• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de cijfers - Editie #162: over grenzen aan arbeidsmigratie, brede inflatie én een ode aan Jeroen Brouwers

Achter de cijfers - Editie #162: over grenzen aan arbeidsmigratie, brede inflatie én een ode aan Jeroen Brouwers

Goedemorgen! Na een weekje vakantie weer een gloednieuwe nieuwsbrief op de digitale mat. Deze week kijk ik opnieuw naar de inflatie. Ik zoom dieper in op de prijsstijgingen die om zich heen grijpen búiten de energiekosten om. Hoe hard lopen prijzen in de supermarkten en andere winkels op? Verder neem ik het plan van de Europese Commissie door om de deuren open te zetten voor meer arbeidsmigranten van buiten de EU.

Deze week overleed Jeroen Brouwers, de grote schrijver. Al sinds mijn middelbareschooltijd ben ik een groot bewonderaar van hem. Voor wie dat interessant vindt, sluit ik de nieuwsbrief af met een verhaal over zijn boeken en zijn betekenis voor mij. Ik weet het, dat is niet politiek-economisch, maar ik moest dit gewoon kwijt. Wellicht vind je het de moeite waard.

Zoals altijd mijn oproep: vind je deze nieuwsbrief interessant, laat dat dan aan mij weten via email of likes, maar laat het vooral weten aan vrienden, familie en collega's.

Veel leesplezier!

Gastarbeiders

Als het aan de Griekse eurocommissaris Margaritis Schinas van Migratie ligt komen er vanaf eind van dit jaar Marokkaanse, Egyptische en Tunesische arbeiders onze kant op. Europa heeft grote tekorten op de arbeidsmarkt, in Noord-Afrika zoeken mensen werk. Schinas met het voorstel om in deze drie landen talentenpools op te zetten. Stiekem hoopt de Europese Commissie dat dit ook scheelt in de stroom migranten die ongevraagd naar Europa komen, vaak met gevaar voor eigen leven. Met de drie betrokken landen moeten er deals over deze constructie worden gesloten. Wordt dat een succes dan is de formule uit te breiden naar andere landen in Afrika en ook in Azië.

Doen!, zei werkgeversvoorzitter Ingrid Thijssen deze week stellig in een interview met collega Connie de Jonge. Nederland vergrijst, ondernemers schreeuwen om arbeidskrachten en dus moet de politiek zijn aarzelingen opzij zetten en de poorten opengooien voor niet-Europese arbeidsmigranten:

"Het heeft me eerlijk gezegd verbaasd dat er meteen met orkaankracht tien op het voorstel van de Europese Commissie is geschoten. De hele samenleving heeft baat bij meer arbeidsmigranten. We hebben ze simpelweg keihard nodig. Anders worden er te weinig huizen gebouwd en zijn er straks geen handen meer aan het bed."

Het klopt dat er meteen veel weerstand was tegen het voorstel. En heel vreemd is dat natuurlijk niet. Zo goed zijn onze ervaringen met arbeidsmigratie niet. Dan kun je als Commissie wel zeggen dat het echt om vakkrachten gaat en dat het tijdelijk is, maar dat is een echo uit het verleden toen gastarbeiders hier ook kwamen voor gerichte banen en tijdelijk zouden komen.

In het FD brak columnist Mathijs Bouman een lans voor de Brusselse plannen. Volgens hem heeft de vergrijzing zo'n grote impact op de arbeidsmarkt, dat we niet anders kúnnen dan migranten naar Europa en dus ook naar Nederland halen:

"Arbeidsmigratie uit die regio is onvermijdelijk. Laten we het doen op onze voorwaarden, met respect voor de veiligheid en ambities van de mensen die hierheen komen. Dus niet wachten wie zich aanmeldt na een dure overtocht in een gammel bootje, maar zelf het heft in handen nemen. Een rationeel Europees migratiebeleid voor Noord-Afrika. Zou dat kunnen?"

Opvallend genoeg beweerde die andere, veelgelezen economisch columnist, Franks Kalshoven, in de Volkskrant precies het tegenovergestelde. Hij wees nadrukkelijk op alle nadelen die we de afgelopen decennia hebben ondervonden van massale immigratie. En de spanningen die dat in de samenleving heeft gegeven. Volgens Kalshoven is het plan slecht onderbouwd:

"Komt legale migratie de Europese economie ten goede? Volgens de Commissie helpt migratie de ‘druk op de arbeidsmarkt’ te verlichten, wat dan weer goed is voor ‘het concurrentievermogen’ en de ‘economische groei’. Dat klinkt natuurlijk goed, maar het is een dunne redenering, hoor. En er valt het nodige op af te dingen."

Het kabinet heeft formeel nog niet gereageerd op het Commissie-voorstel. Interessant is dat de coalitie zich in het regeerakkoord niet per se negatief uit heeft gelaten over arbeidsmigratie. Al worden daarin ook niet echt keuzes gemaakt

"Meer structuur in arbeidsmigratie: in de EU is er vrij verkeer van personen. Daarnaast is er ook arbeids- en kennismigratie van buiten de EU. Verschillende bedrijven en sectoren hebben deze mensen hard nodig. Om misstanden bij arbeidsmigratie tegen te gaan, voeren wij de aanbevelingen uit het rapport van Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer) uit. Dit om uitbuiting van werknemers tegen te gaan, slechte huisvesting aan te pakken, en oneerlijke concurrentie en verdringing op de arbeidsmarkt te voorkomen."

Er moet 'meer structuur' komen en mensen zijn 'hard nodig'. Wat betekent dat? Meer mogelijkheden voor kenniswerkers? Of ook meer mogelijkheden voor vakkrachten van buiten om te gaan werken in de zorg of in de installatietechniek, zoals Brussel en VNO-NCW willen?

Opvallend genoeg komt de kritiek niet alleen uit de verwachte rechtse hoek. Zo roerde ook de Arbeidsinspectie de trom. In het jaarverslag liet inspecteur-generaal Rits de Boer zich zeer kritisch uit over arbeidsmigratie, en zeker over de roep om nog meer arbeidsmigranten. Hij wijst op de misstanden die de inspectie dag in dag uit tegenkomt:

"De prikkels voor arbeidsmigratie naar Nederland zijn enorm sterk. Dit komt omdat de arbeidsmarkt in economische zin Europees is, de Nederlandse economie goed draait en een magneet voor nieuwe bedrijvigheid is, wat weer vraag naar arbeid betekent enzovoort; kortom een opwaartse economische groeispiraal."

Daarbij constateert hij dat werkgevers en uitzendbureaus allerlei mensen hier naartoe halen/lokken en die te vaak in slechte contracten onder slechte (woon)omstandigheden hier aan het werk zetten. Daarbij zorgt arbeidsmigratie voor grote maatschappelijke lasten:

"Private verdienmodellen stimuleren arbeidsmigratie maar wentelen de lasten publiek af."

Wat die lasten dan onder meer zijn?

"Die publieke lasten zijn onder andere de grote druk op de woningmarkt waardoor miserabele woonomstandigheden eerder toe dan af zullen nemen, te hoge druk op voorzieningen zoals een te hoge druk op onderwijs. Die externe effecten worden niet ingeprijsd in de private verdienmodellen."

Deze kritiek werd ook werkgeversvoorzitter Thijssen voor de voeten geworpen. Maar zij kwam niet veel verder dan een flauwe jij-bak:

"De Arbeidsinspectie kan beter gaan handhaven dan politieke uitspraken doen. Ze moeten de cowboys die mensen onderbetalen en in krotten huisvesten aanpakken. Dat is hun kerntaak."

Werkgevers hebben er uiteraard een groot belang bij (goedkope) arbeidskrachten van elders te halen. Zo hoeven ze niet te investeren in hun eigen mensen, ze hoeven geen moeite te doen om langdurig werklozen te scholen en te trainen en ze houden druk op de lonen. Zolang er geen antwoord is op alle vragen over huisvesting en integratie zou ik zeer terughoudend zijn om de poorten voor een nieuwe generatie gastarbeiders weer open te gooien.

Prijsexplosie

De inflatie blijft hoog. In april stegen de prijzen met gemiddeld 9,6% (tov april 2021), iets minder dan de 9,7% die in maart gemeten was. Je kunt zeggen: dat valt dan weer mee. Maar de zorg zit hem vooral in de breedte van de prijsstijging. De gestegen energiekosten hebben de inflatie aangejaagd, maar die dure gas, olie en benzine vertaalt zich inmiddels in hogere prijzen in steeds meer producten en diensten.

De blauwe lijn is het gebruikelijke inflatiecijfers. In oranje zie je wat de algemene prijsstijging is als je energie eruit haalt. Je kunt ook nodig voedsel, alcohol en tabak eruit halen, dan hou je de zogeheten kerninflatie over. Dit is het cijfer waar vooral centrale bankiers naar kijken, omdat de wispelturige factoren eruit gehaald zijn. De kerninflatie geeft een goed structureel beeld:

En dat structurele beeld is zorgelijk. De kerninflatie van 3,5% haalt het niet bij die extreme uitschieters van ongeveer 10% van de 'gewone' inflatie, maar je ziet hoe hard het omhoog is geschoten. De laatste keer dat de kerninflatie de 3% aantikte was in 2012/2013, maar wat werd toen veroorzaakt door een btw-verhoging. Ook in 2001/2002 was de inflatie hoog, maar ook in heel andere omstandigheden dan nu. Ik vroeg CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen nog wat die hoge inflatie in 2001/2002 destijds veroorzaakt had:

"In 2001 werden verschillende consumptiegebonden belastingen verhoogd; met name de verhoging van de btw en de energiebelasting hadden een flink opwaarts effect. Voor veel productgroepen bleef ook in 2002 de inflatie hoog. Pas in oktober 2002 zakte de kerninflatie onder de 3 procent."

Ook speelde de invoering van de euro mogelijk een rol. Met name de horeca greep dat moment aan voor prijsstijgingen, al zal de bijdrage voor de totale inflatie beperkt zijn geweest, zo schat Van Mulligen in. Duidelijk is dat we nu in een totaal andere situatie zitten. In plaats van btw- en energiebelastingverhogingen die de inflatie stuwden, zijn belastingen nu juist verlaagd. Zo ging de energiebelasting per 1 januari omlaag en de benzineaccijns per 1 april. Straks volgt nog een btw-verlaging op energie per 1 juli. Ondanks die dalende belastingen is de inflatie juist zeer hoog.

Als we weer teruggaan naar die totale inflatie van 9,6% in april kunnen we die afzetten tegen wat de inflatie zou zijn geweest als de energiebelasting en de benzineaccijns niet waren verlaagd. Dat zie je in de 'afgeleide' inflatie in de gele lijn. Daar zijn belastingmaatregelen uitgehaald. Zonder verlaging van de energiebelasting per 1 januari en de accijnsverlaging per 1 april was de inflatie geen 9,6% geweest, maar 10,9%!

De compenserende maatregelen van het kabinet lopen tot eind van dit jaar. Dit betekent dus dat per 1 januari die prijzen alsnog extra omhoog gaan. Zoals ABN Amro-econoom Jan-Paul van de Kerke zegt:

"Daarmee schuift het kabinet een deel van de inflatie voor zich uit. Dat maakt het voor ons bijna ondoenlijk om de ontwikkeling voor volgend jaar te voorspellen. Wat we wel weten, is dat de energieprijzen tot diep in 2023 hoog zullen blijven.”

Je kunt je bijna niet voorstellen dat het kabinet na 31 december stopt met compenseren. Zeker ook omdat de meeste mensen pas in de komende tijd gaan merken wat het effect van de gestegen energieprijzen is voor hún energienota. Het zal nog een tijd duren voordat al die contracten verlopen en vervangen zijn. De huidige hoge inflatie wordt nog lang niet door iedereen ook daadwerkelijk in de portemonnee gevoeld. Die klap komt voor de mensen pas later.

ABN Amro rekent er dan ook op dat consumenten hun hand pas in de tweede helft van dit jaar op de knip gaan houden. Dat kan leiden tot teruglopende consumptie en daarmee tot 'een afkoeling' van de economie in 2023.

De grote zorg voor nu is de prijsstijging bij steeds meer andere producten en diensten. Veel ondernemers zien hun kosten stijgen en die prijsprop in de keten van producenten en leveranciers komt uiteindelijk deels of geheel bij de consument terecht. Dat proces is in volle gang.

Geen commentaar

Song of the week - Brussel wil meer arbeidsmigranten

Podcast

Scholen die maar vier dagen open zijn, lange rijen bij Schiphol en horecazaken die gesloten blijven vanwege een personeelstekort. De huidige krapte op de arbeidsmarkt is alle records aan het verbreken. Samen met Herman Stam bespreek ik in 'Kwestie van Centen' wat deze krapte voor gevolgen gaat hebben voor de maatschappij. Moeten pensionado’s weer aan de slag? Is de ‘hippe’ vierdaagse werkweek nog wel realistisch? Of gaat het nieuwe migratieplan van de Europese Commissie een oplossing bieden? Luister de nieuwste aflevering hier. Ook op Spotify en iTunes.

Wil je mij als spreker?

Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]. Of zoek contact met Sprekershuys, lees hier mijn profiel.

Jeroen Brouwers (1940-2022)

"Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt." Deze zin staat prominent in ‘Bezonken rood’ (1981), het allereerste boek dat ik van Jeroen Brouwers las. En sindsdien hield ik niet meer op. Ik liep zijn bibliografie deze week langs op wikipedia en ik heb 17 van zijn titels gelezen. Van geen enkele schrijver staan er meer boeken op mijn plank dan van hem, al komt Simon Vestdijk heel dicht in de buurt.

‘Bezonken rood’ is een aangrijpend boek over een zoon die vervreemdt van zijn moeder in het jappenkamp. Jarenlang, als de moeder overlijdt, blikt de inmiddels volwassen zoon terug. Hij analyseert hoe zijn liefde voor zijn moeder in zijn jeugd verdween. Haatte hij haar, of liet zij hem koud? Tijdens de zoveelste marteling van zijn moeder in het kamp hield hij plotseling op van haar te houden, zo schrijft Brouwers dramatisch. In het levensverhaal heeft alles met alles te maken, alles staat in verbinding met iets anders. Zowel in die levens als in de literatuur die eruit voort is gekomen: niets bestaat dat niet iets anders aanraakt.

Dit boek trof mij als middelbare scholier enorm. Ik was direct geraakt door het drama en gefascineerd door het proza. Dat je zo kon schrijven! In prachtig geformuleerde zinnen, in barok Nederlands, trefzeker en filosofisch. Het zette in mijn hoofd alle radertjes aan het draaien. Dankzij de Nederlandse literatuur, eerst Maarten ’t Hart en Marga Minco, was ik al enthousiaster gaan lezen. Het was vooral Jeroen Brouwers die mijn liefde voor het boek bezegelde. Dit was fantastisch.

Het bericht van zijn overlijden deze week deed me dan ook wel iets. Brouwers was bij mijn sinds mijn jeugd. En dankzij zijn productiviteit tot op hoge leeftijd was hij er nog steeds. Ik was met hem opgegroeid en met hem meegegroeid. De romans rondom ‘Bezonken rood’ fascineerden mij omdat ze zo hecht met elkaar verbonden waren, tot in de titels aan toe. ‘Zonsopgangen boven zee’ (1977), ‘Zomervlucht’ (1990), ‘Het verzonkene’ (1979), ‘De zondvloed’ (1988), de zon was nooit ver weg in de romantitels. Steeds kwamen ook dezelfde thematieken voorbij, dezelfde flarden van verhalen, dit was bouwstenen van een grote literaire kathedraal.

Met de bijna 1000 pagina’s tellende ‘De zondvloed’ leek hij zijn ultieme roman te hebben geschreven. Het is een moeilijk leesbaar boek, omdat het veel gedachtenstromen en veel mooischrijverij bevat en verhoudingsgewijs minder verhaal. Als jonge Brouwers-fan koos ik deze dikke als onderwerp van mijn scriptie voor Nederlands. Het boek was toen nog niet zo lang uit, ik vermoed dat mijn docent (meneer Bakker) het nog niet gelezen had. Fanatiek ging ik thema’s tellen, hoe vaak kwamen vliegen voor in het boek, waar ging het over zee en water? En wat betekenden die thema’s dan? Het was een ondoenlijke exercitie. Nog altijd staan de eerste 200 bladzijden van mijn exemplaar vol potloodonderstrepingen.

Brouwers kreeg me zelfs aan het tekenen. Want mijn scriptie was mijn levenswerk en moest worden voorzien van een mooie voorplaat. Onder begeleiding van mijn lieve moeder tekende ik met houtskool een nogal troosteloze schets van onder water staande bomen met een hand die boven het water uitsteekt en in rode waterverf de zon van de Japanse vlag. Voor mijn doen behoorlijk creatief.

Later maakte ‘De laatste deur’ (1983) diepe indruk. In dit vuistdikke boek schrijft Brouwers prachtige biografieën van schrijvers die zelfmoord pleegden, een morbide interesse van hem. Gezien de zwartgalligheid van zijn werk heb ik steeds gedacht dat Brouwers zelf dit lot ook ooit beschoren zou zijn. Maar daarmee vereenzelvigde ik – nogal kinderlijk eigenlijk – zijn persoon teveel met de hoofdpersonages van zijn boeken. (Brouwers werd 82 jaar en ging ‘gewoon’ dood.) ‘De laatste deur’ is een indrukwekkende reeks odes aan bekende en minder bekende schrijvers.

Na zijn romans vol symboliek in die periode van de drie Indië-romans leek zijn oeuvre af. Maar hij vond zichzelf opnieuw uit. Vanaf ‘Geheime Kamers’ (2000) werd hij meer verhalend. De hoofdpersonen heetten ook niet meer altijd ‘Jeroen Brouwers’ en hij leek wat indirecter uit zijn eigen leven te putten. Tot dan toe had hij zijn eigen leven ‘verliteratuurd’, vanaf dat moment leek er meer literaire ruimte en vrijheid te ontstaan. Roman na roman was raak, het grote publiek werd volgens mij steeds beter bereikt.

Met ‘Het hout’ (2014) bereikte hij het beste van twee werelden. Hij putte nadrukkelijk uit zijn eigen jeugd in het katholieke internaat, maar schreef tegelijkertijd ook een meeslepend én naar de keel grijpend verhaal over misbruik in de katholieke kerk. Dat wereldje kwam prachtig tot leven, tot in alle vleselijke en lichamelijke details. Ik voel de stugge pij van de monnik nog kriebelen als ik aan dit boek denk. En ik zie de afranseling nog voor me.

Dat Brouwers bovenal een taalvirtuoos was, bewees hij met zijn laatste boek ‘Client E. Busken’ (2020), waarin hij een demente man gebruikt om alle taalregisters open te kunnen trekken. In een stream of consciousness kan hij deze bejaarde alles laten denken. Want gezegd wordt er niet veel in dit boek. De tijdspanne is beperkt, de mogelijkheden in het hoofd van de man zijn juist onbeperkt.

Jaren geleden werd ik gebeld door de redactie van ‘Met het oog op morgen’ of ik iets wilde vertellen over mijn liefde voor Brouwers. Hij vierde zijn vijftigjarig schrijverschap. Daar zat ik samen met documentairemaker Cherry Duyns, een echte kenner. Ik was slechts een amateur, een liefhebber. Maar ik had wel ogenblikkelijk ja gezegd tegen het verzoek. Want een kans om publiek mijn liefde voor de schrijver te betuigen liet ik niet lopen. De redactie vond het grappig dat een financieel journalist ook van andere dingen dan economie houdt. Tja, ik ben nu eenmaal meer dan alleen cijfers en getallen.

In de uitzending mocht ik het beroemdste fragment voorlezen uit ‘Bezonken rood’, een stukje dat ik altijd heftig en mooi tegelijkertijd vind:

Ik heb mijn ouders nauwelijks gekend, ook dat is al door mij geboekstaafd, de uitverkoop van mijn leven is bijna geëindigd, mijn werk is nu spoedig voltooid. Laat ik mij niet cynischer voordoen dan ik ben, en beslist ook niet sentimenteler, - maar mijn moeder heb ik in ieder geval toen gekend, in die oorlogsjaren in het Jappenkamp, waar ze mij heeft leren lezen.

Dat kamp heette Tjideng. Het was het kamp van de zeer gevreesde, zeer beruchte commandant de Japanse kapitein Kenitji Sone; in 1946 werd hij als oorlogsmisdadiger geëxecuteerd; ik herinner mij hem; hij persoonlijk heeft mijn moeder afgeranseld en met zijn bespoorde laarzen getrapt en ik persoonlijk heb dat gezien.

‘Dat zij koninklijk was.’ ‘Ze sloegen mijn moeder tot ze als dood bleef liggen.’ ‘Mijn moeder was de mooiste moeder, op dat moment hield ik op van haar te houden.’ Zo is het door mij geboekstaafd, zoals ook door mij is geboekstaafd: ‘Ik ga haar, als ze eerdaags komt te sterven, niet mee begraven.’

Ik kreeg een brok in mijn keel tijdens het voorlezen. Na dit fragment kon ik met moeite uitleggen waarom ik het zo mooi vind en waarom dit me zo raakte. Blijkbaar raakt het aan heel diepe emoties, aan eigen gevoelens van zoon en moeder. Hoe een getekend leven ook die relatie sterk kan beïnvloeden. En dan verwoord in zo heftige taal. De zinnen zijn me altijd bijgebleven en doen me nog steeds wat.  

Reply

or to participate.