de frontale aanval van premier Mark Rutte kon niet uitblijven. Wie heeft schuld aan de achterblijvende koopkracht?
Premier Rutte zag de bui natuurlijk al hangen. De beloofde koopkrachtplus van 1,6% zou enigszins verschrompelen in de nieuwste raming van het Centraal Planbureau. Omdat aanval de beste verdediging is, gaf Rutte op voorhand het bedrijfsleven de schuld. Dankzij te magere loonstijgingen voelen 'hardwerkende Nederlanders' niet in hun portemonnee hoe goed het economisch gaat.
"Wat op dit moment gebeurt, is dat de winsten in die grote ondernemingen tegen de plinten op klotsen. Maar het enige wat echt stijgt in die grote bedrijven zijn de salarissen van de topmannen, niet de cao’s. Die gaan onvoldoende omhoog. Ik vind dat niet acceptabel."
Het klinkt toch wonderlijk, uitgerekend uit de mond van de man die tot in zijn vezels geloofde dat diezelfde grote ondernemen en topmannen vorig jaar bediend moesten worden met een cadeautje van 2 miljard euro. Een paar maanden geleden was hij nog dikke vrindjes met die ceo's, nu verklaart hij ze tot vijand van het volk.
Het leidde tot paniek in de Malietoren, het huis van werkgevend Nederland. Zondag belde Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW, met Rutte en maandag hield hij een telefonisch overleg met de bestuurders van de grootste AEX-fondsen. Hoe te reageren op deze verwijten?
Die reactie kwam uiteindelijk pas donderdagochtend, in drie kranteninterviews en een interview voor de NOS. Bij de werkgevers is deze actie van Rutte duidelijk heel serieus genomen. De Boers reactie is dubbel. Aan de ene kant slaat hij terug: het zijn niet de te lage lonen maar de te hoge belastingen waardoor Nederlanders amper profiteren van de gestegen welvaart. Aan de andere kant koos hij niet voor de frontale aanval. Sterker nog, hij was voor zijn doen vrij mild en opperde zelfs om een groot polderakkoord te gaan sluiten over werkzekerheid, het verdienvermogen van de economie en een faire verdeling van de welvaart.
Vooral dat laatste punt is saillant en daar vroeg ik hem dan ook op door in het korte interview dat ik met hem had. Uiteindelijk bleek hij in grote lijnen de analyse van Rutte te delen:
„Burgers hebben het gevoel dat de economie floreert, terwijl zij daar niet of onvoldoende van terugzien in hun besteedbaar inkomen en ondertussen krijgt de top van het bedrijfsleven veel meer dan zij. Dat gevoel is terecht.”
Werkgeversvoorzitter De Boer worstelt ook met de topbeloningen in die paar multinationals die lid zijn bij zijn VNO. Maar ja, hij kan die leden moeilijk helemaal tegen de haren instrijken. Toch, na wat doorvragen, zegt hij er wel degelijk iets over:
"Ik heb zorgen dat een heel grote en sterk toenemende loonkloof het cohesiegevoel niet bevordert."
Dat vind ik al opmerkelijke teksten voor een VNO-baas. Mijn indruk is dat hij ook worstelt met het imago dat hét bedrijfsleven nu krijgt dankzij een paar grote multinationals. Ook voor De Boer is dat een flinke draai. Want net als Rutte stond hij enkele maanden geleden nog pal voor de belastingcadeautjes aan juist deze bedrijven. Nu lijkt hij het imago van multinational-knuffelaar van zich te willen afschudden. De rest van zijn achterban vraagt dat ook van hem:
„Een heleboel ondernemers, bijvoorbeeld die leidinggeven aan een familiebedrijf, denken over die grote internationale bedrijven: moet dit nou zo, kan het een tandje minder? (...) De ondernemers en ondernemingen binnen mijn bestuur hebben: wij maken deel uit van de samenleving. We staan er niet buiten, we zitten er middenin. We moeten hier iets mee. En daar hoort ook het denken over beloning bij."
Welles-nietes (2)
Maar wiens schuld is het nou dat de koopkracht onder druk staat? Komt het door het kabinet dat de belastingen onvoldoende verlaagt of door de werkgevers die de lonen te weinig verhoogt?
Op deze vraag is het gemakkelijke antwoord: allebei. Het kabinet heeft met de koopkracht voor 2019 een gok genomen. De inkomenstenbelasting is flink verlaagd, maar dat is voor een belangrijk deel gefinancierd door de btw te verhogen. Per saldo resteert een heel bescheiden lastenverlichting. Vervolgens moesten werkgevers dit aanvullen tot een aardige plus van 1,6%.
Dat zat er volgens de ramingen van het Centraal Planbureau ook wel in. Maar in die modellen zit de veronderstelling dat werkgevers in hun lonen minstens de prijsstijgingen compenseren. Omdat die prijzen dit jaar extra hard omhoog gaan door de btw-stijging, ging men ervan uit dat werkgevers wel zouden opdraaien voor die btw-verhoging. Dat gebeurt dus niet.
In de eerste maanden van dit jaar blijken de prijzen harder te stijgen dan de lonen. Daar is vooraf ook steeds voor gewaarschuwd. Economen wijzen er al langer op dat de lonen minder hard stijgen dan je bij de huidige stand van de arbeidsmarkt zou verwachten. Waarom zou dat nu ineens veranderen? En dan ook nog eens dusdanig dat de btw-verhoging (en de stijging van de energiebelasting) meer dan gecompenseerd zou worden?
En dus moest het CPB in de jongste raming die deze week uitkwam, de cijfers bijstellen. De verwachte loonstijging voor dit jaar was 2,7% en die wordt nu 2,5%. De prijzen zouden in de eerdere raming met 2,3% stijgen en dat wordt bijgesteld naar 2,6%. Uitkomst: geen koopkrachtplus van 1,6% maar van 1,2%.
Hoofdeconoom Menno Middeldorp van de Rabobank houdt er rekening mee dat de koopkracht later dit jaar mogelijk nog verder omlaag wordt bijgesteld:
"Dat zal in de loop van het jaar onder de 1 procent uitkomen.”
Lees: Rutte en werkgevers wijzen naar elkaar bij tegenvallende koopkracht en Nederlander heeft geen baat bij jij-bakken Rutte en werkgevers
Song of the week - Rutte en De Boer geven elkaar schuld
DFT Podcast - 'Maak snel einde aan wildgroei zzp'ers'
De DFT-podcast van deze week gaat zowel over de adviezen van de commissie-Borstlap als de 'ruzie' tussen premier Rutte en werkgeversvoorman De Boer. Presentatie: DFT-coördinator Herman Stam.
Reply