- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #58: over een hoge nota, nog hogere debito, Koolmees' toverstokje en een Nederlandse veenbrand
Achter de cijfers - Editie #58: over een hoge nota, nog hogere debito, Koolmees' toverstokje en een Nederlandse veenbrand
Wat een geblunder met die energienota. Minister Wiebes van Economische Zaken baalt ervan. Maar mij lijkt dat deze kwestie heel wat ernstiger is dan Wiebes' gebaal doet vermoeden. Dit ondermijnt het vertrouwen dat het kabinet zegt te willen herstellen in de samenleving. Verder het nieuwe boek van SCP-directeur Kim Putters, onrustbarende scenario's voor Italië en een interessante podcast met minister Koolmees. Wederom veel leesplezier gewenst! Likes en reacties van harte welkom.
Hoge nota
HET WAS EEN BIZARRE vertoning. Deze week met minister Eric Wiebes maar eerder ook al met staatssecretaris Mona Keijzer. Eerst glashard ontkennen dat de gemiddelde energierekening met meer dan 300 euro omhoog gaat. Bangmakerij, zo noemde Keijzer dat. En dan deze week de wat laffe excuusjes van Wiebes.
In reactie op CU-Kamerlid Carla Dik-Faber die zei te balen, zei de minister:
""Balen" vind ik het goede woord. Zo sta ik er ook in."
Balen?
Volgens mij is er teveel aan de hand om er alleen maar van te balen? De blunder van het duo Wiebes/Keijzer gaat wel een paar slagen dieper. In mijn column schreef ik dat al. Ik zet hier ook nog eens de redenen op een rij waarom ik denk dat de energienota-affaire zeer ernstig is.
Het kabinet verklaart mensen voor gek. Terwijl iedere Nederlander al de nieuwe maandbedragen van de energieleverancier in de bus kreeg en met eigen ogen kon zien hoeveel de jaarnota zou stijgen, staat de staatssecretaris dat keihard tegen te spreken. Mensen zijn toch niet gek?
Het kabinet ontkent het eigen beleid. Door alle ophef zou je bijna vergeten dat die hoge energienota geen ongelukje is. Dat is doelbewust beleid. De energiebelasting is verhoogd om mensen te stimuleren bewuster om te gaan met energie. Verder berekenen energiemaatschappijen de hogere CO2-prijs door. Ook bewust klimaatbeleid.
Het kabinet zaait twijfel over zijn eigen beloftes. Centraal in het regeerakkoord staat de belofte dat alle Nederlanders moeten meeprofiteren van de economische hoogconjunctuur. De koopkrachtplus die ons voor 2019 is voorgespiegeld is daarbij cruciaal. Nu al merk je dat menigeen die belofte helemaal niet gelooft. Wiebes en Keijzer hebben zelf voeding gegeven aan al dan wantrouwen.
Het kabinet ondermijnt de geloofwaardigheid van instituties. Minister Wiebes zegt dat hij niet zo stellig had moeten zijn. Voorspellingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn nu eenmaal niet meer dan voorspellingen. Maar dat is niet het probleem hier. Het kabinet heeft welbewust oude cijfers gebruikt en die als actueel gepresenteerd. Maar door de verdedigingslijn brengt hij mede het PBL in diskrediet. En dat raakt ook nog de autoriteit van het Centraal Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Instanties die toch al in toenemende mate met scepsis vanuit de samenleving te maken krijgen. Die scepsis verder voeden lijkt me voor een minister van Economische Zaken een doodzonde. Wat moeten we als we niet meer durven vertrouwen op deze instituties?
Het kabinet schoffelt het draagvlak voor het eigen klimaatbeleid onderuit. Dit geblunder komt ook nog eens op een heel gevoelig moment. Het PBL en het CPB zijn druk bezig de effectiviteit en de kostenverdeling van het klimaatakkoord door te rekenen. Met name over die lasten is al veel maatschappelijke onrust. Dit gestuntel ondermijnt het draagvlak voor vergaande (en mogelijke dure) klimaatmaatregelen.
Dit kabinet heeft zichzelf een opdracht gegeven. Het werd de titel van het regeerakkoord: Vertrouwen in de toekomst. Dat kun je als een fantasieloos motto wegzetten. Ik heb dit steeds als dure belofte aan de samenleving gezien.
"Nog te veel mensen denken: prachtig, al die goede economische cijfers, maar ze gelden niet voor mij. Als veel mensen achterblijven, is uiteindelijk de hele samenleving de dupe. Tegenstellingen worden dan spanningen, die snel kunnen groeien nu internationale instabiliteit en onrust ook effect hebben op het gevoel van onbehagen en vervreemding in ons land."
Feilloos voelde de coalitie aan dat het de hoogste tijd is dat iedereen weer meedeelt in de welvaart, dat iedereen weer vertrouwen krijgt na de knauw van de financiële crisis. De stuntelactie van Wiebes en Keijzer gaat lijnrecht in tegen die zelfopgelegde opdracht. Vertrouwen slaat zo om in wantrouwen. Als ik de minister was, zou ik meer doen dan balen.
Hoge nota (2)
GELUK BIJ EEN ONGELUK is dat het koopkrachtbeeld niet verandert. Overigens is de rel daarmee geen storm in een glas water vanwege de vijf bovengenoemde redenen. Want wie gelooft het nu nog als premier Mark Rutte bezwerende woorden spreekt na afloop van de ministerraad.
De koopkrachtplaatjes zijn niet gebaseerd op de (verouderde) ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving. De basis voor de verwachte koopkrachtstijging met 1,6% zijn de prognoses van het Centraal Planbureau. Dat komt niet met een separate voorspelling van de gemiddelde energienota. Bij het CPB zitten de hogere energieprijzen en de hogere energiebelasting in de verwachte inflatie verwerkt.
Het CPB rekent voor dit jaar op een gemiddelde prijsstijging met 2,4%. Een hogere inflatie dan eerdere jaren, grotendeels veroorzaakt door btw en energie. Over de maand januari viel de inflatie nog mee, zo bleek uit cijfers van het CBS. De inflatie was 2,2% en volgens de Europese definitie (degene waar het CPB mee rekent) was met 2,0% zelfs nog iets lager. Vergeet de verschillen tussen de twee definities, de conclusie is dat de inflatie in de eerste maand lager uitpakt dan het CPB raamt. Daarin zit dus al de verhoogde energienota. Weinig reden dus voor het CPB om vanwege die reden op 5 maart met aangepaste ramingen te komen.
Budgetinstituut Nibud gebruikt deze CPB-cijfers als basis. Dus ook het Nibud zag deze week geen reden de koopkrachtberekeningen aan te passen. Er kwamen wel talloze telefoontjes binnen van bezorgde mensen, zo vertelt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
Maar we zijn er nog niet. Want koopkracht bestaat grofweg uit belastingen, prijsveranderingen en loonstijgingen. En die laatste hoeft helemaal niet uit te pakken zoals geraamd. Het CPB en het Nibud gaat nu uit van een cao-loonstijging van een krappe 3% dit jaar. Of dat er gaat komen?
Nibud-directeur Vliegenthart:
"Persoonlijk vind ik de loonontwikkeling de spannendere onbekende variabele."
Luister hier de DFT-podcast terug met Nibud-directeur Arjan Vliegenthart (van voor het baalmoment van Wiebes).
AOW op 66
DE FNV WIL NOG steeds de AOW-leeftijd bevriezen op 66 jaar. Beetje mosterd na de maaltijd, want per 1 januari is die al verhoogd naar 66 jaar en 4 maanden. Maar goed, dat is nu eenmaal de wens van de vakbeweging. En die wens kost geld, grof geld. Voor de schatkist op termijn €12 miljard euro per jaar. Het hangt er natuurlijk wel vanaf hoelang je die bevriezing wil. Intern bij de FNV hakketakken ze erover of dat tijdelijk moet om ondertussen iets voor zware beroepen te doen of dat het een permanente maatregel moet zijn.
Hoe dan ook een dure grap. Maar niet alleen voor de overheid, ook voor pensioenfondsen, zo legde minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken uit in onze DFT-podcast. Want het is logisch om AOW-leeftijd te blijven koppelen aan pensioenleeftijd. En dus heeft het ook voor de fondsen grote financiële consequenties, aldus Koolmees:
"Dat is vaak weinig belicht. Pensioenfondsen en werkgevers en werknemers aan de cao-tafels rekenen natuurlijk al met een stijging van de pensioenleeftijd de komende jaren. Dat zit al verwerkt in hun pensioenpremies en in hun dekkingsgraden."
De fondsen rekenen met een pensioenleeftijd van 68 jaar in 2028. De leeftijd zou dan met twee jaar omlaag moeten. 'Twee heel dure jaren', aldus de minister. Want de populatie gepensioneerden waarvoor dit geldt, is maximaal. Bij het ministerie is berekend wat dit grofweg voor pensioenfondsen zou beteken: 10 à 15% extra premie.
Nu ligt de pensioenpremie op grofweg 25%, voor een groot deel betaald door werkgevers. Tel daar die 10 à 15% bij op en je komt op een pensioenpremie van 27,5 tot 28,75%. Op een premiegrondslag van ongeveer €30 miljard kom je op een jaarlijkse kost van €3 tot 4,5 miljard.
Een fikse aanslag op de loonruimte dus. Is het niet raar dat vakbonden daar nooit van reppen? Nou, dat vond Koolmees dus ook:
"Daarom vind ik het bijzonder dat dat zo weinig aandacht heeft in deze discussie. Het gaat vaak alleen maar over de AOW en de kosten voor de overheidsfinanciën, maar er zit een grotere werkelijkheid achter, namelijk de betaalbaarheid van de pensioen en de dekkingsgraad van de pensioenfondsen."
Zou Henk Krol en nog wat andere politici die blijven roepen om een lagere AOW-leeftijd dit ook willen uitleggen? Dat ze substantieel loonruimte van werkend Nederland opofferen voor het terugdraaien van de klok?
Luister de DFT-podcast met Herman Stam en mijzelf hier.
Veenbrand
ER VERSCHIJNEN IN SNELTREINVAART boeken over het maatschappelijk ongenoegen. Eerst oud-directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau Paul Schnabel met 'Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht'. Daarna - zeer aanbevolen! - 'Groter denken, kleiner doen' van voormalige vicevoorzitter van de Raad van State, Herman Tjeenk Willink. Nu is daar ook 'Veenbrand. Smeulende kwesties in de welvarende samenleving', een nieuw boek van de huidige SCP-directeur Kim Putters.
Putters probeert in zijn werk steeds de spanning in de maatschappij in kaart te brengen. Gemiddeld gaat het in Nederland hartstikke goed, we zijn welvarend, we zijn gelukkig, maar er zijn groepen die niet mee-delen. Bij de boekpresentatie afgelopen donderdag in Campus Den Haag zei Putters dat het zogeheten sociaal contract niet meer werkt:
"In bijna 6 jaar SCP heb ik veel reflecties daarover op papier gezet en onder de aandacht gebracht. Over het sociaal contract in onze samenleving, dus hoe mensen in ruil voor het betalen van belastingen en premies en het geven van vertrouwen aan de politiek, voor hun sociale bescherming kunnen rekenen op een vangnet van de overheid of op bedrijven. Dat sociaal contract blijkt niet meer voor iedereen te werken."
In ons genivelleerde land is wel degelijk een vorm van ongelijkheid aan het ontstaan:
"Er ontstaat nieuwe sociale ongelijkheid in onze samenleving, die steeds minder inclusief is."
Die ongelijkheid zit 'm niet primair in inkomensongelijkheid, maar in andere aspecten. Niet iedereen ken even goed meedoen in de samenleving en niet iedereen hoort er automatisch bij, stelt Putters:
"Mensen met een migratie achtergrond zijn hoger opgeleid, maar vinden minder makkelijk werk en hebben minder thuisgevoel."
Verder wijst hij op gebrek aan tolerantie richting homo's en richting gelovigen, van welke religie ook. En de sociale verzorgingsstaat is niet vanzelf voor iedereen toegankelijk:
"Waar de verzorgingsstaat bedoeld was om sociale ongelijkheden op te heffen draagt ze nu vaker bij aan het tegendeel. Wie de systemen snapt en contacten heeft is beter af."
Het boek is de bundeling van zijn columns in het FD, maar er is ook een overkoepelend hoofdstuk bijgeschreven, waarin hij een grotere analyse maakt van waar we staan. De spanningen die Putters beschrijft vind ik zeer interessant als aanvulling op de harde, economische data. In mijn journalistieke werk probeer ik ook steeds oog te hebben voor deze verhalen achter de cijfers. Want Nederlanders zijn geen gemiddeldes en medianen.
Debito
DE LAATSTE TWEE WEKEN schreef ik ook al over Italië. Daar kan best een derde keer op rij bij. Een korte aanvulling op de problemen van de Italiaanse economie en daarmee van de Italiaanse overheid. De economie is in een recessie terechtgekomen en onvermijdelijk gaat dat tot spanningen leiden tussen Rome en Brussel. De Italiaanse regering rekende immers op 1% groei, de Europese Commissie voorspelt nu 0,2%.
Minder groei betekent minder belastinginkomsten, meer uitgaven aan uitkeringen en dus verdere druk op het begrotingstekort. Maar het betekent ook een noemer-effect. Het begrotingstekort en de staatsschuld worden altijd uitgedrukt in procenten van het bruto binnenlands product (bbp, de omvang van de economie). Zonder groei pakt dat bbp minder hoog uit en stijgt het tekort en de schuld als percentage.
Bij Italië zit de zorg met name bij de staatsschuld. Er wordt gekoerst op een begrotingstekort van circa 2%, dus dat valt op zich nog wel mee. Maar dat draagt niet bij aan het reduceren van de torenhoge staatsschuld van 130%. Zakenbank UBS zette de scenario's voor die schuld op een rij:
Wat valt op? Inderdaad, het overheidsscenarios (de donkerbruine lijn) is verreweg het gunstigst. Alleen volgens Rome daalt de schuld substantieel (nog steeds tot ruim boven de 125%). Veel realistischer zijn andere scenario's waarbij de groei tegenvalt, de overheidsplannen voor beperking van het begrotingstekort net even wat langer vergen dan beloofd of een combinatie van beiden.
Maar de regering hoeft er toch niet naast te zitten, vraag ik dan maar even in al mijn naïviteit.
Dan spreekt bovenstaand plaatje boekdelen. Die donkerbruine lijn is het daadwerkelijke begrotingstekort. Die lijnen die steeds richting 0% gaan, zijn de eigen projecties van jaar op jaar. Consequente werd ingeschat dat de begroting naar evenwicht zou gaan, consequent werd dat niet waargemaakt. Alle reden dus om grote zorgen te hebben over de begrotingssituatie in Italië en daarmee over de houdbaarheid van de immense Italiaanse staatsschuld.
Quote de la semaine
"Ik moet ook rekening houden met alle mensen die met heel veel plezier vanaf Schiphol op vakantie gaan, of een baan hebben op de luchthaven of op hoofdkantoren in de omgeving. (...) Ik denk dat je niet kunt zeggen: dit was het voor eeuwig, die 500 duizend vluchten."
Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat over de grenzen aan de groei van Schiphol, Volkskrant 18 februari 2019.
Reply