- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de cijfers - Editie #136: over stijgende prijzen, slinkende bonden en afgeschreven mensen in de bijstand
Achter de cijfers - Editie #136: over stijgende prijzen, slinkende bonden en afgeschreven mensen in de bijstand
Hier weer een kersverse nieuwsbrief. Deze week ga ik door met de snel stijgende prijzen, een onderwerp waar economen niet over uitgepraat raken. Maar ook consumenten merken allang dat de prijzen aan de pomp en in de supermarkt omhoog gaan. Wat betekent dit voor de koopkracht? Verder pluis ik de ledencijfers van de vakbonden uit. Zijn zij nog wel representatief. En met de krapte op de arbeidsmarkt zijn de ogen gericht op ons 'onbenutte arbeidspotentieel', zoals dat formeel heet. Waarom zitten er nog meer dan 430.000 mensen in de bijstand?
Vind je de nieuwsbrief de moeite waard? Dan kun je liken, reageren en/of reclame maken bij vrienden, familie en collega's.
Veel leesplezier!
Stijgende prijzen
Vorige week ben ik al uitgebreid ingegaan op de oplopende inflatie. Die is zorgelijk, vooral omdat centrale bankiers er ineens niet zo zeker meer van zijn dat die tijdelijk zo hoog is. In macro-economenland is de inflatie daarom op dit moment het gesprek van de dag. De Amerikaanse centrale bank maakte deze week al bekend het stimuleringsprogramma te gaan afbouwen. Uit het Verenigd Koninkrijk werd een renteverhoging verwacht, maar de Bank of England besloot toch anders.
Volgens de Europese manier van rekenen kwam de Nederlandse inflatie in oktober uit op 3,8%. Deze week kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek met zijn inflatiecijfer en dat was een 3,4%. Iets andere definitie, maar dezelfde trend.
De grootste boosdoener zijn de energieprijzen. Gas en benzine zijn in korte tijd heel veel duurder geworden. Daarnaast zijn de logistieke stromen verstoord en is de vraag naar product zo snel toegenomen na alle lockdowns dat producenten het niet meer aankunnen. Uit de top 20 blijkt echter dat de prijsstijgingen heel divers zijn en in allerlei soorten producten en diensten zitten:
Het Centraal Planbureau gaat er nog steeds vanuit dat de inflatie dit jaar op 1,9% uitkomt, en volgend jaar op 1,8%. Dat lijkt achterhaald. En dus zijn ook de koopkrachtplaatjes (dit jaar +0,8%, volgend jaar +0,1%) achterhaald. Dat baart onder meer Arjan Vliegenthart, directeur van budgetinstituut Nibud, zorgen:
"We zagen bij Prinsjesdag dat veel mensen er komend jaar niet op vooruit zouden gaan. Door de aanhoudende inflatie lijkt het erop dat deze groepen erop achteruit zullen gaan. Met 2,6 miljoen huishoudens die nu al zeggen dat ze eerder moeilijk dan makkelijk rondkomen, wordt het veel mensen extra puzzelen."
Hoe groot de ellende wordt, blijft gissen. Want hoewel de zorgen ook bij economen toenemen, gaan de meesten er nog altijd vanuit dat het grootste deel van die extreme inflatie tijdelijk is en dat het ergst leed in de loop van volgend jaar geleden is. Daarbij maakt het ook nog eens uit hoe hoog je inkomen is en wat je bestedingspatroon is, zegt ING-econoom Marieke Blom:
„De gemiddelde koopkracht zal dit jaar slechter uitpakken. Maar hier zitten grote verschillen achter. Het maakt ontzettend veel uit of je huurt of koopt, of je veel of weinig energie verbruikt, of je een auto rijdt of niet. Er zijn mensen die hier heel weinig van merken en mensen die hier heel veel van merken.”
Tegenvaller is dat de lonen nog niet zo hard aantrekken. Terwijl die loonruimte er, ook volgens Klaas Knot van De Nederlandsche Bank, best is. Twitteraar 'Wim uit Voorhout', jarenlang rekenmeester bij het Centraal Planbureau geweest, zette de cijfers op een rij:
Loonstijging trekt in oktober nog niet aan ondanks krappere arbeidsmarkt en stijgende inflatie: cao-loonstijging in oktober 1,9%, net als in september, laagste in meer dan 3 jaar. opendata.cbs.nl/statline/#/CBS…
— Wim uit Voorhout (@wbcs99twit)
6:28 AM • Nov 4, 2021
Alle reden dus voor vakbonden om stevig in te zetten. En naast hogere lonen zouden lagere belastingen ook een deel van de oplossing kunnen zijn. Maar ja, dat kan alleen besloten worden aan de formatietafel. En of men daar al een beetje opschiet, is nog steeds een groot mysterie.
(Lees het artikel van Dorinde Meuzelaar en mij over de snel stijgende prijzen: Voor miljoenen mensen hele puzzel om rond te komen.)
Slinkende vakbonden
De ledentallen van de vakbonden dalen. Het is amper nieuws meer, zou je zeggen. En het klopt dat deze trend al langer geleden is ingezet. Toch stond ik wel even te kijken van de cijfers waar het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week mee kwam. Vakbonden zijn tussen 2019 en 2021 maar liefst 98.000 leden verloren. In totaal zijn nog 1,5 miljoen mensen lid van FNV, CNV, VCP of een andere bond. "Het ledental van vakbonden is sinds 1966 niet zo laag geweest", merkte het CBS daarbij op.
Mij viel op hoe hard de daling bij de FNV was. De grootste bond van Nederland raakte bijna 10% van haar leden kwijt en komt uit op 915.500 leden in totaal. Dat is echt dramatisch voor de bond die in de afgelopen periode haar nek uitstak met het sluiten van een pensioenakkoord. Ook viel op dat de FNV de laatste jaren koos voor een hardere lijn in de cao-overleggen. De looneis was met 5% fors en er werd niet klakkeloos getekend bij het kruisje.
Niet iedereen vindt het leuk om te horen dat het draagvlak van de vakbonden afkalft. Al snel krijg je op Twitter te horen dat ook politieke partijen, kerken én kranten aanhang verliezen. Dat is allemaal waar. Veel instituties hebben het moeilijk. Ook de Telegraaf en andere kranten hebben zware jaren achter de rug. Gelukkig hebben we bij de T. dankzij digitale abonnementen de weg omhoog weer gevonden.
De kritiek is begrijpelijk, maar de vergelijking gaat mank. Een vakbond sluit deals (cao in een sector, polderakkoorden voor de landelijke politiek) namens werkend Nederland. Dat is alleen houdbaar als de representativiteit op orde is. Dat speelt voor een krant natuurlijk niet. En ook de vergelijking met politieke partijen gaat maar deels op. Het mandaat van de politiek wordt opgehaald tijdens verkiezingen en de opkomst bij Tweede Kamer-verkiezingen is altijd zeer hoog. Zo'n soort mandaat hebben vakbonden niet (meer). Dat zou de vakbondsbestuurders zelf ook zorgen moeten baren in plaats van met makkelijke jij-bakken aan te komen.
En dat de leeftijdverdeling van de bonden. De FNV heeft verhoudingsgewijs steeds meer oudere leden en steeds minder jongeren. Nogal wiedes, zegt deze vakbondsman Wilco Veldhorst:
Het lijkt me vrij normaal @martinvisser dat in een vergrijzende samenleving een vakbond als afspiegeling van die vergrijzende samenleving geen normale pyramide als ledenopbouw heeft. Ik zie de ledenaantallen en we schrijven nog steeds 'gewoon' 2000-3000 nieuwe leden per maand in.
— Wilco Veldhorst (@Veldhorst__W)
10:34 PM • Nov 3, 2021
Uiteraard zal de vakbond vergrijzen als de bevolking vergrijst. Als de FNV alleen maar meebeweegt met de gemiddelde leeftijd in Nederland, dan zal het aandeel onder de verschillende leeftijdsgroepen gelijk moeten blijven. Eens even kijken of dat ook het geval is:
En dat is dus niet het geval. Wel zie je dat het aandeel onder 65-plussers min of meer constant is de laatste jaren, iets minder dan 7% van die leeftijdsgroep is lid. Maar de drie andere leeftijdscategorieën dalen hard. Gevolg is dat de FNV steeds meer een bejaardenbond wordt. Uit de laatste CBS-blijkt dat inmiddels meer dan een kwart van de FNV-achterban gepensioneerd is.
De vakbond vergrijst dus veel sneller dan de Nederlandse bevolking. Daarmee zal de FNV noodgedwongen in onderhandelingen meer letten op de belangen van ouderen dan van jongeren. Dat is ontzettend zonde, want persoonlijk vind ik een vakbond nog lang niet overbodig. Er speelt meer dan voldoende op de arbeidsmarkt - te lage lonen, te veel flex, te veel onzekerheid, wildwest-praktijken met onderbetaalde zzp'ers - waar de FNV zich terecht druk om maakt. Maar de bond is krachtiger naarmate de achterban groter is.
Uit onderzoek van TNO bleek dat veel werknemers niet eens overwegen om lid te worden. De vakbond is dus niet te duur, houdt zich misschien niet eens met de verkeerde zaken bezig, nee, het is gewoon domweg geen optie om lid te worden:
Al die oranje balkjes zijn heel treurig. Hoe moet je mensen over de streep halen die 'nooit serieus nagedacht' hebben over lidmaatschap? In het bijbehorende artikel trekt de Tilburgse hoogleraar Harry van Dalen de conclusie:
"Wie in dienst treedt bij een nieuwe werkgever krijgt in het gunstigste geval een inlegvelletje van een vakbond waar men zich bij aan kan sluiten. En in overlegorganen en als er grootschalige reorganisaties gepleegd worden komen sommige werknemers wel eens vakbondsleden tegen, maar de doorsneewerknemer kan met gemak zijn leven op de arbeidsmarkt doorbrengen zonder ooit een vakbondsvertegenwoordiger te ontmoeten. Lokaal is de vakbond onzichtbaar, nationaal zijn zij wel degelijk zichtbaar wanneer er nationaal overleg is over arbeidsvoorwaarden. (...) Toch moet die wisselende zichtbaarheid - onzichtbaar lokaal, zichtbaar nationaal - een vervreemdend effect hebben op potentiële jonge leden en kan het ook een reactie afroepen dat alles ook wel doormarcheert zonder persoonlijke steun."
(Lees mijn column over de dalende ledentallen: Bejaardenbond.)
Afgeschreven in de bijstand
Officieel telt Nederland meer vacatures dan werklozen. We hebben 327.000 openstaande vacatures (koplopers zijn horeca, ict en bouw) en 289.000 werklozen. Maar met dat laatste cijfer is iets raars aan de hand. Volgens de statistische definities ben je werkloos als je direct beschikbaar bent en actief op zoek naar een baan. Daarmee vallen heel veel mensen buiten de boot die we in het normale spraakgebruik ook werkloos zouden noemen.
Neem de bijstand. Daarin zitten ruim 430.000 mensen. Zij hebben geen betaald werk. Een groot deel van deze bijstandsgerechtigheden valt buiten de werkloosheidsstatistieken. Maar zij vormen wel degelijk het arbeidspotentieel waar hopeloze werkgevers uit zouden kunnen putten als ze niet op een andere manier hun vacatures vervuld krijgen.
De komende week maak ik een artikelenserie voor de Telegraaf waarin ik specifiek op de bijstand inga. Hoe kan het dat er tegenover 327.000 vacatures meer dan 430.000 bijstandsgerechtigden staan? Waarom grijpen deze mensen niet de kans nu de arbeidsmarkt zo krap is?
Een ronde langs deskundigen stemde moedeloos. Ik sprak drie academici die alles weten van de bijstand en van de arbeidsmarkt. En ik sprak Peter Heijkoop, wethouder in Dordrecht en bestuurslid van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). De conclusie: de facto hebben we het grootste deel van de bijstandspopulatie maatschappelijk afgeschreven.
Iets meer dan 80% van de mensen in de bijstand zitten er al meer dan een jaar in, 44% zelfs meer dan vijf jaar. Op deze mensen zitten werkgevers helemaal niet te wachten, zo legde bijvoorbeeld Monique Kremer, hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam uit:
„Je hebt in Nederland al heel snel een afstand tot de arbeidsmarkt. Als je een jaar niet gewerkt hebt, is dat voor werkgevers een signaal dat er iets met je is.”
Het beeld van de bijstandsgerechtigden is heel divers. Maar de gemene deler is dat de opleiding laag is en de problematiek groot. Dat ze geen baan hebben is niet het enige probleem. Vaak is er sprake van schulden, verslavingsproblematiek, psychische problemen, gebrek aan kennis van de Nederlandse taal. En wie langdurig zonder baan zit, wordt steeds ongeschikter voor werk.
Wethouder Heijkoop geeft dat duidelijk aan:
„Er zitten mensen bij die eerst moeten leren om op tijd uit bed te komen, zich leren netjes voor te stellen aan hun baas. Zij hebben intensieven begeleiding nodig op de werkvloer.”
De praktijk is dat gemeenten hun geld steken in de kansrijksten in de bijstand. Mensen die zonder hulp van de gemeente wellicht ook wel weer aan de bak waren gekomen. Alle anderen kosten gewoon teveel geld, tijd en energie. Volgens de VNG komt dat door bezuinigingen van de rijksoverheid. Maar door wie het ook komt, het plaatje is bedroevend. Kremer schreef er onlangs al een pittige analyse over:
"Het is op papier mooi geregeld, de bijstand als laatste vangnet met een uitkering en hulp om aan werk te komen. Maar de keizer heeft geen kleren aan: bijna een half miljoen mensen die merendeels al jarenlang, dag in dag uit, uitzichtloos op de bank zitten. Een klein deel van hen, de ‘kansrijken’, wordt vaak vruchteloos achter de broek gezeten, terwijl het grootste deel juist nauwelijks aandacht krijgt en afgeschreven lijkt voor de samenleving."
Song of the week - Prijzen rijzen de pan uit
Podcast
De hypotheekrenteaftrek biedt al jaren voer voor discussie. Veel economen vinden dat die aftrek verder versoberd of helemaal afgeschaft moet worden. Maar politici, met name van VVD- en CDA-huizen willen daar niet. Nu meldt Brussel zich in het strijdtoneel. Wil Nederland aanspraak maken op zes miljard euro uit het coronafonds dan moet het komende kabinet besluiten tot hervormingen, waaronder op de renteaftrek. In de podcast Kwestie van Centen bespreek ik dat met DFT-chef Herman Stam en onze Brusselse correspondent Alexander Bakker. Luister de podcast hier. Ook op Spotify en iTunes.
Wil je mij als spreker?
Afgelopen donderdagavond praatte ik ondernemers in Schagen bij over de stand van de economie en de politieke agenda van een nieuw kabinet. Het was een mooie avond, met veel vragen uit de zaal. Later deze maand blik ik met bestuurders in de voedingsindustrie en retail vooruit op Rutte IV.
Wil je mij ook boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail naar [email protected]. Of zoek contact met Sprekershuys, lees hier mijn profiel.
Website: https://martinvisser.info/
Reply