- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #45: over Koolmees' waterbed, de AOW-hobbel en het lastenverzwaringskabinet
Achter de cijfers - Editie #45: over Koolmees' waterbed, de AOW-hobbel en het lastenverzwaringskabinet
Zo. Ga er maar eens goed voor zitten. Want het veel deze week, heel veel. Pensioenen, arbeidsmarkt, Trump en lastenverzwaring. Dit alles toegelicht en uitgelegd in plaatjes en grafieken. Ik wens je veel leesplezier. Reacties worden, zoals altijd, zeer op prijs gesteld. Reclame maken voor deze nieuwsbrief en likes ook!
Waterbedeffect
ADVIEZEN VAN DE RAAD van State zijn niet altijd fijn leesvoer. Soms zoeken de hoge heren spijkers op laag water als ze een nieuwe wet fileren. Maar het advies (pdf) over de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) is zeer lezenswaardig. In één woord samengevat: waterbedeffect.
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken repareert met de WAB de WWZ. Voor de kaasstolp is dit een volstrekt begrijpelijke tekst, voor u misschien abracadabra. De WWZ is de Wet Werk en Zekerheid van Koolmees' voorganger Lodewijk Asscher, waarmee hij probeerde de flexibilisering van de arbeidsmarkt aan te pakken.
Niet gelukt. Koolmees probeert het nu op zijn manier. Dat betekent dat vaste contracten meer bewegingsvrijheid krijgen en flexibele contracten duurder worden gemaakt. Iedereen is boos. Vakbonden klagen over de versoepeling van het ontslagrecht, werkgevers zijn kwaad omdat de WW-premie van flexwerkers omhoog gaat. Oftewel: vakbonden willen niet dat vast losser wordt en werkgevers niet dat flex duurder.
Het is een moedige poging en toch is de Raad van State zeer kritisch:
"Alhoewel met name de introductie van de cumulatiegrond (versoepeling ontslagrecht, MV) en de aanpassing van de regeling inzake de transitievergoeding (flexwerkers eerder recht op ontslagvergoeding, MV) kansen bieden om knelpunten te verminderen, zullen andere maatregelen uit het voorstel gemakkelijk tot een waterbed-effect kunnen leiden. De verlichting die een maatregel kan geven, leidt gemakkelijk tot nieuwe knelpunten elders op de arbeidsmarkt. Evenzo geldt dat de nieuwe rechten die worden toegekend aan werknemers in een zwakkere positie, zonder bredere en fundamentelere aanpak, in veel gevallen niet zullen leiden tot een daadwerkelijk sterkere positie voor deze werknemers."
De wet is een halve oplossing van het probleem, of misschien maar van een kwart. Duw je aan de ene kant, dan golft het waterbed aan de andere kant omhoog. Maak je de ontsnappingsroute voor werkgevers via flexwerk onaantrekkelijker, dan zoeken ze hun heil bij gedwongen zzp en/of schijn-zzp.
Koolmees weet dit ook. Hij worstelt nog altijd met een opvolger voor de mislukte Wet DBA, waarmee zzp'ers gereguleerd hadden moeten worden. Die wet van oud-staatssecretaris Eric Wiebes werd schielijk in de ijskast gezet omdat er heel veel onduidelijk was ontstaan over de relatie tussen opdrachtgevers en zzp'ers. Een nieuwe wet is hoognodig. Verder werkt Koolmees aan loondoorbetaling bij ziekte die het voor kleine ondernemers heel riskant maakt mensen in dienst te nemen.
Het zit allemaal in de pijplijn, maar dan nog zijn we er niet, stelt de Raad van State:
"De Afdeling is daarom van oordeel dat de probleemaanpak van het voorstel ontoereikend is om een balans op de arbeidsmarkt tot stand te brengen. De aard van de problematiek op de arbeidsmarkt vergt dat met urgentie wordt gewerkt aan het komen tot een meer fundamentele benadering die zich uitstrekt tot het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en de fiscaliteit in onderlinge samenhang."
Wat gaat er namelijk mis? De risico's op de arbeidsmarkt worden eenzijdig verdeeld. Dat is het beste te zien aan de opmars van flex (tijdelijke contracten + zzp). Zo ziet dat eruit voor hoogopgeleiden:
En zo onder laagopgeleiden:
Ik hoef denk ik niet te zeggen: zoek de verschillen? Zelfs bij de koningen van de flexwerk, de uitzendbranche, begrijpen we wat het probleem is. Dit zei Jurriën Koops, directeur van uitzendbrancheclub ABU vorig jaar in de Telegraaf:
"De arbeidsmarkt is volledig uit balans. Het aantal tijdelijke en nulurencontracten is inmiddels verviervoudigd. Als dit niet stopt, ontstaan er straks twee tot drie arbeidsmarkten. Mensen die een verkeerde opleiding hebben gekozen, laagopgeleiden, werknemers waar risico's aan kleven. De meest kwetsbare mensen die ik de meeste zekerheid toe wens, hebben de minste zekerheid. En andersom hebben de minst kwetsbare mensen de meeste zekerheid."
Daar gaat het mis. Mensen die bescherming nodig hebben, krijgen die niet. Mensen die geen of minder bescherming nodig hebben, krijgen die wel. Zij zitten in vaste contracten. En als ze zzp'er worden, kiezen ze daar zelf voor omdat ze die onzekerheid wel aankunnen en dan profiteren van een veel gunstiger fiscaal regime.
Daarom adviseert de Raad van State om de bescherming niet langer afhankelijk te laten zijn van het soort arbeidsrelatie. Daarin is een echo te horen van een advies van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek, een advies van topambtenaren, uit 2015:
"De mate van zelfredzaamheid van werkenden staat vaak los van de werk- en rechtsvorm. In het beleid zou daarom minder onderscheid gemaakt moeten worden op basis van de werk- of rechtsvorm, maar meer op basis van de positie en de behoefte van de werkende. Zo wordt toegewerkt naar een sociaal zekerheidsstelsel voor werkenden, met adequate bescherming voor alle werkenden waar nodig, en keuzevrijheid waar mogelijk."
De topambtenaren willen afstappen van de as werknemer-zelfstandige naar de as afhankelijk-zelfredzaam:
Dit vergt een heel andere aanpak van belastingen, sociale zekerheid en arbeidsrecht. In die zin is de nieuwe wet van Koolmees maar een heel bescheiden eerste stapje.
Hey big spender
DE MID-TERM ELECTIONS ZIJN achter de rug. De politieke duiders hebben hun zegje gezegd. Macro-economisch verandert er voorlopig niks. President Donald Trump heeft een beleid van flink spenderen ingezet, hij stimuleert een al goed draaiende economie, hij scheldt zo nu en dan op de centrale bank die met een renteverhoging precies de tegenovergestelde beweging maakt en hij zal zijn handelsstrijd met de Chinezen voortzetten.
De verkiezingen leverden ook weer tal van interessante economische analyses op. Die van ING sprong er deze week uit. Daarin staan namelijk twee interessante grafieken. Eerst de minst verrassende. In weerwil van hun imago zorgen Republikeinse presidenten veel minder op de schatkist dan Democratische. Dat was wel bekend toch? In een grafiek ziet dat er zo uit:
Je ziet hier mooi hoe het begrotingstekort zich ontwikkelt gedurende Democratische (blauw) en Republikeinse (rood) presidentschappen. Stelselmatig verbetert het begrotingssaldo in de blauwe periodes en verslechtert die in de rode. George Bush jr. kostte de Amerikaanse belastingbetaler veel geld vanwege de oorlogen die hij voerde. Barack Obama kreeg de ontspoorde begroting door de bankencrisis redelijk in bedwang.
De belastingimpuls van Trump is ook goed zichtbaar in de grafiek. Al valt de ontsporing van de begroting voorlopig nog mee, met dank aan de goed draaiende economie. Maar economen maken zich zorgen over de staat van de financiën van de VS als de economie straks wegzakt.
De tweede grafiek, die collega Dorinde Meuzelaar deze week in de krant gebruikte, vond ik nog interessanter:
Hier zie je goed hoe uitzonderlijk het huidige economische beleid is. Op de linkeras (grijs) zie je de werkloosheid in Amerika, als indicatie van de stand van de economie. Op de rechteras (oranje) zie je het begrotingstekort. Het is normaal dat het begrotingstekort oploopt als de werkloosheid ook oploopt. Immers, als het economisch minder gaat, verliezen mensen hun baan en komen er minder belastingen binnen. En vice versa.
In het tijdperk-Trump wordt deze beweging omgedraaid. Het gaat heel goed met de Amerikaanse economie, de werkloosheid is historisch laag. En toch loopt het begrotingstekort flink op. Dat is zonde van het geld, want Amerika zit inmiddels aan het eind van de economische cyclus. Economen weten dat stimulansen dan redelijk snel zijn uitgewerkt.
Deze bijzondere trendbreuk kwam één keer eerder voor, schrijven de ING-economen:
" Zoals de grafiek laat zien, kwam deze afwijking tussen een sterke economie en zwakke overheidsfinanciën voor het laatst voor in 1968 toen de VS ongeveer 10% van het bruto binnenlands product uitgaf aan de Vietnamoorlog - een heel andere situatie dan waar de VS zich vandaag in bevinden."
Het zindert in de polder
EROP OF ERONDER. KOMENDE week zou wel eens een cruciale week kunnen worden voor de pensioenonderhandelingen in de Sociaal-Economische Raad (SER). Om U2 te citeren: Faraway, so close. Zo gaat dat altijd met grote onderhandelingen: de laatste knelpunten zijn groot en principieel. Maar als er ook maar iemand beweegt, is een akkoord heel dichtbij.
Ik heb me bij het volgen van deze onderhandelingen ook steeds voorgenomen er onbevangen in te zitten. Niet uit ongeduld denken: dit wordt niks meer. Want dan kun je je laten verrassen door een plotse wending. Dus reken ik er nog steeds op dat het of 1) snel klapt of 2) snel rond is of 3) eindeloos doorettert. Voorspellen is echt zinloos. Wat ik vooral zie is dat alle betrokkenen met een eindeloos geduld blijven proberen eruit te komen.
Vorige week leek de rekenrente de laatste grote hobbel te zijn. Via die rekenrente bepaal je hoe rijk of arm onze pensioenfondsen eigenlijk zijn. De vakbonden willen soepeler rekenregels waardoor er geld vrijvalt om pensioenen weer te indexeren en om compensatie uit te delen die nodig is bij een stelselwijziging. Volgens toezichthouder DNB en minister Koolmees rekenen vakbonden zichzelf rijk (en jongeren arm).
De voorlopige oplossing: til de rekenrente uit de onderhandelingen en laat een commissie dit oplossen. In 2009 en 2014 hebben we al een commissie Paramaters gehad die DNB adviseerde over rekenregels. Dat kunnen we prima nog eens doen, denken de onderhandelaars nu. Dan gaan de vakbonden onder voorbehoud akkoord. Maar ja, wie zet je dan in die commissie?
Het gekke is dat de onderhandelaars het eigenlijk al een hele tijd eens zijn over de hoofdlijnen van het nieuwe pensioencontract. Dat wordt een collectieve premieregeling, waarbij niet de pensioenuitkomst vast staat maar de in te leggen premie. Het mag geen persoonlijk pensioenpotje zijn, want er moet solidariteit komen tussen generaties. Daarvoor wordt een systeem van buffers opgetuigd die veel lijkt op wat we al hebben.
DNB zou pensioenfondsen liefst elk jaar laten afrekenen. Beleggingsmeevallers of -tegenvallers gaan meteen ten gunste of ten koste van de pensioenaanspraak. Maar de vakbonden willen tien jaar kunnen uitsmeren. En Koolmees heeft zich daarbij neergelegd. Wel moet er een bodem komen in de negatieve buffer, anders kun je verliezen eindeloos naar de toekomst schuiven. Gedacht wordt aan een ondergrens van 90. Bij een dekkingsgraad onder de 90 moet er meteen worden gekort.
Deze mate van solidariteit blijft dan wel een hindernis voor arbeidsmobiliteit. Want het maakt nogal uit of je in een gezond of een ongezond pensioenfonds stapt. Bij een baanwisseling moet je dus goed bedenken in welk fonds je jouw premie stort. Als je pech hebt, betaal je de eerste jaren mee aan de ellende van je voorgangers. Dat dit een stimulans kan zijn om te gaan zzp'en en zo niet op te draaien voor deze collectieve last, lijkt in de discussie gek genoeg geen enkele rol te spelen. Hoe houdbaar dat is voor de toekomst, is dan ook de vraag.
De doorsneepremie gaat eraan. Nu betalen jongeren relatief te veel premie en ouderen te weinig. Blijf je je hele leven bij één baas dan is dat geen probleem. Heb je tussentijdse baanwisselingen, parttime jobs een zzp-carrière, dan snij je jezelf in de vingers. Wie op zijn 45e gaat zzp'en heeft jarenlang meebetaalt aan het pensioen van oudere collega's en ziet dat geld niet meer terug.
Door dat systeem af te schaffen, zou de arbeidsmobiliteit dus weer bevorderd moeten worden. Het past op de arbeidsmarkt van deze eeuw en niet op die van de vorige eeuw, zoals het huidige pensioenstelsel. Maar de overgang is financieel pijnlijk voor met name veertigers. Hoe moeten die worden gecompenseerd? Sommige bonden kijken verwachtingsvol naar de minister, maar die is niet van plan de knip te trekken. Dat zou nog wel eens een breekpunt kunnen worden.
Maar de allergrootste hobbel is nu de AOW en de kwestie van de zware beroepen. De FNV heeft al een tijd geleden de kansloze eis op tafel gelegd dat de AOW-leeftijd op 66 jaar bevroren moet worden. Ook daarvoor voeren ze vandaag actie op de Dam. Het is een achterhaalde wens, want per 1 januari aanstaande gaat de AOW-leeftijd al naar 66 jaar en 4 maanden. Dat zal echt niet meer veranderen.
Koolmees heeft aangeboden de versnelling van de leeftijd verhoging door Rutte 2 terug te draaien. Dan gaat de AOW-leeftijd niet in 2021 naar 67 jaar, maar in 2023. Oftewel, dan smeren we die laatste verhoging met 8 maanden over twee jaar meer uit. Wat hebben mensen in een zwaar beroep daar nu aan? Het is voor de FNV dan ook niet genoeg.
De vakbonden willen ook een andere koppeling aan de levensverwachting. Zodra de 67 jaar is bereikt, zal de AOW-leeftijd meestijgen met die levensverwachting. In 2021 zal die daardoor omhoog gaan naar 67 jaar en 3 maanden. Doordat de stijging van de levensverwachting even stokt, blijft die op 67 jaar en 3 maanden in de jaren 2022, 2023 en 2024. Maar op de langere termijn gaat die onvermijdelijk verder omhoog. Elk gewonnen levensjaar moet langer worden gewerkt.
Die koppeling moet anders, vinden de bonden. Zelfs Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau, heeft al eens gezegd dat het onwenselijk is dat mensen in de verre toekomst misschien wel tot hun 90e moeten blijven werken. Maar Koolmees wil er niet aan tornen. Het wordt pas na 2024 actueel, dus schuift hij dit liever door naar het volgende kabinet. Het is voor de FNV niet genoeg.
Om mensen met een zwaar beroep eerder te kunnen laten stoppen met werken, probeert België een speciale regeling te maken. In Nederland is d hoop opgegeven om precies vast te leggen wat een zwaar beroep is. Als alternatief is Koolmees bereid de zogeheten RVU-boete te verlagen. Deze boete legt de Belastingdienst op als die vindt dat een ontslag eigenlijk een verkapte vut-afspraak is. De Belastingdienst was er zelf ook al eens slachtoffer van.
Als die boete wordt verlaagd, wordt het voor werkgevers minder duur om oudere werknemers een regeling aan te bieden. Maar de FNV vindt het sowieso raar om vervroegde uittreding te beboeten. Het is voor de FNV dus niet genoeg. Op mijn beurt vind ik het raar dat de FNV zo graag wil meewerken aan regelingen waarbij werkgevers ouderen kunnen lozen.
Deze week bespraken de vakbondsbesturen in eigen kring een20 pagina's tellende concepttekst. Maandagmiddag komen de vakbondsbesturen van alledrie bonden FNV, CNV en VCP bij elkaar. En dan moet duidelijk worden of ze door willen. Ik denk dat zij ervan uitgaan dat er nog wel meer te halen valt bij Koolmees. Zeker omdat Koolmees er veel aan gelegen is met een pensioenhervorming te kunnen komen.
Lastenverzwaringskabinet
IK HEB ER IN deze nieuwsbrieven al vaker aandacht aan besteed, dus ik hou het kort. Volgens het kabinet gaan de lasten voor burgers in 2019 met miljarden omlaag. Zo betoogde staatssecretaris Menno Snel van Financiën ook deze week weer, bij de behandeling van de belastingplannen. Dat is niet waar.
Ik heb er sinds de zomer veelvuldig over geschreven (lees o.a. Lastig in deze nieuwsbrief of dit nieuwsartikel) en er ook flinke robbertjes met het Centraal Planbureau over moeten vechten hoe ik het echt plaatje boven tafel kon krijgen. Het CPB rekent namelijk met een basispad. Alle belastingellende die in het verleden al is besloten, wordt in die basispad gestopt. Nieuwe maatregelen komen hier bovenop en het kabinet hoeft alleen maar die nieuwe maatregelen op te sommen en het lijkt wel of de zon schijnt. Maar dat vermaledijde basispad is er ook nog.
In dat basispad zitten al zoveel lastenverzwaringen van het vorige kabinet dat het eindplaatje (zie pag. 61-62) per saldo negatief uitpakt voor burgers: €800 miljoen lastenverzwaring komt er komend jaar aan. Vandaag schreef Marike Stellinga er ook haar wekelijkse column over:
"Het huidige kabinet verlaagt de lasten dus fors, maar omdat andere lasten door beleid van vorige kabinetten automatisch stijgen, blijft er uiteindelijk onder de streep weinig van over. En dat bedrag onder de streep is toch wat burgers krijgen."
Hier botst de Haagse werkelijkheid op die van gewone Nederlanders. In Den Haag is het logisch te denken in basispaden en nieuwe maatregelen. Dan vergelijk je Rutte 3 met Rutte 2. Maar de normale Nederlander heeft met die basispaden niets te schaften. Die wil gewoon weten wat er te besteden valt. Dan vergelijk je 2019 met 2018. En dan zijn er uit Den Haag helaas vooral belastingverhogingen te verwachten. De enige uitkomst is als werkgevers de portemonnee trekken en wat scheutiger worden met loonstijgingen.
Quote de la semaine
" We zijn er nog lang niet."
Tuur Elzinga, onderhandelaar namens FNV, over de pensioenonderhandelingen op Radio 1.
Reply