- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #62: over een spannend CO2-experiment, een lagere energienota en de politieke aardverschuiving
Achter de cijfers - Editie #62: over een spannend CO2-experiment, een lagere energienota en de politieke aardverschuiving
Hier is weer een kakelverse nieuwsbrief. Veel politiek deze week. Natuurlijk naar aanleiding van de Provinciale Statenverkiezingen. Maar ook de politieke belofte van een lagere energienota neem ik onder de loep. Gaat die energiebelasting echt omlaag? Abonneer je op de wekelijkse podcast van Herman Stam en mij en wordt in een half uur bijgepraat over de economische actualiteit. Veel plezier met deze nieuwsbrief!
Ode aan de lagere energienota
Consumenten die hopen op een lagere energierekening komen mogelijk bedrogen uit. De kabinetsbelofte om energiebelasting anders te verdelen tussen huishoudens en bedrijven zet niet veel zoden aan de dijk.
De inkt van de doorrekeningen van het klimaatakkoord waren nog niet droog of premier Mark Rutte kwam al met beloftes voor de consument. Hij vreest een onevenredig verdeling van de klimaatkosten tussen burgers en bedrijven. Daarom gaat minister Eric Wiebes van Economische Zaken een nieuwe verdeling maken.
Eind april weten we hoe dat uitpakt. Maar een eerste indicatie is al te geven. Daarvoor is de nieuwe berekening van de energienota door het Planbureau voor de Leefomgeving behulpzaam. Terwijl eerdere uitlatingen van Wiebes en staatssecretaris Mona Keijzer nog gebaseerd waren op oude PBL-berekeningen, is er nu bijgesteld doorkijkje.
Volgens die berekening was de energienota in 2017 gemiddeld €1551 en in 2020 komt die op €1735. Een substantiële stijging, maar over een periode van drie jaar valt dat ook wel weer mee. Addertje onder het gras is dat het PBL ervan uitgaat dat consumenten minder gas en elektra verbruiken. Om precies te zijn: 10,8% minder elektriciteit en 13,7% minder gas.
Dat zou gemiddeld misschien wel kunnen kloppen. Het PBL baseert zich op verbruikscijfers over meerdere jaren en dan zie je inderdaad een daling in het verbruik. Dat heeft onder meer te maken met de toename van het aantal zonnepanelen. Maar verschillen tussen berekeningen van het PBL en het Centraal Bureau voor de Statistiek waren deels ook terug te voeren op het geschatte gemiddelde verbruik. Het CBS kwam duidelijk hoger uit.
Hoe pakt de energierekening dan uit voor huishoudens die in 2020 exact evenveel verbruiken als in 2017? Ook dat heeft het PBL berekend en dan ziet het plaatje er al stukken minder florissant uit. De energienota van € 1551 in 2017 stijgt dan naar € 1967 in 2020. De stijging is dan geen 11,9% meer maar 26,8%!
Maar dan komt Rutte to the rescue! De energiebelasting gaat omlaag. Hoe doet ie dat? In de Kamerbrief staat:
"Het kabinet zal de belasting op de energierekening voor huishoudens aanzienlijk verlagen, in ieder geval door die belasting (ODE) voor bedrijven te verhogen. De verdeling zal daardoor verschuiven van 50/50 naar een derde/twee derde."
De ODE is de Opslag Duurzame Energie. In de analyse van het PBL is te zien welk deel van de nota opgeslokt wordt door deze belasting. In de nota voor 2020 (bij dat lagere verbruik) gaat het om €64 op elektriciteit en €83 op gas. Opgeteld: €147. Dit is nog op basis van de verdeling 50/50 tussen burgers en bedrijven. Als die verhouding naar 67/33 gaat, wordt deze ODE in voor de burgers gemiddeld €97, een 'winst' van €50 (inclusief btw €60,50).
Tja, een lagere belasting van € 60,50 op de energienota schiet niet heel erg op. Hebben Rutte en Wiebes nu teveel beloofd? Of toveren ze eind april nog een verrassing uit de hoge hoed?
Mijn berekening op de achterkant van een sigarendoosje kreeg deze week de instemming van deze lector Energietransitie en Manager Corporate Strategy bij Gasunie:
Klopt. Bovendien wordt (volgens CPB) door bedrijven & dienstverleners circa 80% doorberekend aan de consument.
— Martien Visser (@BM_Visser)
3:28 PM • Mar 20, 2019
Baudet steekt verstandshuwelijk spaak in het wiel
De Nederlandse verkiezingsuitslag steekt het redelijk goed werkende verstandshuwelijk met vier regerende partijen stokken in de wielen. Dat zet mogelijk een rem op de hervormingsdrift van premier Mark Rutte.
In Nederland heeft zich een aardverschuiving voorgedaan. Toen het land woensdagavond naar bed ging was de nieuwe partij Forum voor Democratie (FvD) van Thierry Baudet de grote winnaar van de verkiezingen, maar de liberale VVD van premier Mark Rutte nog wel de grootste. Toen Nederland gistermorgen wakker werd, bleek Forum voor Democratie alsnog de grootste.
Thierry Baudet, de leider van Forum voor Democratie, is een ongepolijste durfal. Hij is een bijzonder politicus. Populistisch, maar ook elitair en academisch. Zijn oeverloos durende overwinningstoespraak op de verkiezingsavond leverde hem hoon op op de sociale media. In die speech ging hij tekeer tegen de zittende macht, maar de toespraak viel op door het grote en verheven taalgebruik. Zijn openingszin was: ‘De uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond.’
Baudet is een rechtse populist die niet zo gemakkelijk in een hokje te plaatsen is. Bij de jongste parlementsverkiezingen in 2017 kwam hij vanuit het niets met twee zetels de Tweede Kamer binnen. Nu is hij bij de Provinciale Statenverkiezingen ineens de allergrootste en laat de premier zelfs achter zich. Dat is van grote politieke betekenis, want in de provincies worden de senatoren verkozen. De regering-Rutte III verliest zijn kleine meerderheid in die Senaat en zal dus op zoek moeten naar samenwerking. Over rechts met Baudet of over links met de sociaaldemocratische PvdA of de klimaatpartij GroenLinks.
Deels haalt Forum voor Democratie zijn winst bij de PVV van Geert Wilders. Maar dat is zeker niet het hele verhaal. De winst van FvD is aanzienlijk groter dan Wilders’ verlies. Ook conservatieve partijen als de VVD en het christendemocratische CDA verliezen aan Forum. Baudet verzamelt stemmen van teleurgestelde Nederlanders die op deze manier een krachtig signaal over het draagvlak voor de regerende coalitie uitsturen.
Na de parlementsverkiezingen was het al niet gemakkelijk om een coalitie te vormen. Naast de VVD van Rutte schoven het CDA, de liberale partij D66 en de confessionele ChristenUnie aan. Het was lang geleden dat in Nederland met meer dan drie partijen moest worden geregeerd. Maar het moeizaam tot stand gekomen verstandshuwelijk werkte redelijk goed, al is van echte liefde geen sprake.
Klimaatbeleid
Nu steekt deze verkiezingsuitslag een spaak in het wiel. Dat zet mogelijk een rem op de hervormingsdrift van Rutte. Hij wil graag met zijn regering ‘het groenste kabinet ooit’ vormen. De winst voor GroenLinks wijst erop dat veel Nederlanders dat steunen en via hun stem de regering scherp willen houden. Maar de nog veel grotere winst van Forum voor Democratie wijst exact de andere kant op. Terwijl Wilders zijn positie steeds markeerde door de islam voortdurend hard en scherp aan te pakken, heeft Baudet een veel bredere agenda, en daarin sprong de laatste maanden zijn aversie tegen het klimaatbeleid eruit.
Wilders en Baudet delen hun afkeer van de Europese Unie. Ze willen beiden dat Nederland uit de euro en uit de EU stapt. Volgens opiniepeilingen is daar in Nederland geen meerderheid voor te vinden. Dus met die wens zal de huidige regering niets doen. Wel zal het een verdere aanmoediging zijn voor het kabinet om een kritische Europese partner te blijven.
In Europa zal dat op begrip kunnen rekenen. Want de Nederlandse aardverschuiving is verre van uniek. Tal van Europese politieke partijen zien hun electorale basis verdwijnen. Neem Frankrijk, waar Marine Le Pen tweede werd met haar Front National en waar een gloednieuwe beweging En Marche! in de persoon van Emmanuel Macron de president leverde. De Britten hebben hun eigen worsteling met de politieke flanken, Italië heeft een populistische regering van een linkse en een rechtse partij, en Griekenland wordt alweer enkele jaren bestuurd door Syriza, een buitenstaander die de gevestigde orde aan de kant schoof.
Ook in Nederland zijn een paar conclusies te trekken. Eén: regeringsverantwoordelijkheid opnemen loont niet meer. Wie compromissen sluit, maakt zich onpopulair. Het geduld van de kiezer is erg beperkt. Twee: kiezers accepteren het niet langer dat ze nog altijd niet meeprofiteren van de economische winsten, terwijl grote bedrijven dat wel doen. Drie: grote maatschappelijke veranderingen rond immigratie, klimaat en technologie zijn voor veel mensen bedreigend. Uit pure wanhoop zoekt een pak mensen dan zijn heil bij politici die zich afficheren als antiestablishment. Of die politici iets voor hen kunnen betekenen? Dat is zeer de vraag.
Nu is het aan Rutte om zijn vermaarde politieke behendigheid in te zetten. Hij zal zoeken naar wisselende coalities in de Senaat. Dan eens over links, dan eens over rechts. Baudet kan dan bewijzen of hij in staat is het politieke spel mee te spelen en te laten zien waar hij echt voor staat.
Gepubliceerd in de Vlaamse zakenkrant De Tijd, 22 maart 2019
CO2 olé olé
Het kabinet wil een 'verstandige' CO2-heffing invoeren voor de zware industrie. Maar kan dat eigenlijk wel: een heffing die aanzet tot reductie van emissies én geen gevolgen heeft voor bedrijven en banen?
In de Financiële Telegraaf staat vandaag een nuchter gesprek met hoogleraar Klimaateconomie Reyer Gerlagh. Hij was één van de initiatiefnemers van de open brief van 71 economen waarin zij opriepen tot de invoering van een CO2-heffing. Die komt er nu. Gerlagh is blij, maar wijst ook op de consequenties.
Het lijkt erop dat het kabinet probeert de kool en de geit te sparen. In het woordje 'verstandig' komen twee doelen bijeen die wellicht onverenigbaar zijn. De CO2-heffing moet hoog genoeg zijn om bedrijven aan te sporen tot milieuvriendelijker productie, maar mag weer niet zo hoog zijn dat bedrijven hun productie verplaatsen.
Volgens Gerlagh hoeft een CO2-heffing niet meteen duizenden banen te kosten. Maar dat er iets moet veranderen is duidelijk. En die verandering kan wel degelijk tot baanverlies leiden.
"Misschien moeten een paar duizend mensen van baan veranderen. Dat zou de prijs kunnen zijn die we als maatschappij willen betalen om te zorgen dat straks niet 7 miljard mensen met de gevolgen van klimaatverandering geconfronteerd worden die veel erger zijn dan het zoeken naar een andere baan."
Hij maakt een vergelijking met de sluiting van de steenkolenmijnen. Die hebben in Limburg voor een langdurige periode van bovengemiddelde werkloosheid gezorgd. Zo moet het dus niet, betoogt hij. Maar deze vergelijking maakt wel duidelijk hoe hij tegen deze economische opgave aankijkt. De klimaatdoelen die aan de vervuilende industrie worden opgelegd, vormen de start van een totale omvorming van onze economie. We moeten naar een klimaatneutrale economie, betoogt hij, en dat is geen bijstelling maar een majeure verandering van onze economische structuur.
Overheid en bedrijven moeten zich dus de vraag stellen hoe die economie er over 20 jaar uitziet. Wat vraagt dat van die bedrijven op het terrein van investeringen? En wat zijn de consequenties voor banen en het soort werkgelegenheid dat er in de toekomst nog is? Als baanbehoud het doel is, verandert er misschien per saldo te weinig.
Ik vond het verfrissend dat deze klimaatexpert geen hoogdravende verhalen hield, maar ronduit erkende dat de invoering van een CO2-heffing 'een spannend experiment' is. Ook relativeerde hij sterk de economische winst die Nederland kan behalen door te proberen voorloper te zijn. Het kabinet doet net alsof er voor een Nederland een enorm verdienmodel in het verschiet ligt als we groene innovatie stimuleren. Gerlagh gaat hier niet in mee:
"Ik heb geen zin om halleluja te roepen wat sommige collega’s wel doen. Die zeggen dat we hier heel rijk van gaan worden. Onze welvaart wordt niet alleen bepaald door innovatie in Nederland. Je moet niet doen of Nederland het rijkste wordt als het het groenste is.”
De risico's voor banen zijn dus reëel, erkent deze klimaatexpert. Zomaar verwijzen naar Zweedse ervaringen met een CO2-heffing is ook niet fair. Daar is juist de zware industrie uitgezonderd omdat die al onder het Europese handelssysteem (ETS) voor CO2-rechten valt. Je kunt dan ook niet zeggen: in Zweden werkt het goed, dus hier ook.
Bij werkgeversorganisatie VNO-NCW maken ze zich dan ook druk om de vergelijkingen met allerlei buitenlanden:
"Onderzoek van PWC - in opdracht van het Rijk - heeft vorige week nog eens duidelijk laten zien dat er in Europa niet of nauwelijks landen zijn waar voor de industrie CO2-heffingen of minimumprijzen gelden bovenop ETS. Waar dit toch het geval is, is de industrie (bijvoorbeeld in Zweden of het Verenigd Koninkrijk) uitgezonderd vanwege de gevaren voor weglek van CO2 en banen. (...) Het is dus niet juist, zoals vaak wordt beweerd, dat veel landen al een CO2-heffing voor de industrie hebben."
Met recht een 'spannend experiment'.
DFT-podcast
In de nieuwe podcast van de Financiële Telegraaf bespreken Herman Stam en ik de consequenties van de verkiezingsuitslag. Kan het kabinet wel verder met de klimaatplannen? En hoe loopt de pensioenhervorming nu af?
Je kunt de podcast luisteren op de site, maar het is nog gemakkelijker je te abonneren via iTunes of Spotify.
Quote de la semaine
"De uil van Minerva spreidt zijn vleugels bij het vallen van de avond."
Thierry Baudet van Forum voor Democratie in zijn overwinningsspeech.
Reply