• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de cijfers - Editie #174: over straf op meer werken, krankzinnige inflatie en de bom

Achter de cijfers - Editie #174: over straf op meer werken, krankzinnige inflatie en de bom

Uit de tijd van de Koude Oorlog herinner ik mij dat de situatie wel steeds gespannen was, maar dat er eigenlijk niks gebeurde. Ik ben van na de Cuba-crisis en ken de Koude Oorlog alleen als een bevroren conflict tussen de Sovjet-Unie en Amerika. Het voelt nu totaal anders. Van week tot week wordt het alleen maar gekker en lijkt de situatie steeds verder te escaleren. Luisterend naar de podcast van Boekestein en De Wijk word je er niet geruster op.

Ondertussen merken we economisch volop de gevolgen van de oorlog en de geopolitieke spanningen. Met als opvallendste cijfer deze week een inflatie van 17,1%. In deze nieuwsbrief ga ik daar verder op in. Ook neem ik een verborgen tabel van Prinsjesdag onder de loep: wat doet de marginale belastingdruk (en wat is dat eigenlijk)?

Vind je deze nieuwsbrief de moeite waard, breng die dan eens onder de aandacht van familie, vrienden en collega's. Reacties en likes zijn van harte welkom.

Veel leesplezier!

Belastingdruk

Het was nogal wonderlijk dat de Tweede Kamer na Prinsjesdag tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen debatteerde over een voltijdbonus, een beloning voor mensen die fulltime werken. Het kabinet heeft er wel oren naar, omdat zo de arbeidsparticipatie omhoog gebracht kan worden. Maar hebben die politici wel eens kritisch naar hun belastingstelsel gekeken?

Ons belastingsysteem, vol inkomensafhankelijke kortingen en toeslagen, straft meer werken af. Dat is geen nieuw verhaal. Al veel langer is bekend dat mensen die vanuit de bijstand aan het werk komen er soms op achteruitgaan omdat minder toeslagen krijgen en het recht op steun van de gemeente verliezen. Dat is de zogenaamde armoedeval, je wordt armer als je gaat werken.

Dit probleem speelt niet alleen van bijstand naar baan, maar ook voor hogere inkomens. Hoe groot dat probleem is, kun je meten met de marginale belastingdruk, dat is de belasting die je de facto betaalt over elke volgende euro die je verdient. Die marginale druk kan soms extreem hoog zijn, 60, 70, 80 procent. Dan hou je dus netto nogal weinig over als je een loonsverhoging krijgt, promotie maakt of meer uren in de week gaat werken.

Hoe actueel dit probleem is, blijkt wel uit een tabel die het ministerie van Financiën op Prinsjesdag publiceerde. Daaruit blijkt dat die marginale druk flink verandert in het komende jaar:

Je ziet dat in 2022 de marginale belastingdruk omhoog schiet vanaf de laagste inkomens en dan hoog blijft tot een jaarinkomen van circa €39.000. Komend jaar schuift die druk op naar hogere inkomens. En het opvallende is dat die marginale druk vervolgens hoog blíjft tot aan €50.000. Met als toppunt een marginale druk van 87% bij een inkomen van €45.000. Dat betekent dat als je €1000 extra gaat verdienen, er netto €130 van over blijft.

Hoe dit komt? Doordat het kabinet in het koopkrachtpakket van €17 miljard aan ongeveer alle belastingknoppen draait om de laagste inkomens zo goed mogelijk te bereiken. De belastingkortingen gaan omhoog en de toeslagen ook. Daardoor worden die pas bij een hoger inkomen afgebouwd en schuift die hoge belastingdruk op naar rechts in de grafiek. Met als gevolg dat vooral middeninkomens nu met een krankzinnige belastingdruk te maken krijgen.

„De belastingdruk op elke extra verdiende euro loopt behoorlijk op voor middeninkomens. Dit treft onder meer verpleegkundigen, politieagenten en leraren.”

Dat zegt Rabo-econoom Hugo Erken in de Telegraaf. Economen en fiscalisten wijzen er al jaren op dat dit ongewenste effecten zijn van een veel te ingewikkeld geworden belastingstelsel. Fiscalist Leo Stevens werd er zelfs een beetje mismoedig van:

"Ik wijs er al zo lang op dat met de invoering van allerlei inkomensafhankelijke belastingkortingen en toeslagen de belastingdruk juist aan de onderkant van het inkomensgebouw steeds hoger wordt. En in plaats van dit probleem op te lossen door het belastingstelsel te vereenvoudigen, wordt het steeds ingewikkelder en minder geloofwaardig gemaakt.”

Afgelopen donderdag debatteerde de Tweede Kamer met minister Karien van Gennip van Sociale Zaken over de krapte op de arbeidsmarkt en in dat debat kwam dit probleem ook uitgebreid ter sprake. Volgens Van Gennip heeft slechts 4% van de Nederlandse werknemers te maken met een marginale belastingdruk van 70% of meer:

"Dat is een relatief kleine groep, maar het zijn nog steeds veel mensen. Daar zitten een aantal groepen in. (...) De ene grote groep zijn fulltimers met meerdere toeslagen. Als je meerdere toeslagen hebt, zit je natuurlijk aan de basis van de arbeidsmarkt. Daar zit over het algemeen geen potentieel om meer uren te werken. En die mensen willen we die toeslagen ook geven, wilt u die toeslagen ook geven, omdat ze die nodig hebben. Dat gaat om gerichte inkomensondersteuning aan huishoudens met lage inkomens. De tweede groep zijn de alleenstaande ouders met een laag inkomen die vaak wel parttime werken. Daar zit ook inderdaad een marginale druk. Als je daar een uur meer gaat werken, is die heel hoog. Als je een of twee dagen meer gaat werken, is dat natuurlijk minder."

Opvallend is dat de minister hier louter redeneert vanuit de krapte op de arbeidsmarkt. Dat fulltimers zo'n hoge marginale belastingdruk hebben is kennelijk niet zo erg, want ze kunnen toch niet meer uren gaan werken. Voor parttimers is het wel een probleem. Natuurlijk is dit een rem op meer uren werken. Maar dit is ook een grote ontmoediging op carrière maken, op promotie maken. En wat dacht je van de loonsverhogingen die vakbonden in de wacht proberen te slepen? Wat hou je daarvan over als je 87% moet inleveren bij de fiscus?

Maar Van Gennip had wel een hoopvolle belofte:

"Ik kom dadelijk op de specifieke vragen. Ik wil eerst even zeggen dat op de lange termijn het verlagen van die marginale druk nog steeds ons doel is."

Gelukkig maar.

Inflatie

Hoe krijg je hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stil? Zo dus:

Het nieuwste inflatiecijfer overtrof alle verwachtingen. In Nederland waren de prijzen in september gemiddeld 17,1% dan een jaar eerder. Dat zijn oorlogsuitslagen. Alleen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog had Nederland hogere inflatiecijfers. Opnieuw is energie de grote aanjager van deze extreme inflatie, al zijn het echt niet alleen de prijzen van gas en elektriciteit die blijven stijgen:

Als je kijkt naar de oranje lijn zie je wat de inflatie doet zonder energie. Die stijgt ook fors, maar afgelopen maand was het aandeel energie toch weer wat groter. Grofweg beslaat energie de helft van onze inflatie en andere producten de andere helft. En dat is zorgelijk, want de inflatie verbreedt zich en dringt steeds meer andere productcategorieën binnen. Zo was de gemiddelde prijsstijging van voedingsmiddelen in september 10,5%.

Hoe dit verder zal gaan? Met alle dreigende taal van president Poetin deze week en de mysterieuze explosies bij de gasleiding van Nordstream wordt het er niet beter op natuurlijk. Des te opvallender dat het Centraal Planbureau denkt dat inflatie volgend jaar terugvalt van 9,9% naar 2,6%. En van die 2,6% moet het effect van het prijsplafond op energie, dat 1 januari ingaat, nog afgetrokken worden.

De economische bureaus van de drie grote banken zitten duidelijk hoger met hun inflatieverwachting. ING en ABN Amro moeten de impact van het prijsplafond nog doorrekenen. Rabo heeft dat onlangs al gedaan. Die komt erop uit dat de inflatie niet op 5,1% uitkomt (zoals men eerst dacht), maar op 3,4%. Volgens Rabo-econoom Hugo Erken blijft de hoge inflatie nog wel even bij ons. Ook als de energieprijzen luwen, zullen andere dingen wel duurder blijven worden. In hun analyse blijven we tot september volgend jaar te maken hebben met stijgende voedselprijzen en gaan nu ook de prijzen van kleding, schoenen, meubels en elektronica met vertraging omhoog.

Heeft dat al gevolgen voor de bestedingen van de consument? Op het eerste gezicht zou je zeggen van niet. Want de omzet in de detailhandel nam in augustus met 1,7% toe, zo meldde het CBS. Maar om te zien wat er in de winkels gebeurt, moet je prijzen en volumes uit elkaar halen. Door de stijgende prijzen gaan die omzetten namelijk omhoog. Maar hoevéél kopen we (volume)?

Dat volume begint weg te zakken, zo is in de grafiek te zien. Dat betekent dat we weliswaar meer geld uitgeven maar daar minder spullen voor krijgen. De volumedaling was 6% in augustus. In onderstaand plaatje zie je hoe dat erin hakt voor verschillende soorten winkels. De ongekende prijsstijgingen zorgt dus al volop voor ander koopgedrag.

Inflatie (2)

De Nederlandse inflatie is een enorme uitschieter in Europa. Vrijdag maakte statistisch bureau Eurostat bekend dat de inflatie in de eurozone 10% was in september. Nederland wordt dus bovengemiddeld geraakt. In Duitsland is de inflatie 10,9%, in Frankrijk 6,2%, in België 12%. Daarbij valt dat cijfer van Nederland op.

Het is eigenlijk al maanden zo dat de Nederlandse inflatie zoveel hoger is dan die in de landen om ons heen. Daar zijn wel een paar verklaringen voor, al kun je niet precies ontleden welke verklaring welk deel van het verschil verklaart.

Veelbesproken is een meetverschil. Het CBS pakt voor het inflatiecijfer steeds de dan geldende marktprijs voor gas. Alsof ieder huishouden iedere dag een nieuwe energiecontract afsluit. Dat is in de praktijk niet zo. Daarom loopt ons inflatiecijfer vooruit op de werkelijke prijsstijging die mensen zullen gaan krijgen. In de loop van dit jaar zijn steeds meer vaste contracten omgezet in variabele en werden mensen geconfronteerd met die extreme marktprijzen. Wat het CBS nu meet, bereikt consumenten met vertraging. In andere landen wordt niet zo gemeten. Dit is voer voor statistici.

Nederland is gasafhankelijker dan veel andere landen. Dat werkt dus ook door in ons 'mandje' dat het CBS samenstelt voor de gemiddelde consument. Een groot deel van onze elektriciteit wordt opgewekt met gas. Frankrijk heeft bijvoorbeeld meer kernenergie. Overigens is onze afhankelijkheid van Rusland razendsnel gereduceerd. Maar gas blijft een groot aandeel hebben in de energiemix.

Nederland kent een van de meest geliberaliseerde energiemarkten in Europa. Ingrijpen is daardoor lastiger. En het heeft ook tot gevolg dat marktprijzen voor gas veel sneller hun doorwerking vinden in de prijs die de consument betaalt.

Nederland heeft nog geen prijsplafond. Daar wordt wel aan gewerkt, maar het gaat pas op 1 januari in. Dergelijke ingrepen drukken ook de inflatie. Wel is dit jaar de energiebelasting en de btw op energie verlaagt. Ook dat vertaalt zich in een lager inflatiecijfer.

(Lees ook: Waarom ligt de inflatie hier zoveel hoger dan in andere landen? van mijn collega Vian Schouten.)

Song of the week - Dreigende taal van president Putin

Podcast

De gevolgen van de energiecrisis zijn pijnlijk zichtbaar. Steeds meer mensen kunnen de gasnota niet betalen, bedrijven gaan failliet. Maar wat voor impact heeft dat op de lokale samenleving? Dat bespreken Herman Stam en ik in een nieuwe aflevering van de podcast Kwestie van Centen. Voor een speciale serie leg ik het gevoel van de straat vast. Ik was op bezoek bij een gigantisch sportcomplex in Dordrecht, waar de energiekosten de halve begroting opeten. Gezien het belang voor de gemeente kan een dergelijke vereniging niet zomaar de deuren sluiten. Ook op Spotify en iTunes.

Wil je mij als spreker?

Vrijdagavond was ik in Terborg, in de Achterhoek. Aan leden van Sociëiteit de Roode Leeuw vertelde ik over de ernst van de inflatie, de grote economische onzekerheden en de structurele trends waar ondernemers mee te maken hebben. Het werd een levendige en interactieve avond waarbij ik talloze vragen beantwoordde over de actualiteit. Het was een mooie avond.

Wil je mij ook boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]. Of zoek contact met Sprekershuys, lees hier mijn profiel. Rechtstreeks kan ook: [email protected].

Reply

or to participate.