- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #52: over wendbare Wouter, money, money, money en het r-woord
Achter de cijfers - Editie #52: over wendbare Wouter, money, money, money en het r-woord
Na een bijzondere nieuwsbrief vorige week waarin ik lang op één thema inging, hier weer een normale. Ook wel lang, maar verschillende onderwerpen met voor elk wat wils. Het wordt al met al een spannend jaar met Britse avonturen, economische onzekerheden in Europa en spanningen in Nederland rond lonen, arbeidsmarkt en pensioen. Het zit er deze week allemaal in. Veel leesplezier! En aarzel niet de nieuwsbrief te delen. Geïnteresseerden kunnen zich hier abonneren.
R-woord
VRIJ FRIVOOL ZETTE ING-ECONOOM Carsten Brzeski als kop boven zijn analyse: 'Germany: Give me an “r”' Verwijzend naar 'recessie', het r-woord. Deze week werd bekend dat de Duitse industrie in november 1,9% minder had geproduceerd vergeleken met de maand ervoor. In oktober was die industriële groei ook al negatief. Dat ziet er niet best uit.
Het r-woord gonst dan ook steeds meer rond. Vergoelijkend wordt dan nog van een technische recessie gesproken. Twee kwartalen economische krimp op rij is volgens de statistische regels een recessie. Duitsland kromp al in het derde kwartaal, net als Italië. Als de industrie zo belabberd presteert dan is dat een voorbode voor het vierde kwartaal. Dan zou Duitsland inderdaad puur statistisch gezien in een recessie kunnen belanden.
Een recessie is nog geen crisis, zo moet het woord 'technische recessie' aangeven. Maar een feest is het natuurlijk niet. Als de Duitse economie afkoelt, heeft dat ook gevolgen voor Nederland. Terwijl 2019 nou juist het oogstjaar zou moeten zijn. Volgens de ramingen moeten dan toch eindelijk die lonen eens aantrekken. En hogere lonen vormen een belangrijk puzzelstukje in het koopkrachtplaatje dat het kabinet Nederland voorschotelt.
Aan werkgeverszijde wordt al vernomen dat de economische onzekerheid reden kan zijn om ook in 2019 het voorzichtig aan te doen met die loonontwikkeling. Een woordvoerder van werkgeversclub AWVN zei onlangs:
"De handelsoorlog en de Brexit brengen de nodige onzekerheid met zich mee. Bovendien groeit de economie iets minder hard."
De vraag is wanneer die loonimpuls dan gaat komen? Het zal toch niet zo zijn dat werkend Nederland de boot mist omdat we in het oogstjaar in guur economisch weer terechtkomen?
Pensioenramp
EEN DODELIJKE COMBINATIE VOOR onze pensioenen: de aandelenmarkten presteren heel belabberd én de rente blijft maar dalen. Pensioenfondsen zitten ingeklemd tussen deze twee slechte ontwikkelingen. Aan de ene kant van de balans staan de pensioenverplichtingen en die worden verdisconteerd tegen een steeds lagere marktrente. Aan de andere kant van de balans staan de beleggingen en de aandelen deden het in 2018 ronduit belabberd.
Resultaat is een steeds verder dalende dekkingsgraad, dat is de verhouding tussen wat in kas is en wat nu en in de toekomst moet worden uitgekeerd. Bij 100% is dat precies in evenwicht. Onder de 100% staat tegenover elke euro aan pensioenverplichtingen minder dan een euro aan vermogen.
Het meest actuele plaatje is van de pensioenthermometer van Aon. Let even op de blauwe lijn, dat is de dekkingsgraad op de manier waarop fondsen dat van toezichthouder DNB moeten uitrekenen. De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen liep vorig jaar terug van 108% naar 104%. Let wel: gemiddeld. Grote fondsen als ABP, Zorg en Welzijn en metaalfondsen PMT en PME presteren duidelijk slechter.
Voor deze fondsen wordt het spannend. Binnen tien jaar moesten de pensioenfondsen herstellen van de klap van de financiële crisis. Zolang mochten ze kortingen uitstellen. Maar halverwege die tien jaar wordt er gemeten of dat herstel snel genoeg gaat. En dat tussentijdse moment komt eraan. Zoals het er nu uitziet zitten deze fondsen in de gevarenzone en zullen ze volgend jaar of het jaar erop moeten korten.
Die kortingen mogen gelukkig ook wel weer over de tijd worden uitgesmeerd. Dus het gaat om kleine bedragen per pensioenspaarder. Maar pr-technisch is dit natuurlijk rampzalig. Die fondsen hebben de pensioenen jarenlang al niet kunnen aanpassen aan het prijspeil, komen er mogelijk ook nog eens kortingen in harde euro's bovenop!
Ondertussen ligt het pensioenoverleg op z'n gat. Niemand durft meer te bewegen, want er komen in maart verkiezingen aan. De vakbonden hebben zich vastgeketend aan de linkse oppositie en die wil tot aan de Provinciale Statenverkiezingen de handen vrij houden. Ik ben benieuwd hoelang kabinet, oppositie, vakbonden en pensioenfondsen deze ellende lijdelijk blijven aanzien.
Money money money
TERWIJL DE BRITSE POLITIEK compleet met zichzelf in de knoop ligt (meerderheid parlement wil deal van Theresa May niet en meerderheid wil harde Brexit niet) rekenen wij in Nederland maar eens uit wat dit grapje ons gaat kosten. Bij een harde Brexit is de rekening het hoogst: € 2,8 miljard euro per jaar, €164 euro per Nederlander per jaar. Aldus SEO Economisch Onderzoek in economenblad ESB.
Hier ligt geen diepgravend onderzoek van SEO aan ten grondslag. De onderzoekers hebben voorspellingen van het Centraal Planbureau en een rekensom van de Algemene Rekenkamer bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal inwoners. De rekensom maakt wel enigszins inzichtelijk waaruit de financiële schade bestaat.
In deze rekensom wordt uitgegaan van twee opties: óf er komt een ordelijk vertrek van de Britten en we sluiten een handelsverdrag zoals we dat met veel meer landen buiten de EU doen. Óf we komen er met elkaar niet uit (of beter gezegd: de Britten komen er onderling niet uit) en er volgt een no deal-Brexit, een plompverloren vertrek van de Britten zonder enige afspraak met de EU.
In het tweede geval is de kostenpost een stukje groter. Zeker voor de Britten, want het zal tot een (tijdelijke) schok in de handel leiden als je zonder onderlinge afspraken komt te zitten. Maar het gaat hier nu even om ons. Bij een harde Brexit krijgen we sowieso te maken met een hogere rekening vanuit Brussel. Nu ligt er een afspraak over de boedelscheiding en daarmee over het resterende bedrag aan EU-afdrachten dat Londen betaalt. Die eindafrekening zou circa €35 tot 39 miljard zijn. Zonder deal kunnen we naar deze centen fluiten, suggereerde May al eerder. Kosten voor Nederland: €1,6 miljard.
In beide scenario's moet Nederland een deel van de financiële gaten vullen die ontstaan doordat de Britten niet meer meedoen aan de Europese langetermijnbegroting. De Europese Commissie wil ook het vertrek van de Britten aangrijpen om te stoppen met kortingen die landen, zoals Nederland krijgen op de begroting. Het ministerie van Financiën schat in dat we in 2021 €1,25 miljard meer moeten afdragen en vanaf 2026 structureel €2,5 tot 3 miljard meer. Overigens vinden de onderhandelingen over de EU-begroting nog plaats. Dus of Nederland zich hier rijk rekent of juist een verlies in Brussel incalculeert moet nog blijken.
En dan is nog de schade aan de handel. Hiervoor pakt SEO voorspellingen van het Centraal Planbureau erbij:
"Grotere verliezen in het VK en de EU treden echter pas op de lange termijn op door aanpassingen in de economie, die veroorzaakt worden door de stijging van de handelskosten en niet-tarifaire handelsbelemmeringen tussen het VK en de EU. De niet-tarifaire handelsbelemmeringen komen voort uit verschillen in technische specificaties of milieueisen waaraan verhandelde producten moeten voldoen voordat ze binnen de EU verkocht mogen worden."
Het wordt simpelweg duurder en ingewikkelder om handel te drijven. Natuurlijk wordt het niet onmogelijk, want we handelen nu toch ook al met landen als Amerika en China, dus waarom niet met het Verenigd Koninkrijk? Maar er komen handelstarieven en verschillen in standaarden en regels.
Het CPB heeft geprobeerd uit te splitsen welke sectoren wel en geen last gaan krijgen:
"De Nederlandse kosten van de Brexit zijn sectorspecifiek. De sectoren ‘overig transport’ en ‘transportvoertuigen’ zijn weinig gevoelig voor een Brexit, omdat deze meer met de EU dan met het VK verbonden zijn. Maar dit geldt niet voor de sectoren ‘chemie, kunststof en rubber’, ‘elektronische apparatuur’, ‘motorvoertuigen en onderdelen’, ‘voedsel verwerkende industrie’ en ‘metaal en mineralen’ (samen 12% van het Nederlandse bbp). Zij zullen een productieverlies van ongeveer 5% lijden. Dit productieverlies kan met 40% omlaag worden gebracht door een nieuw vrijhandelsverdrag met het VK."
In het uiterste geval loopt de rekening op tot een schade van 1,2% van ons bruto binnenlands product, aldus het CPB. Dat zou tot 2030 in totaal €10 miljard zijn zonder handelsverdrag. Mét verdrag is de schade €7,5 miljard. Overigens zegt het CPB dat de rekening tot deze omvang 'kan' oplopen. Het ziet er allemaal heel exact uit, maar dergelijke prognoses zijn natuurlijk heel onzeker.
Het wordt nóg een stuk glibberiger als ook de post 'innovatie door handel' erbij wordt gehaald. In de optelsom van SEO wordt er plompverloren €5 miljard (deal) en €6,67 miljard (no deal) aan handelsschade meegeteld. Maar dit is absoluut niet zeker. De veronderstelling is dat intensieve handel tot innovatie leidt:
"De reden is dat meer concurrentie innovatie kan uitlokken, of het belang kan doen toenemen van meer innovatieve bedrijven."
Maar het CPB is de eerste om te zeggen dat het "kwantificeren van deze dynamische effecten moeilijk is gebleken". Het CPB noemt deze post dan ook "de meer onzekere extra kosten".
Wel zeker zijn de kosten van extra douaniers. De douane is nog lang niet op sterkte, maar daar wordt hard aan gewerkt. Kosten: €650 miljoen.
Al met al ziet zo'n rekensom er stelliger uit dan die is. Maar een financiële domper wordt die Brexit sowieso. Daarom zullen premier Rutte en minister Hoekstra zullen hard hun best doen om te voorkomen dat een uitdijende EU-begroting tot flink hogere Nederlandse kosten leidt. En verder hebben wij als handelsnatie alle belang bij een zachte landing van de Britten. Niet voor niets spreekt Rutte regelmatig verzoenende woorden richting de onze westerburen.
Wendbare Wouter
MET WOUTER KOOLMEES KUN je alle kanten op. Dan is hij weer streng in de leer, dan weer is hij zo pragmatisch als wat. Principes en het pensioendossier gaan blijkbaar moeilijk samen, zo leert een dik jaar ministerschap. Deze keer gaat het niet over de pensioenonderhandelingen maar over de vpl. De wat? De vpl, voluit de 'Wet aanpassing fiscale behandeling vut- en prepensioenregelingen en introductie levensloopregelingen'. Laten we het maar de opvolger van de vut noemen.
In 2006 werden vut en prepensioen afgeschaft en om mensen die jarenlang daarvoor hadden gespaard tegemoet te komen kwam er de vpl, een vroegpensioen voor mensen die toen in dienst waren. Niet elke werkgever bood deze vpl aan, bij overheidsfonds ABP hebben wel een flink vpl-vermogen inmiddels. Dus de ene sector heeft het wel, de andere niet.
Probleem met die vpl is dat de premie ervoor niet kostendekkend is. Als een werknemer met pensioen wil en als vroegpensioen zijn vpl opneemt, wordt er tegen een te lage premie vroegpensioen ingekocht bij zijn pensioenpot. Op die manier gaat de vpl dus ten koste van het gewone pensioenvermogen.
Dat is oneerlijk, want zo betalen alle werkenden in die sector mee aan een vpl-regeling die niet voor iedereen is. Pensioenvermogen wordt uitgehold. Het was toezichthouder DNB een doorn in het oog. Die wilde dat vpl en pensioen strikt gescheiden bleven. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken, principieel als hij is, vond dat ook. En dus wijzigde hij de wet zodanig dat elke sluiproute die er mogelijk nog was voor pensioenfondsen om via die vpl in te teren op het pensioenvermogen af te sluiten.
Maar toen gingen de pensioenfondsen en werkgevers en vakbonden protesteren. Want om die niet-kostendekkende premies alsnog aan te vullen zou dat miljarden kosten. Naar verluidt zat de grootste financiële tegenvaller bij overheidsfonds ABP. Meer premie betekent minder loonruimte. En dat wilden overheidswerkgevers (hé, is dat niet Koolmees' collega Kasja Ollongren?) en vakbonden niet. Liever graaien uit de grote pensioenpot.
Een beetje dreigen met de rechter deed wonderen:
"Het is nu óf er samen uitkomen óf de rechter laten beslissen. Dat is aan elk fonds om dat te beslissen",
aldus plaatsvervangend directeur Edith Maat van de Pensioenfederatie. Die belangenclub bood meteen de aangesloten fondsen aan een handje te helpen bij een rechtsgang.
Blijkbaar werd het Koolmees te heet onder de voeten. Want prompt draaide hij zijn eigen besluit weer terug. Interen op pensioengeld voor de vpl is alsnog weer wél toegestaan. Toezichthouder DNB is mordicus tegen en deze week bleek dat de Raad van State ook tegen is. Die adviseerde Koolmees dat nieuwe besluit in te trekken.
"Voorts wijst de Afdeling erop, dat het gevolg van het voorliggende ontwerpbesluit is dat de affinanciering van VPL-afspraken uit pensioenvermogen er onder omstandigheden toe leidt, dat het pensioenfonds de pensioenafspraken (althans de ambities dienaangaande) niet of in mindere mate kan nakomen, (mede) omdat een deel van de beschikbare middelen voor andere doelen (VPL) wordt besteed dan waarvoor die middelen zijn bestemd, namelijk pensioen."
Dat is Raad van State-taal voor: niet doen! Dit gaat ten koste van het pensioen van iedereen, ten faveure van een vroegpensioen voor een beperkte groep. Over de vpl schreven de kabinetsadviseurs verder:
"Daarmee komt deze ten laste van de reguliere pensioenaanspraken van alle deelnemers van het pensioenfonds. Dit staat haaks op de uitgangspunten van het pensioenstelsel."
En wat doet Koolmees na zo'n vernietigend oordeel? Lekker wel doen. Hij vindt bij nader inzien oneerlijk dat het alsnog kostendekkend maken van de vpl-premie fors extra geld kost. Hij wil gewoon geen gelazer hierover. Zeker niet met zijn collega Ollongren die dit uit de loonruimte moet betalen.
Een woordvoerder van Koolmees:
"Het gaat om een macro-beslag van enkele miljarden euro’s voor de periode tot 2023. (...) Door het besluit van Koolmees per 24 december wordt het beslag op de loonruimte voorkomen."
Wendbare Wouter waait met alle winden mee. Wel handig als hij straks toch nog een pensioenakkoord wil sluiten. Want principes staan alleen maar in de weg.
Kil Nederland - een vervolg
EIND DECEMBER SCHREEF IK een column onder de titel 'Kil Nederland', in mijn laatste nieuwsbrief ging ik erop door en deze week maakte ik ook een video hierover. Geïnspireerd door onder meer Herman Tjeenk Willinks boek 'Groter denken, kleiner doen' stelde ik vragen bij de marktwerking en het effiiciency-denken dat de publieke sector in zijn greep heeft sinds de jaren negentig.
Ik kreeg overweldigend veel reacties. Via de email en via twitter. Heel veel instemming met mijn constatering dat we misschien zijn doorgeslagen en dat politieagenten, leraren en onderwijzers moedeloos worden van het opboksen tegen dikke bureaucratische lagen. Dat we Nederland dusdanig verzakelijkt hebben dat de menselijke maat uit het oog is verloren. Dat marktwerking her en der misschien meer doel dan middel is geworden.
Maar uiteraard ook kritische reacties:
Laatste nieuwsbrief vind ik een matige eenzijdige analyse, alsof het vroeger allemaal beter was. Mijn ervaring en de vele die ik tegen kom is en zijn heel anders.
— Wim Paardekooper (@wimparko)
2:33 PM • Jan 7, 2019
Terecht kreeg ik de vraag of ik vergeten was dat je vroeger bij de PTT weken moest wachten op een telefoonverbinding. En alsof het ziekenfonds van vroeger zo'n pretje was wat betreft serviceverlening. Natuurlijk wil ik niet de terug naar de jaren zeventig. En ik zie ook niet in hoe een Nationaal Zorgfonds, een soort superziekenfonds, de oplossing voor alle zorgproblemen is.
Maar dat er een enorme verzakelijking is opgetreden waarbij burgers en patiënten vooral als klant en cliënt worden gezien, is volgens mij ontegenzeggelijk zo. Dat wordt door velen beaamd. Een enkeling vroeg zich af of ik socialist was geworden. Ik weet niet of dat een scheldwoord is, maar mij lijkt dat dit geen links-rechts-issue is. Dat blijkt ook wel. Ik vond het opvallend dat het verhaal ook uit rechtse kringen en vanuit werkgevershoek veel positief onthaal kreeg.
Ik ga hiermee door. Eerst nog vragenderwijs, proberen vast te stellen of en hoe onze publieke sector vastloopt. Zijn onze verwachtingen te hoog? Is het misschien onze economische manier van kijken die wellicht is doorgeslagen? En dan in oplossingen. Hoe kan de balans worden teruggebracht, de menselijke maat?
Allerlei mensen uit het veld en uit de praktijk hebben zich gemeld om mij bij te praten. Twee gesprekken heb ik al gehad, beiden in de zorg. Een zorgverzekeraar legde me uit hoezeer het nodig is om de kosten onder controle te houden. Maar wellicht zijn die verzekeraars teveel op de prijs gaan zitten, zo stelde hij. Terwijl je artsen misschien meer tijd en ruimte moet geven voor een goed gesprek met de patiënt. Wat blijkt? Als een patiënt beter geïnformeerd is over de voors en tegens van een behandeling, dan willen minder mensen die behandeling. Zo druk je niet de prijs, maar het volume. Iedereen blij.
In een ander gesprek vanuit het perspectief van de zorgverleners was er vooral aandacht voor kleinschaligheid. Een beetje marktwerking is prima, nodig zelfs. Maar nu klonteren al die zorginstellingen samen en is er boven de artsen en verpleegkundigen een dikke managementlaag gekomen. Professionals hebben het gevoel dat ze gemangeld worden.
Het zijn wat eerste indrukken. In de nieuwsbrief en in de krant kom ik hier zeker op terug!
Quote de la semaine
"Veel multinationals zijn statutair gevestigd in Nederland. Dat heeft een verwaarloosbaar effect op de economie, maar verhoogt wel het nationaal inkomen en dus de afdracht aan de EU."
Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom CBS, op Twitter, naar aanleiding van een artikel in economenblad ESB.
Song of the week - May klem met Brexit
Ideeën over de song of the week zijn welkom. Bedenk een leuk popliedje bij een nieuwsgebeurtenis van de lopende week en mail dat naar me. Zo krijgen bekende liedjes ineens een nieuwe betekenis. De song of the week is eigenlijk iedere week de meest aangeklikte link in deze nieuwsbrief.
Reply