• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de cijfers - Editie #163: waarom draaien ondernemers op voor de tegenvallers? En: kil Nederland, nu en in '40-'45, is er een parallel?

Achter de cijfers - Editie #163: waarom draaien ondernemers op voor de tegenvallers? En: kil Nederland, nu en in '40-'45, is er een parallel?

Goedemorgen! Hier is weer een nieuwe 'Achter de cijfers'. Uiteraard bespreek ik de uitkomst van de Voorjaarsnota waarin het kabinet een oplossing voor alle financiële tegenvallers moest zoeken. Ook kijk ik naar een nieuw arrest van de Hoge Raad voor spaarders en naar de krapte op de arbeidsmarkt.

Maar het spannendst vind ik zelf een groter stuk waarin ik de problemen met toeslagen in een breder historisch perspectief probeer te plaatsen. Het is een gewaagde link, maar dat verband dringt zich wel steeds vaker aan me op: die tussen de huidige problemen en de manier waarop Nederland in de Tweede Wereldoorlog en vlak erna omging met de Jodenvervolging. Het was zoeken naar woorden, nadenken over formuleringen, want dit is natuurlijk zeer precair. Daarom ben ik des te benieuwder wat je ervan vindt. Er staan boekentips en luistertips bij. Die zijn van harte aanbevolen.

Vind je deze nieuwsbrief de moeite waard, laat dat dan weten via een reactie of een like. En aarzel niet om reclame te maken voor 'Achter de cijfers' bij je familie, vrienden en collega's.

Veel leesplezier!

Verbouwing

Enkele maanden na het aantreden van het kabinet-Rutte 4 moest de coalitie de begroting alweer verbouwen. Daarmee werd het proces rond de Voorjaarsnota wel heel bijzonder. Het komt niet zo vaak voor dat er al zo snel, in het lopende begrotingsjaar, moet worden versleuteld.

De rondgang van premier Mark Rutte en minister Sigrid Kaag van Financiën deed enigszins denken aan de ronde die toenmalig minister van Financiën Jan Kees de Jager in het voorjaar van 2012 maakte. Toen moest er halsoverkop een akkoord met de oppositie worden gesloten over een groot saneringspakket. Alleen was het toen dikke crisis en bleken oppositiepartijen GL en CU bereid mee te doen. Nu hield iedereen de boot af. De blik van Kaag als dat van een oorwurm sprak boekdelen.

Nu is de bijstelling van de begroting uit de ministerraad gekomen zonder concrete politieke deal met oppositiepartijen. Het zal allemaal wel bij de nieuwe bestuurscultuur horen. De komende tijd moet blijken hoe groot de politieke steun is. In de bijstelling wordt er voor miljarden verspijkerd, maar de optelsommetjes die hier en daar verschenen van wel €20 miljard, die kloppen toch niet echt. Het is een brij van structurele en incidentele posten, voor verschillende jaren.

In het lopende jaar 2022 wordt het meest verspijkerd. Dat komt met name door de compensatie van de spaartaks. Die kost vooralsnog €3,6 miljard, waarvan het grootste deel dit jaar valt. Dat kan het kabinet niet allemaal in dit lopende jaar gefinancierd krijgen en dus loopt het begrotingstekort dit jaar op. Het zou 2,4% worden zonder deze Voorjaarsnota-afspraken, het wordt nu 3,4%.

Je ziet hier dat de groene lijn (Voorjaarsnota) de ingezette trend van het regeerakkoord (oranje) bevestigt. Voordat het akkoord van Rutte 4 tot stand kwam, zou het begrotingstekort voorzichtig richting de nul lopen. Maar doordat de coalitie heeft gekozen voor spenden, blijft het tekort hangen rond de 3% de komende jaren.

De staatsschuld loopt wel harder op. In 2021 was er een fikse meevaller. De economie draaide beter dan verwacht en daardoor waren de belastinginkomsten groter. Met Prinsjesdag werd nog gevreesd voor een tekort van 6%, in maart dacht het Planbureau nog -4,4%, het is uiteindelijk -2,5% geworden. Dat gaf deze Voorjaarsnota een veel betere startpositie. Maar door het hogere tekort dat nu in 2022 valt, loopt de staatsschuld alsnog harder op (groene lijn) dan in maart nog was berekend (oranje). Van een afbuiging van de schuld (zonder coalitieakkoord, blauw) was al geen sprake meer sinds het regeerakkoord.

Met de Voorjaarsnota worden zowel eenmalige zaken geregeld als structurele. Die eenmalige kostenpost van de spaartaks is fors. Maar als je kijkt, wat er structureel verandert, dan lijkt dat nog mee te vallen. De overheidsuitgaven gaan structureel met circa €3 miljard omhoog, de lasten ook met dat bedrag. De AOW gaat wel meestijgen met het minimumloon (7,5% in drie stappen) en dat kost ongeveer €2,3 miljard maar daarvan wordt het grootste deel (€1,8 miljard) gefinancierd door AOW'ers: de ouderenkorting gaat minder omhoog en de inkomensondersteuning IOAOW wordt gefaseerd afgeschaft. De grootste structurele post van deze Voorjaarsnota is het extra geld (€2,2 miljard) dat naar Defensie gaat.

Opvallend is de manier waarop die structurele uitgavenstijging van €3 miljard is gefinancierd: uit box 2, box 3 en via de winstbelasting. De heffingsvrije voet in box 3 (de spaartaks) zou van €50.000 naar €80.000 gaan, maar dat gaat nu niet meer door. Dat is wel logisch, want het steeds verhogen van deze belastingvrije voet was een lapmiddel om spaarders te ontzien. Er komt nu een aangepaste spaartaks, die meer rekening houdt met spaarders die geen rendement maken, dus deze verhoging is overbodig geworden.

Het grootste deel van het pakket wordt gefinancierd door bedrijven. Middelgrote bedrijven die nu nog het lage tarief (15%) in de winstbelasting betalen gaan straks alsnog het hoge tarief (25,8%) betalen omdat de grens tussen die twee schijven wordt verschoven van circa 4 ton winst naar 2 ton. Pak 'm beet 20.000 bedrijven gaan dan naar de dure schijf. Dat levert €1,3 miljard op. Beetje zuur, want die winstgrens was net verhoogd. Dat was dus een eenmalig voordeel.

Verder gaan de tarieven in box 2, voor BV's, omhoog, moeten directeur-grootaandeelhouders zichzelf een hoger inkomen toekennen (waar ze belasting over moeten betalen). Dat levert €155 miljoen op. Verder gaan de inkomens uit box 2 en box 3 meetellen voor de algemene heffingskorting van box 1. De belastingkorting is lager naarmate je inkomen hoger is. Tel je box 2 en 3 mee, dan zit je sneller aan je max en daalt die korting. Klinkt heel technisch, maar het levert wel €325 miljoen op. Tot slot moet het versoberen van de expatregeling ook nog €85 miljoen opleveren.

Ik denk dat de werkgeversorganisaties er enerzijds niet blij mee zijn dat ongeveer de helft van de lasten nu worden betaald door ondernemers, maar dat ze het uiteindelijk nog vinden meevallen wat de prijs is die ze moeten betalen. Zorgelijker is de tendens, het gemak waarmee naar het bedrijfsleven wordt gekeken als de politiek een probleem heeft. Op Prinsjesdag werd ook op een achternamiddag de winstbelasting verhoogd omdat er allerlei politieke wensen waren. Nu wordt weer meteen vooral naar de lasten voor bedrijven gekeken. Je vraagt je af of daar een economische visie achterzit of alleen maar een makkelijk sentiment.

(Kijk Op1 terug, waarin ik met Thomas van Groningen de uitkomst van de Voorjaarsnota bespreek.)

Spaartaks

Het kabinet kwam vrijdag met de schrik vrij toen de Hoge Raad uitspraak deed over een spaarder die níet had meegedaan met de collectieve zaak tegen box 3. Het leek er eerder dit jaar sterk op dat staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën van plan was alle gedupeerde spaarders te compenseren voor de te hoge belasting. Maar omdat dat een groot financieel probleem opleverde (dat zou zomaar €12 miljard kunnen kosten) koos hij eieren voor zijn geld en begon met de 60.000 bezwaarmakers (dat kost voorlopig €3,6 miljard).

Bij die keuze verwees Van Rij naar een lopende zaak bij de Hoge Raad van een spaarder die niet had meegedaan met die grote rechtszaak, maar die nog toch compensatie eiste. Dat is zeer relevant, want de Belastingdienst vreest talloze bezwaren en procedures die de dienst handenvol tijd gaan kosten. Is je aanslag definitief vastgesteld, dan kun je altijd nog om ambtshalve vermindering vragen als de betaalde belasting bij nader inzien zeer onredelijk is.

De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat deze specifieke spaarder niet alsnog recht heeft op ambtshalve vermindering op basis van de uitspraak van kerst 2021. Zijn aanslag was al definitief voor die uitspraak en alleen bezwaren ingediend voor kerst komen in aanmerking voor compensatie, aldus de rechters.

Dit betekent overigens niet dat de staatssecretaris de overige spaarders niet mág compenseren. Sterker nog, het is de bewindspersoon die expliciet kan aangeven dat de ambtshalve vermindering ook wordt toegepast op spaarders die niet bij die 60.000 horen.

Ik zou dat veel rechtvaardiger vinden dan alleen die 60.000 te compenseren. Bezwaar maken tegen je aanslag doe je toch vooral als je meent dat er fouten zijn gemaakt. Dit gaat over de onrechtvaardigheid van de belasting, namelijk meer belasting betalen dan je aan spaarinkomsten hebt gehad. Wie braaf jaar na jaar zijn belasting betaalde en zich erbij neerlegde dat de taks niet eerlijk was, is nu de pineut.

De kring is uiteindelijk wel groter dan die 60.000. Want voor alle aanslagen die nog niet definitief zijn, moet wel compensatie worden geboden. Dat betekent ook dat de belasting over 2021 en 2022 wordt aangepast op basis van die compensatie. Dat betekent dat niet-bezwaarmakers wel een andere belasting krijgen over 2021, maar niet over 2020. Alleen omdat ze niet zo clever waren om bezwaar aan te tekenen.

(Lees het artikel van mijn collega Willemijn van Benthem Piet (65) klaagde te laat over spaartaks en loopt nu compensatie mis: ’Ik durfde eerst niet’. En dit artikel waarin ik drie mensen spreek die getroffen zijn, oud-ondernemers of ouders die een letselschade-uitkering voor hun kind beheren.)

Krapte

Niet eerder was de situatie op de arbeidsmarkt zo gespannen. De verhouding werklozen-vacatures is uitzonderlijk, tegenover elke 100 werklozen staan nu 133 vacatures. In het vierde kwartaal van 2021 was het al uitzonderlijk dat die verhouding door de 100 heen ging, nu zit die dus op 133. Ook het CBS zelf noemt dat uitzonderlijk.

Twee bewegingen komen samen, een tijdelijke en een structurele. Tijdelijk: door de enorme boom na de coronacrisis is de vraag fors toegenomen. Dat merken alle sectoren. Goed nieuws dus. Alleen is de vraag zo hard gestegen, dat ondernemers van gekkigheid niet weten hoe ze met hun zittende personeelsbestand aan al die vraag moeten voldoen. En dus gooien ze er massaal nieuwe vacatures uit. Structureel: de vergrijzing. De verhouding tussen mensen die kunnen werken en gepensioneerden verandert gestaag. We moeten de samenleving draaiend houden met relatief minder mensen. Ik zeg relatief, want de beroepsbevolking groeit nog wel.

De klap komt tussen 2025 en 2035 als het aanbod van arbeid nauwelijks meer groeit, zo waarschuwt Egbert Jongen van het Centraal Planbureau:

"In de afgelopen twintig jaar zijn er zo’n 1,5 miljoen mensen bijgekomen op de arbeidsmarkt, onder andere doordat meer vrouwen en meer ouderen zijn gaan werken. De komende jaren groeit dat aanbod nog wel enigszins, maar dan houdt het een decennium lang bijna op. Tussen 2025 en 2035 verwachten wij een flinke afvlakking, dan komen er maar zo’n 100.000 mensen bij op de arbeidsmarkt. Het is nu krap en het blijft waarschijnlijk lange tijd krap."

Tegen die achtergrond moet je dus ook kijken naar alle politieke ambities rond zorg, onderwijs, defensie en klimaat. De publieke sector wil een steeds groter beslag leggen op de arbeidsmarkt. Maar lukt dat wel? En tegen welke prijs? Als bedrijven worden weggedrukt, dan kost dat economische groei. Mijn indruk is dat er nog niet echt een duidelijke visie is vanuit het kabinet op deze verdere krapte op de arbeidsmarkt en wat dit betekent voor eigen ambities en voor de economie.

Een belangrijke nuancering van deze krapte is het onbenut arbeidspotentieel, zoals het CBS dat noemt. Maar liefst 1,1 miljoen behoren tot deze groep. Dat zijn mensen die buiten de officiële werkloosheidsstatistieken vallen, omdat ze bijvoorbeeld wel gezocht hebben naar werk maar niet direct beschikbaar zijn of die wel beschikbaar zijn maar niet zochten. Een werkloze moet volgens de formele zowel meteen beschikbaar zijn als recent gezocht hebben. Daar zit dus nog een potentieel van bijvoorbeeld mensen die langdurig zonder werk zitten, in de bijstand.

Verder zitten in die 1,1 miljoen mensen honderdduizenden die in deeltijd werken en meer uren zouden willen werken. Het is zaak te bedenken hoe we die willige parttimers zo ver kunnen krijgen. Dat vergt creativiteit van werkgever als een starre houding rond werktijden en werk-zorg-combinatie het probleem vormt. En het kabinet moet de belastingen zodanig aanpassen dat het ook loont om meer te gaan werken. Want die fiscale prikkel ontbreekt nu vaak door aflopende belastingkortingen en wegvallende toeslagen, die ervoor zorgen dat er netto weinig overblijft van de meer gewerkte uren.

Volksaard

Als een mokerslag kwam die ene zin binnen: 'Na de oorlog kreeg ze een omvangrijke belastingaanslag opgelegd, omdat haar administratie niet zou kloppen.' In de epiloog van 'Truus van Lier, het leven van een verzetsvrouw', een prachtige biografie door Jessica van Geel, wordt beschreven hoe het alle andere personen in dit boek is vergaan. Truus is gefusilleerd door de Duitsers, omdat ze de NSB-hoofdcommissaris van politie Gerard Kerlen had omgelegd. Maar hoe was het met nicht Trui van Lier afgelopen? Zij redde ongeveer 150 Joodse kinderen via een speciaal daarvoor opgezette kinderopvang, 'Kindjeshaven':

"Na de oorlog kreeg ze een omvangrijke belastingaanslag opgelegd, omdat haar administratie niet zou kloppen. Ze had in haar schriften inkomsten voor haar 'stiekeme kinderen' geregistreerd, geld dat ze in werkelijkheid nooit had ontvangen. Pas in 1995 kreeg Trui hiervoor eerherstel."

Ik vond het levensverhaal van Truus van Lier al bijzonder en heel mooi beschreven door Van Geel. Maar vooral deze zinnen over nicht Trui bleven dagen bij mij na-echoën. Je kunt niet anders dan denken aan onze huidige kinderopvangtoeslagaffaire. Ook dezer dagen weer volop in het nieuws door het Kamerdebat over de uit huis geplaatste kinderen van getroffen ouders en door de treurige constatering, ook deze week, dat de afhandeling van de compensatie dramatisch verloopt.

Kun je de situatie van de Tweede Wereldoorlog wel zomaar linken aan de problemen in de overheidsuitvoering van vandaag? Ik realiseer me dat die vergelijking misschien erg ver gaat. Maar als je toch probeert de overeenkomsten te zoeken, dan begrijp je ook beter wat er nu, en toen, mis is gegaan. Alleen zijn de mogelijke conclusies die je daaruit kunt trekken heel treurig. Want wat zeggen deze twee zaken over onze overheid, over onze maatschappij, over ons?

Ik zou niet zomaar een parallel durven trekken als dat door anderen al niet eerder was gedaan. Historicus Michal Citroen schreef het boek 'U wordt door niemand verwacht', over de kille wijze waarop Nederland terugkerende Joden uit de concentratiekampen ontving in de periode na de oorlog. Daar ging niet incidenteel wel eens iets mis, nee, Citroen beschrijft een patroon. Ter illustratie vertelt ze over haar opa:

"Mijn opa was 48 jaar en moest voor elke stap vechten om opnieuw te beginnen. Hij was zijn huis en bedrijf kwijt, maar de verzekering wilde niet uitbetalen. Daar kwam de Belastingdienst bij met de vraag wat hij verdiend had in de periode dat hij in het concentratiekamp zat."

Er zijn legio verhalen over de bureaucratische manier waarop met terugkerende Joden wordt omgegaan. Net als bij Trui van Lier zijn hier ook tal van gevallen waarbij overlevenden van de vernietigingskampen naderhand de fiscus op hun dak kregen. Zegt dat iets over onze overheidsorganisatie?

In het boek over Truus van Lier viel me nog meer op. Ongetwijfeld bekende feiten die ik alleen nog niet kende. Zoals de opzet van Kamp Westerbork. Ik wist niet dat dat aanvankelijk een vluchtelingenkamp was, eind jaren dertig bedoeld voor Duitse Joden die Hitler ontvluchtten. En dat de Nederlandse overheid weinig trek had in deze vluchtelingen en de Joodse gemeenschap in Nederland zelf liet betalen voor dit kamp. Zegt dit iets over onze volksaard?

Zowel in een interview bij Nooit meer slapen als in een podcast van journalist Kustaw Bessems trekt Citroen nadrukkelijk parallellen tussen toen en nu:

"Wij zijn alleen maar bezig met bureaucratie en formalisme, dat was toen helemaal niet anders. Het is een Nederlandse traditie, dat is de manier waarop we ons systeem hebben opgebouwd. (...) Hoe haal je het in je hoofd om als Belastingdienst te denken dat je die ouders nog veel dieper in de schulden moet jagen, waarvan je zeker weet dat ze het nooit kunnen betalen. De ouders en hun kinderen gaan totaal de vernieling in. Daar word ik zo kwaad van, omdat de vergelijkingen met de repatriëring van Nederlandse joden bijna een op een zijn. Zo horen wij niet te werken."

Deze citaten komen uit dat radio-interview. In de podcast van Volkskrant-journalist Kustaw Bessems (luistertip!) wordt de geschiedenis van net na de oorlog ook specifiek gekoppeld aan de discussie over 'de menselijke maat' nu. Die podcast heeft als titel 'De bestuurlijke kilte van Nederland' meegekregen. Treffend. Ik was ooit van plan een artikelen-serie te maken over al die uitvoeringsproblemen die er al jaren spelen in Nederland. Aanvankelijk had dat de werktitel 'Kil Nederland'. Ik heb het mapje met ideeën en verhalen nog in mijn pc staan. Van die serie kwam het helaas niet, maar inmiddels is dit thema niet meer weg te denken in het publieke debat.

In het boek van Van Geel trof me ook de Nederlandse wens in 1939 en 1940 om neutraal te blijven. Natuurlijk wist ik dat wel, maar soms moet je dingen die je al weet nog eens goed tot je door laten dringen. Terwijl in Duitsland het absolute kwaad aan de macht was gekomen, wilde de Nederlandse regering geen keuze maken? Wij dachten destijds dat we ons niet hoefden uit te spreken? Natuurlijk was op dat moment nog niet bekend dat er tussen 1940 en 1945 een afschuwelijke genocide zou gaan plaatsvinden. Maar was de Kristallnacht van november 1938 niet al een voorbode? Nederlanders die destijds kritisch waren op Hitler konden in Nederland bestraft worden wegens belediging van een bevriend staatshoofd. Laat dat eens tot je doordringen. Ik kan niet anders dan denken aan Shell-topmannen in de datsja van Poetin - of aan een bierdrinkende Willem-Alexander met deze Russische president. Als wij moeten kiezen tussen koopman en dominee, klampen we ons zo lang mogelijk aan die koopman vast. Dat was toen zo, dat is nu nog zo.

Als er echt overeenkomsten zijn tussen de toeslagaffaire nu en de behandeling van Joden voor en na de oorlog, wat zijn dan die parallellen? Daar wordt het best tricky, dus al te stellig zal ik niet zijn. Wat wel meteen te binnenschiet, is de behoefte aan regels en structuur, bureaucratie dus. Wij Nederlanders willen dingen graag netjes regelen en hebben een hekel aan uitzonderingen die precedenten scheppen. Extreem gesteld: waarom zou je een terugkerende Jood uit Auschwitz niet aanspreken op zijn achterstallige ozb en andere Nederlanders wel? Klinkt dit cru? Zo is het wel gegaan.

Als we onze hand over ons hart strijken, dan dreigt misbruik. Mensen kunnen wel zeggen dat hun kind onterecht huis is geplaatst, maar als we al te toeschietelijk zijn om die zaken nog eens nader te bekijken, dan moeten we dat in heel veel andere gevallen misschien ook doen. Tja, dan is het einde zoek. Of: ruimhartig zijn naar vluchtelingen klinkt misschien mooi, maar voordat je het wel zijn de sluizen open en dreigt de befaamde aanzuigende werking. Kunnen die Syriërs niet in 'de regio' worden opgevangen? Laten we die Duitse Joden maar niet al te goed huisvesten.

Vertrouwen is goed, wantrouwen is beter. Liever raken we een paar honderd ouders in de toeslagaffaire onterecht, dan dat we een handvol Roemeense fraudeurs laten lopen. Ik weet het, dit is opnieuw scherp gesteld, extreem misschien, maar zo is het feitelijk wel gegaan. Nu we de puinhopen zien, zijn we ervan geschrokken. Maar het is beleid dat perfect paste bij de manier waarop we Nederland willen organiseren.

En hebben die ouders het er zelf ook niet een beetje naar gemaakt? Ik heb nooit problemen met de overheid. Dus hoezo zou de toeslagenaffaire mij raken? Waar rook is, is vuur. Ook extreem? Kijk naar de uitslag van de Kamerverkiezingen en constateer dat het toeslagenschandaal nauwelijks een factor was in de verkiezingen. De meeste kiezers hebben niet de neiging dit op zichzelf te betrekken.

Ik ben er nog niet uit. Ik vind het een eyeopener dat je deze historische parallellen kunt trekken. Maar ik vind het tegelijkertijd ook pijnlijk. Want hoe mooi zou het zijn als we alle uitvoeringsellende aan Mark Rutte konden toeschrijven? Of aan het doorgeslagen neoliberalisme, aan de marktwerking? Dan staat deze problematiek veilig ver van ons af.

Maar als dit alles iets zegt over Nederland, over onze volksaard en dus ook over onszelf, dan wordt het minder leuk. Het is precies om die reden dat bij boeken over de oorlog, over de Jodenvervolging, over het verzet, altijd weer de vraag zich opdringt: waar zou ik hebben gestaan? Die vraag gaat niet over het verleden alleen, maar ook over het heden. Waar sta ik nu?

In deze documentaire vertelt Trui van Lier waarom ze destijds de fiscale boete toch betaalde (43.40):

Geen commentaar

Song of thhttps://www.getrevue.co/app/issues/current#e week - Rutte gooit al zijn sms'jes weg

Podcast

De onzekerheid over de oorlog in Oekraïne, de hoge inflatie en oplopende rente zorgt voor nervositeit onder beleggers. De koersen op de aandelenmarkt schommelen gigantisch. „Die richtingloosheid is interessant”, vertel ik in de podcast Kwestie van Centen. Samen met collega Herman Stam analyseer ik de huidige ontwikkelingen op de beurs, de cryptomarkt en het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), die onder invloed van DNB-baas Klaas Knot in juli mogelijk de rente gaan verhogen. Hoe zullen de financiële markten daarop reageren? De nieuwste aflevering van de podcast is hier te beluisteren. Ook op Spotify en iTunes.

Wil je mij als spreker?

Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]. Of zoek contact met Sprekershuys, lees hier mijn profiel.

Reply

or to participate.