• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de cijfers - Editie #60: over zware beroepen, Italiaanse zombies en zonnige koopkrachtplaatjes

Achter de cijfers - Editie #60: over zware beroepen, Italiaanse zombies en zonnige koopkrachtplaatjes

Ik sloot mijn werkweer af met een explosief interview. Collega Ertan Basekin en ik spraken drie werkgeversvoorzitters die hun hart wilden luchten over de opstelling van de vakbonden bij klimaat en pensioen. Ondanks alle teleurstelling kwamen de werkgevers ook nog met een handreiking. Verder waren er teleurstellende ramingen in Nederland en in de eurozone. Reden voor de centrale bank de geldkraan weer open te zetten voor zwakke Italiaanse banken. Lees hieronder alles over de economische week die is geweest. Reacties en likes zijn zeer welkom. Reclame maken voor deze nieuwsbrief wordt zeer op prijs gesteld. Abonneren kan men hier: nieuwsbrief.martinvisser.info.

Zware beroepen

TERWIJL DE VAKBONDEN IN de actiestand staan, zoeken minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken (DFT-podcast) en de werkgevers de publiciteit. De pensioenonderhandelingen zijn vorig jaar november vastgelopen en het is zoeken naar een moment dat er weer bewogen kan worden. De vakbonden voeren actie en gaan twee dagen voor de verkiezingen zelfs stakingen organiseren.

Dat laatste was reden voor de drie werkgeversvoorzitters Hans de Boer (VNO-NCW), Jacco Vonhof (MKB-Nederland) en Marc Calon (LTO Nederland) om met een oproep te komen, in een open brief in het FD en een groot interview in De Telegraaf. Er wordt in dat interview de nodige gal gespuwd:

"De aansturing van de FNV en de bonden eromheen is buitengewoon wazig. Wij kunnen er geen peil op trekken. Je ziet nu FNV-bestuurder Tuur Elzinga, die voormalig SP-senator is, zich met die stakingen bemoeien, zo vlak tegen de verkiezingen aan. Ze bedrijven politiek.”

Maar er is ook beweging. De werkgevers hebben nieuwe ideeën over de zware beroepen. Heel uitgewerkt klinkt het plan nog niet. In de open brief was het één zin: "Dat we eerder stoppen in zware beroepen mogelijk maken met maatwerk, zoals in Oostenrijk." In het interview ging het er iets uitgebreider over:

"Daarom was wat op tafel lag, met die lagere boete bij vervroegde uittreding, een goed idee. We kunnen daar zelfs nog verder in gaan. In Oostenrijk hebben ze ervaring met het bepalen wat zware beroepen zijn. Het systeem werkt daar. De boete voor vervroegde uittreding gaat er voor die mensen af, het geld komt beschikbaar voor die mensen. Dan kunnen zij eerder met pensioen.”

Waar komt het op neer? De boete op vervroegde uittreding wordt (geheel of gedeeltelijk) afgeschaft, dat geld komt beschikbaar voor regelingen die werkgevers hun oudere werknemers kunnen aanbieden. Daardoor betalen werkgevers mee aan het vroegpensioen. Als de overheid bij vroegpensioen geen AOW-premie meer int, wordt het financiële plaatje al sneller nog aantrekkelijker.

Uit angst dat dit tot de herinvoering van de vut leidt, kwam dit denken tussen kabinet en polder moeilijk op gang. Om een algehele regeling te voorkomen, stellen de werkgevers nu voor om een objectieve criteria voor zware beroepen vast te stellen. Daarbij verwijzen ze naar Oostenrijk dat dit systeem kent, het Schwerarbeitspension.

In Oostenrijk zijn er criteria (zie hier de lijst) over verbruik van energie tijdens fysieke arbeid, nachtdiensten en ploegendiensten, werken in extreme hitte of extreme kou, werken met werktuig met enorme trillingen en verpleegkundigen worden als speciale categorie genoemd als zwaar beroep. België keek al langer naar deze aanpak, daar is stress ook een criterium.

Is dit nou een opening? Dat zou kunnen, want de stijgende AOW-leeftijd voor zware beroepen is toch wel een zeer knellend punt. Dat bijvoorbeeld FNV Havens en de politiebonden samen juist daar een punt van maken is heel begrijpelijk. Zelfs het Centraal Planbureau stelde eerder al dat deze groepen werknemers zich niet voldoende heeft kunnen voorbereiden op de snel stijgende pensioenleeftijd.

Veel onduidelijkheid is er ook nog. Hoe moet het met die boete op vervroegd uittreden, de RVU-boete? In de pensioenonderhandelingen zou die boete van 52% eerst worden gehalveerd tot 26% in de laatste drie jaar voor de AOW-leeftijd. Later kwam er een stapsgewijze afbouw, 52% in jaar 3, 26% in jaar 2 en 0% in jaar 1 voor pensionering. Gaat het mes nog verder in die boete? Op welke manier stelt de werkgever dat geld dan beschikbaar aan de werknemer?

Vervolgens moeten voor Nederland die criteria van zware beroepen worden opgesteld. Dat stress nauwelijks een factor is in het Oostenrijkse model zal in Nederland wel tot discussie leiden. In België valt de kleuterjuf ook onder de zware beroepen, dat debat krijg je bij ons dan ook. Wie gaat er over die criteria? Alleen werkgevers en vakbonden? Moet de minister dan bij het kruisje tekenen en beloven dat al die zware beroepen bij vroegpensioen geen AOW-premie meer hoeven te betalen?

Nog best veel gedoe dus. Dat is precies de reden dat de vakbonden eraan blijven vasthouden dat de AOW-leeftijd tijdelijk moet worden bevroren om tijd te kopen. Bevroren op 66 jaar, terwijl de AOW-leeftijd inmiddels al 66 jaar en 4 maanden is. Deze eis is precies de reden dat de bonden 18 maart die landelijke actiedag houden. En dan is de cirkel weer rond en gebeurt er voorlopig niks.

Koopkracht

DE KOOPKRACHTPLUS WAS 1,6% en die blijft 1,6%. Tenminste, volgens de laatste raming van het Centraal Planbureau. Afgelopen week kwamen alvast de highlights van het Centraal Economisch Plan 2019 uit met daarin de belangrijkste ramingen voor de Nederlandse economie.

De inflatie werd een tiende procentpunt lager ingeschat, de loonontwikkeling ook, per saldo bleef de koopkracht gelijk. Ook de verdeling was min of meer hetzelfde: nog steeds rekent het CPB voor dat 96% van de huishoudens erop vooruit zal gaan dit jaar.

Het blijft natuurijk afwachten of de voorspelling ook bewaarheid wordt. De lonen en prijzen zijn daarvoor allesbepalend. Vlak na de publicatie van de CPB-raming kwam er alweer een nieuw inflatiecijfer, over de maand februari, en die was toch weer hoger dan eerder gedacht. Daar stond weer tegenover dat het CBS de loonontwikkeling over januari iets omhoog heeft bijgesteld.

Het is allemaal achter-de-komma-werk. Maar de teneur bij veel mensen is toch ongeloof. Direct na het uitkomen van de CPB-cijfers kreeg ik alweer veel reacties via twitter en e-mail. Veel mensen geloven er geen moer van dat ze erop vooruit gegaan zijn. Ik ging daar in de laatste DFT-podcast ook op in.

Ik weet dat het deels psychologie is. De meeste mensen zullen nu gefixeerd zijn op de hard gestegen energienota of de tegenvallende loongroei. Dat een groot deel van de prijzen van boodschappen en andere vaste lasten slechts beperkt omhoog zijn gegaan, valt minder op. En daarbij komt dat een koopkrachtstijging van 1,6% ook niet heel erg veel is. En onder die 96% horen ook mensen die ergens tussen de 0% en 1,6% uit zullen komen. Mensen die over die 1,6% heen gaan, zullen ze niet laten horen.

En dan komen deze week ook nog de doorrekeningen van het klimaatakkoord eraan. De blunder van het kabinet met de energierekening heeft de sfeer rond deze doorrekening al behoorlijk verziekt. De scepsis over de gevolgen voor de portemonnee van klimaatmaatregelen zal enorm toegenomen zijn.

Daar worstelt ook Nibud-directeur Arjan Vliegenthart mee, zo blijkt uit zijn weblog. Ook het Nibud houdt vol dat de meeste Nederlanders er dit jaar op vooruit gaan. Ondertussen krijgt het budgetinstituut talloze telefoontjes van bezorgde mensen. Hij roept op volstrekte duidelijkheid te verschaffen over aanstaande overheidsmaatregelen rond het klimaatakkoord:

"Maar wie de zorgen over de stijgende energierekening wil wegnemen, doet er goed aan helderheid te verschaffen. Alle reden dus om straks bij de diverse maatregelen goed in kaart te brengen wat de kosten voor de verschillende Nederlandse huishoudens zijn. Dat is noodzakelijk voor een zuiver politiek debat en eerlijk naar de samenleving toe."

Italiaanse hulp

HET CENTRAAL PLANBUREAU KWAM met meer dan alleen een koopkrachtvoorspelling. Ook was er een bijstelling van de economische groei in Nederland. Neerwaarts. Het CPB verwacht geen 2,2% groei meer dit jaar, maar 1,5%. De schuldige: het boze buitenland. Nederland exportland lijdt onder de afkoeling van de economie in de eurozone, de wegzakkende wereldhandel en de politieke onzekerheden rond Brexit en de handelsconflicten.

De Europese problemen werden prompt donderdag geïllustreerd toen de Europese Centrale Bank prompt met een nieuwe hulplijn voor banken kwam. In twee eerdere rondes konden de banken al voor meer dan €700 miljard euro aan gratis geld ophalen. Vooral Italiaanse en Spaanse banken maakten daar gretig gebruik van. Nu die steun bijna weer moest worden terugbetaald, zou vooral Italië een groot probleem hebben, zeker in het licht van de Italiaanse recessie.

En dus kon ECB-baas Mario Draghi niet anders dan een nieuwe hulplijn te openen. Weliswaar tegen iets strengere condities, maar nog altijd kunnen Italiaanse banken blijven functioneren als kredietverstrekkers dankzij hun ECB-president. Zombiebanken kunnen zombiebedrijven blijven financieren, én een zombieoverheid.

De ramingen voor de economische groei in de eurozone werden - net als in Nederland - fors omlaag bijgesteld. Van 1,7% voor 2019 naar 1,1% - zie hieronder:

Voor de toekomst blijft de ECB optimistisch. De dip zou na dit jaar weer achter de rug moeten zijn. Dat zegt het CPB de centrale bank niet na. Het Planbureau denkt dat de Nederlandse economie niet alleen dit jaar met een matige 1,5% groeit, maar ook volgend jaar. De ECB blijkt zelfs in staat voorspellingen te doen voor 2021. Maar dat is zo ver vooruit, die raming kun je net zo goed meteen naar prullenmand verwijzen.

Tot slot: in Nederland is nog wel iets bijzonders aan de hand in de samenstelling van de groei van het bruto binnenlands product (bbp):

Kijk even naar de samenstelling van de groei in 2019 en 2020. Valt je iets op? De roze balkjes zijn groter dan in voorgaande jaren en ze zijn ook het grootste deel van de groei. Roze staat hier voor overheidsuitgaven. De economische groei wordt dus dit en volgend jaar grotendeels gestut door de overheid. Economisch gezien is dat logisch. Als het minder gaat, moet je niet meteen als een malle gaan bezuinigen, maar een beetje extra uitgeven om de diepte van de dip af te zwakken.

Of het lukt, is echter de vraag. De overheid blijkt niet in staat alle miljarden weg te zetten die klaar staan door personeelsgebrek. De extra uitgaven van 2018 zijn nu doorgeschoven naar 2019. En nu zal moeten blijken of het dit jaar wél lukt om de overheidskraan extra open te zetten. De raming voor dit jaar is al iets minder optimistisch daarover dan het CPB in december nog veronderstelde.

Lukt het wel, dan speelt de overheid de bedoelde dempende rol. Lukt het niet, dan zakt de economische groei onvermijdelijk verder weg.

Quote de la semaine

"Is de vakbond nou onze sociale partner of wordt het een politieke partij? Dat laatste zou bijzonder ongelukkig te zijn.”

Marc Calon, voorzitter van land- en tuinbouworganisatie LTO Nederland, in De Telegraaf.

Song of the week - Mario Draghi helpt Italiaanse banken

Reply

or to participate.