• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de cijfers - Editie #147: over glorende coronahoop, uitblijven van een plan, lage lonen en nieuwe muziek

Achter de cijfers - Editie #147: over glorende coronahoop, uitblijven van een plan, lage lonen en nieuwe muziek

Het is weer weekend, dus hier ligt een nieuwe nieuwsbrief. Ik heb een enerverende week achter de rug waarin ik derde werd bij De Slimste Mens. Leuk om zoveel reacties te krijgen. Maar het was ook om andere redenen een bijzondere week. De kinderen zaten na een week school alweer thuis. Net als veel andere basis- en middelbare scholen kampt ook onze school met de vele besmettingen. Met drie besmettingen in de klas stuurt de GGD die naar huis. Daar zaten we weer, aan het thuisonderwijs. Houdt het dan nooit op?

In deze nieuwsbrief ga ik uitgebreid in op de dilemma's van het coronabeleid. Deze week was er een Kamerdebat, die vrij bloedeloos en nietszeggend was. Maar misschien ligt juist daar het probleem. Wat is het plan?

Vind je de nieuwsbrief leuk, like hem dan en stuur hem door aan familie, vrienden of collega's. Ik wens je ook deze week weer veel leesplezier!

Corona - versoepelingen

De horeca voerde zaterdag actie, de cultuur woensdag. Aan alles merk je dat de huidige coronamaatregelen voor deze twee sectoren amper meer houdbaar zijn. Nu steeds meer landen hun (veel minder vergaande) maatregelen loslaten wordt het steeds moeilijker uit te leggen dat wij nog in een halve lockdown zitten. In de persconferentie van dinsdag moet duidelijk worden welke ruimte horeca en cultuur gaan krijgen.

In het coronadebat van donderdag was premier Mark Rutte nog zuinigjes. Hij hoopte op meer ruimte. Maar hij hintte erop dat de uiterste mogelijkheid lijkt te zijn dat we teruggaan naar het regime van voor de lockdown - voor horeca en cultuur nog steeds een karig perspectief:

"En inderdaad, als er ruimte is om te versoepelen, zal het kabinet het eerst kijken naar de horeca, de cultuursector en de evenementensector. Ik heb dat ook vorige week vrijdag gezegd. En ik voeg daar thans publiek sport aan toe, want dat heb ik vorige week niet genoemd. (...) Kunnen we volgende week terug naar wat we hadden voor 18 december? Dat is de maatregel dat alles open is van 05.00 uur 's ochtends tot 17.00 uur 's middags. Kan dat? Of kan er zelfs meer dan dat? Dat moet echt blijken uit de cijfers die we krijgen."

Op tafel heeft een opening tot 15u gelegen, maar daar hebben horeca en cultuur weinig aan. De laatste berichten wijzen erop dat de horeca wellicht tot 20u open zou mogen. De vraag is dan of de culturele sector wél in de avonduren open mag, anders kunnen die alleen maar matinee-voorstellingen doen. Dát er iets gaat gebeuren is wel duidelijk. Na de ministerraad zei Rutte het zo:

"En dan willen we het ook echt doen in die sectoren die tot nu toe ernaast grepen, bij de vorige verruiming. Dus cultuursector, maar ook de horeca, de evenementen en het publiek bij sportwedstrijden. Maar wat er dan kan en in welke mate moeten we echt heel precies de komende dagen dat bezien."

In Op1 zei Marcel Levi, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijke Onderzoek, dat alles wel opengegooid kan worden. Weliswaar stap voor stap, maar met een concreet vooruitzicht van wat wanneer kan. Hij verwijst naar de ervaringen in Spanje, Engeland en Denemarken. In deze landen wordt corona al als endemisch gezien. Zij brengen 'leren leven met corona' al in de praktijk.

Ik sprak hem nog eventjes voorafgaand aan de uitzending. En vroeg naar ervaringen in die andere landen met langetermijnplannen, zoals we die in Nederland nu proberen te maken. Maar hij lijkt daar weinig heil in te zien. De ziekterisico's van de omicron-variant zijn zo laag dat je veel maatregelen los kunt laten. Dus waarom zou je je nog instellen op nieuwe lockdowns in de volgende winter. Als er tegenvallers komen later in het jaar zien we dat dan wel weer, was zijn nuchtere antwoord.

De tragiek voor het kabinet is met de lompe lockdown van half december voor het eerst preventief is opgetreden en met de kennis van nu wellicht onnodig. Omdat het in de Nederlandse politiek niet gebruikelijk is om foute inschattingen toe te geven, is hier tijd en gedraai voor nodig. Terwijl je prima kunt stellen dat met de hoge ziekenhuisbezetting en de lage boostergraad van december het kabinet de onbekende risico's van omicron niet kon negeren.

En na een onnodige lockdown volgen nu tergend trage versoepelingen. Ook dat is een breuk met het beleid tot nu toe. Meestal ging de boel te snel en te enthousiast open. Nu lijkt men langer dan nodig aan beperkende maatregelen vast te houden.

Corona - quarantaine

Complicerend is dat premier Mark Rutte en minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid in de laatste persconferentie de doelen van het coronabeleid lijken te hebben veranderd. Eerst werd er gekoerst om besmettingen, toen op ic-opnames, toen op ziekenhuisopnames en nu lijkt het vooral te draaien om het aantal mensen dat in quarantaine moet.

Omikron valt mee omdat die veel minder vaak tot ziekenhuisopnames leidt. Maar de variant valt niet mee omdat het aantal besmettingen, zelfs tijdens een lockdown, heel hard oploopt. Nu is de zorg dat honderdduizenden mensen tegelijkertijd in quarantaine moeten, waardoor sommige functies de samenleving ontwricht raken. Klassen worden naar huis gestuurd bij drie besmettingen, waardoor deze week leerlingen weer massaal thuis kwamen te zitten.

Minster Kuipers zei er wel iets over in het Kamerdebat deze week:

"Het snelle verspreiden leidt tot een hoog aantal besmettingen, maar op dit moment ook tot een andere druk en belasting van de maatschappij. En dan hebben we het nog niet gehad over uitval van mensen en de berichten die u nu ziet over discontinuïteit in sommige bedrijfstakken."

Maar veel verder dan het constateren komt hij (nog) niet. Bij de persconferentie zei hij ook al dat we 'in een andere fase' belanden. Maar wat die andere fase inhoudt, waarop nu gestuurd moet worden, hoe het OMT hierop moet adviseren, dat is onduidelijk. Rutte zegde toe dat er begin februari een plan ligt voor de korte termijn.

Het zal best lastig zijn een nieuwe balans te vinden. Logischerwijs versoepel je de quarantaineregels - zoals inmiddels is gedaan voor mensen die geboosterd zijn. Zo zijn de regels voor het onderwijs wellicht te rigide. Teveel niet-zieke kinderen zitten nu thuis. Maar maak je de quarantaineregels té soepel, dan jaag je de besmettingen alleen maar aan waardoor er uiteindelijk misschien juist meer, in plaats van minder, mensen thuis moeten blijven.

Inmiddels wil de GGD zelf ook die regels voor de scholen ruimer maken.

In het uiterste geval zou je er dan voor kunnen kiezen om kinderen alleen nog maar naar school te laten gaan als ze geen klachten hebben. Verder laat je kinderen dan ongemoeid, geen tests, geen quarantaine zonder klachten.

Het zou een radicale verandering zijn. Maar misschien hoort dit bij het 'leren leven met het virus'?

Corona - waar blijft het plan?

Wat het kabinet doet op de korte termijn en wat de nieuwe koers wordt, is al niet duidelijk. Maar hoe de langere termijn eruitziet, is helemaal vaag. Zelfs de planning lijkt steeds te schuiven. Er zou eind januari een langetermijnplan komen. Maar stilletjes is de deadline verschoven, zo bleek uit Ruttes inbreng in het coronadebat. Naar verluidt worden de nieuwe ministers teveel opgeslokt door de actualiteit van de dag. Some things never change.

Rutte zei in het Kamerdebat dit over de planning:

"Je wilt geen lockdowns, want dat is allemaal verschrikkelijk, en als we dat kunnen voorkomen, zullen we dat voorkomen. Dat is ook de reden waarom Ernst Kuipers en zijn team werken aan de herijking van de aanpak voor de korte termijn, en daar gaan we ook als kabinet als geheel over praten. Die zal dan begin februari moeten komen. Er wordt ook vreselijk hard gewerkt aan de paraatheid voor de middellange termijn, maar daar kan hij misschien zelf een paar dingen over zeggen. Daar is men druk mee bezig. Dan praat je over de periode na deze winter. En aan de pandemische paraatheid voor de wat langere termijn. Die drie sporen willen wij vormgeven, ook samen met de Kamer, op een manier dat je dit soort dingen kunt voorkomen."

Snap je het nog?

Het langetermijnplan is nu bedoeld voor de middellange termijn. Want voor de lange termijn moeten we ons wapenen tegen toekomstige pandemieën, in het jargon heet dat de 'pandemische paraatheid'. Iets anders dan Covid-19 dus. Maar wat doen we aan het einde van dit jaar met corona? Wat als er toch weer een lockdown dreigt in de volgende winter? Wat als er toch nieuwe varianten opduiken?

Hierboven schreef ik al dat iemand als Marcel Levi redeneert met: dat zien we dan wel. Maar dat is te gemakkelijk. Je kunt niet roepen om perspectief voor horeca en cultuur en vervolgens totaal in het midden laten hoe we met de coronacrisis omgaan als de zaak weer verergert. Dat is nep-perspectief. Wat moet een theaterdirecteur daar nu mee? Die start straks zijn programmering weer op, maar hoe zit het met de planning voor oktober en de maanden daarna? Durven restaurant-eigenaren na een fijne zomer in het najaar weer in te zetten op volle tenten met kerst?

Eerder schreef ik al over de eerste brainstormsessies over dat langetermijnpan dat nu middellangetermijnplan heet. Vanuit meerdere ministeries wordt nagedacht over de implicaties van terugkerende onzekerheid in de winterse maanden. Moeten scholen steeds paraat staan om over te schakelen op thuisonderwijs, gaan we de lange zomervakantie met de kerst houden, moet de horeca een plan hebben als er weer een lockdown komt? Later deze maand zouden de plannen vanuit het ministerie van Volksgezondheid hieraan worden gekoppeld: die gaan met name over oprekken van de zorgcapaciteit.

Opvallend genoeg wordt in politiek Den Haag wel gepraat over die plannen, maar blijft volstrekt onduidelijk wat die plannen behelzen. De inzet van Sophie Hermans, fractieleider van de VVD, is daarvoor typerend:

"De vraag die centraal moet staan, is: wat kan er wel en hoe kan dat veilig? (...) Maar als we altijd alleen maar nee zeggen, komen we geen stap verder. Ik kan alleen maar hopen dat we hier in de komende tijd met elkaar keuzes maken in het belang van al die mensen die alles op alles gezet hebben en die niets liever willen dan weer veilig kunnen doen wat het leven leuk maakt."

Het klinkt sympathiek - wat kan er wel? - maar het is van een ongekende leegheid. Net zoals 'leren leven met het virus' dat is, als dat niet concreet wordt ingevuld, als niet de consequenties worden doordacht. Hopelijk wordt daar intern hard op gestudeerd, want van de nietszeggendheid in het politieke debat word ik niet vrolijk.

Eerlijk gezegd krijg ik steeds meer de indruk dat het denken over die middellange termijn onder druk staat door omikron. Omdat het nu al een paar weken gaat over de vraag of we niet in een endemische situatie belanden - het virus is er nog steeds, maar het gevaar is geweken - wordt het politiek steeds lastiger te verkopen om plannen te maken voor het geval het tóch weer misgaat. Haagse bronnen wekken ook die indruk.

Dat zou betekenen dat beleidsmakers na de ervaringen van 'dansen met Janssen' nu opnieuw in diezelfde val trappen. Dat de hoop dat alle ellende nu voorbij is zo groot is dat die het nadenken of what if-scenario's belemmert. Dat het amper meer in het denken past dat ook na deze meevallende variant er toch nog nieuwe tegenvallers kunnen opdoemen.

Voor al die ambtenaren die nu druk werken aan die plannen voor de langere tijd komt deze fase van de coronacrisis wellicht net iets te vroeg.

Loonstrijd

Met de torenhoge inflatie zou je hopen dat er vakbonden zijn die keihard vechten voor hogere lonen die minstens die prijsstijging compenseren. Voor je beeld: volgens de ramingen stijgen de prijzen drie jaar op met ongeveer 3%. Dat betekent dat we de coronadip in cao-land snel achter ons moeten laten. Anders zakt de koopkracht flink weg.

Als je de berichten van vakbond FNV zelf moet geloven, zit het er voorlopig niet in. De bond bracht deze week een evaluatie over 2021 naar buiten en dat stemt niet hoopvol. In de cao's die de FNV heeft afgesloten van 1 december 2020 - 1 december 2021 is een loonstijging van 1,4% afgesproken. Met een inflatie van circa 2,8% vorig jaar is dat om te janken natuurlijk. En dat realiseert de bond zich ook. Maar doet die bond er ook iets aan? Cao-coördinator Zakaria Boufangacha zei dat zelfs zijn eigen mensen denken dat ze voor loonmatiging moeten gaan:

"Maar het lijkt soms in het DNA te zitten. Ook onze eigen leden gaan soms mee in het denken dat een bedrijf in zwaar weer komt als ze een eerlijk loon eisen."

Heel wonderlijk. Voor de coronacrisis eiste de bond drie jaar op 5% extra loon. Was dat loonmatigings-DNA toen nóg niet afgeschud? Blijkbaar niet. De FNV constateert dat de lonen nu wel enigszins oplopen. Vanaf december 2021 is er een gemiddelde loonstijging van 2,1% afgesproken in de 32 cao's die sindsdien zijn afgesloten. Tegen een inflatie van 3% dit jaar is dat een beginnetje.

Afgezien van de verslaving aan loonmatiging in de polder nekt zich in toenemende mate dat de vakbonden steeds minder leden hebben. Het lijkt erop dat CNV zodanig worstelt dat die bond vaak wel móet tekenen. Alleen in dat geval krijgt de bond immers een financiële werkgeversbijdrage. De FNV is veel rijker en soms fermer. Maar ook die bond kan steeds moeilijker een vuist maken. Waar zie je nog sectorbrede stakingen? Waar worden bedrijven nog langdurig platgelegd? Het gebeurt nauwelijks meer. Als de gematigde vakbondsonderhandelaar het al wil, is er bij de werknemers amper animo voor.

Cao-coördinator Boufangacha:

"Meer leden, meer macht. Overal waar wij sterk zijn en waar onze leden bereid zijn actie te voeren voor een goede cao zien we betere resultaten."

Maar het omgekeerde is dus ook waar. Zo gaan we steeds verder richting het Amerikaanse model waar de bond in enkele sectoren sterk is, maar het in de rest moet laten afweten. En in Nederland is het de vraag hoezeer de bond durft door te bijten. Je moet bij cao-akkoorden altijd goed opletten hoe die loonafspraken in elkaar zitten.

Neem de Uitgeverij-cao, waar journalistenvakbond NVJ nogal trots op is:

Dit is nog een van de betere akkoorden. Maar 5,5% klinkt fraaier dan het is. Om te beginnen moet je 5,5% meer loon over twee jaar afzetten tegen 6% inflatie in diezelfde twee jaar. En kijken we dan naar de concrete afspraken:

"De oude cao liep 31 december 2021 af. Werknemers in het Uitgeverbedrijf krijgen een structurele loonsverhoging van 2,9 procent ingaande per 1 juli 2022 en een structurele loonsverhoging van 2,6 procent ingaande per 1 april 2023 gedurende de looptijd van de beoogde tweejarige cao (2022-2023)."

De loonstijgingen krijg je bijna nooit per 1 januari. Voor de vakbondsonderhandelaar maakt dat niet uit, die telt die percentages gewoon op en presenteert de totale loonstijging. Maar waarom zouden die werkgevers er wel steeds op hameren om die loonstijging op een latere datum te zetten? Waarom zit daar altijd de onderhandelingsruimte? Omdat het werkgevers enorme kosten scheelt. Het maakt voor een bedrijf uit of de lonen op 1 januari met 2,9% stijgen of pas op 1 juli. Die extra loonkosten drukken nu maar voor de helft op de begroting van 2022. De andere helft slaat in 2023 neer en dan zijn de prijzen die dat bedrijf aan haar eigen klanten vraagt weer gestegen.

Daarom rekent het Centraal Planbureau dit soort loonstijgingen altijd om naar jaarbasis. Laten we als voorbeeld eens naar 2022 kijken. In de vorige cao was er een loonstijging van 1% afgesproken per 1 februari 2021 - die telt voor 1/12e mee voor 2022. Verder een plus van 1% per 1 oktober 2021 - die telt voor 9/12e mee voor 2022. En dan die loonstijging in de nieuwe cao van 2,9% per 1 juli 2022 - die telt voor 6/12e mee.

1/12*1% + 9/12*1% + 6/12*2,9% = 0,083% + 0,75%+ 1,45% = 2,28%

Tja, tegen een prijsstijging met 3% over dat jaar, is dat nog heel bescheiden.

Zullen we het rekenvoorbeeld afmaken voor 2023?

6/12*2,9% + 9/12*2,6% = 1,45% + 1,95% = 3,4%

Kijk, dan begint het alsnog aan te tikken. Maar pas in 2023 rolt er dus een loonstijging uit die boven de inflatie ligt. Opgeteld over beide jaren is dat helaas niet geval.

En zoals ik zei is dit nog een redelijk gunstige uitkomst voor werknemers. Bij Heineken werd een week geleden gestaakt. Groot nieuws, werkgever schrikt en biedt meer. Maar nog altijd ónder inflatie. In de ziekenhuizen is een deal die voor de onderste loonschalen behoorlijk gunstig uitpakt. De FNV claimt een loonstijging van 4 tot 10%, waarbij die 10% alleen voor de laagstbetaalden geldt. Maar: de cao loopt 19 maanden (ook een manier om uitkomsten te flatteren, je rommelt gewoon met de looptijd). 4% over 19 maanden zit onder de inflatie van 3% op jaarbasis.

Nu de bond prijscompensatie in de cao-eisen heeft staan zal dat er ook echt moeten komen. Anders is de FNV haar geloofwaardigheid kwijt. Zal dat tot spanningen kunnen leiden dit jaar? Hoogleraar Ton Wilthagen denkt van wel, zo zei hij tegen mijn collega Joost Spijker:

„Een paar tientjes in de min lijkt niet veel, maar veel mensen gaan dat echt merken. Dat kan leiden tot polarisatie en tweedeling.”

Song of the week - Gloort er hoop?

Deze week geen klassieker, geen toepasselijke muziek uit de jaren zestig, zeventig of tachtig. Maar gloednieuwe muziek. Een prachtig liedje van Etan Huijs, die country/folk/americana/pop maakt. Vorig jaar verscheen de schitterende plaat The Monochrome Veil, deze week verscheen EP Dreams in Multicolor. Het liedje Marigold Sun duurt met drie minuten natuurlijk veel te kort, dus zit die maar op repeat. Maar zo'n zonnestraaltje kunnen we in deze barre tijden wel goed gebruiken.

Podcast

De rijken worden rijker en de armen alsmaar armer. Het is een van de mythes rondom inkomensongelijkheid, die ook deze week weer voorbijkwamen tijdens het debat over de regeringsverklaring. In de podcast Kwestie van Centen bespreek ik met Herman Stam alles over de inkomens- en vermogenskloof, het dilemma rond de erfbelasting en natuurlijk de AOW. In Den Haag leeft het idee dat ouderen het financieel moeilijk hebben, maar de statistieken laten een ander beeld zien. En toch is de kansenongelijkheid een reëel issue. Luister de nieuwste aflevering hier. Ook op Spotify en iTunes.

De Slimste Mens

Wat was het ongelofelijk leuk om mee te mogen doen aan De Slimste Mens! Rechts staat een trotse verliezer. In het klassement stond ik tweede, in de finale legde ik het helaas af tegen Frank Heinen (l) enJacob Derwig (m) en werd derde van dit winterseizoen. In een heel spannend finalespel won Jacob met burlen (hij deed het niet, maar wist er alles van).

Kijk hier terug: Finale De Slimste Mens.

Wil je mij als spreker?

Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]. Of zoek contact met Sprekershuys, lees hier mijn profiel.

Reply

or to participate.