- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de Cijfers #215: over dominante bedrijven, commercie in de zorg en de slinkende rol van cao's in Nederland
Achter de Cijfers #215: over dominante bedrijven, commercie in de zorg en de slinkende rol van cao's in Nederland
Een nieuwe nieuwsbrief op je digitale mat. Terwijl de Tweede Kamer bezig was met hoorzittingen van nieuwe bewindslieden kijk ik in deze nieuwsbrief naar de problemen bij huisartsenbedrijf Co-Med. Is commercie in de zorg een oplossing of juist een groot probleem? Verder bespreek ik een interessant onderzoek naar het afkalvende belang van cao’s in Nederland. Wat betekent dit voor ons poldermodel? En als eerste beschrijf ik hoe kartelautoriteit zich zorgen maakt over de dominante bedrijven in Nederland.
Naar aanleiding van de doorstart van deze nieuwsbrief kreeg ik veel positieve en bemoedigende berichten. Hartelijk dank daarvoor! Ik voel wat minder de (zelfopgelegde) druk om per se elke week met een enorm epistel te komen. Maar veel lezers blijken de beschouwingen wel op prijs te stellen. Fijn om te lezen.
Veel leesplezier met deze Achter de Cijfers!
De mooiste stad van Nederland.
Dominante bedrijven
Consumenten zijn gebaat bij gezonde concurrentie. Als bedrijven flink met elkaar de concurrentieslag moeten aangaan houdt dat de prijzen laag, zo is de redenering. Maar met lede ogen ziet kartelautoriteit ACM aan dat steeds meer markten gedomineerd worden door drie, vier heel grote spelers. Het gebeurt in de bankensector, de energiemarkt, de telefonie, bij supermarkten. Doordat bedrijven elkaar overnemen en fuseren ontstaan er oligopolie, zoals deze vorm met enkele grote bedrijven in economen-jargon heet.
In de discussie over graaiflatie trok hoofdeconoom Paul de Bijl van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) al eens aan de bel. Hij ziet het risico van ’sluipende concentratie en marktmacht’. Het gaat daarbij niet om formele kartels waarbij stiekeme prijsafspraken worden gemaakt. En juist daardoor is het voor kartelwaakhond ook een lastige kwestie.
De ACM mag alleen ingrijpen als er illegale afspraken worden gemaakt én de toezichthouder moet grote fusies beoordelen. Maar het kwaad van groeiende marktmacht ontstaat hier via een organischer proces waarover de autoriteit niets te zeggen heeft. En precies dat frustreert de ACM.
In een interview heeft ACM-baas Martijn Snoep dat nog eens duidelijk gemaakt. Hij wil dat de ACM niet langer alleen maar kartelwaakhond is maar ook marktmeester. Daarbij wijst hij naar verschillende buitenlanden waar de mededingingsautoriteit wél extra bevoegdheden heeft.
Recent heeft de ACM zijn nieuwe denklijn al geoefend. In een analyse van de geconcentreerde bankenmarkt uiten de marktmeesters hun zorgen. Er is volgens hun analyse sprake van ‘stilzwijgende afstemming’ van spaarrentes. Formeel niet verboden, maar wel ongewenst. ING, ABN Amro en Rabobank houden elkaar nauwlettend in de gaten en volgen elkaars gedrag.
De ACM stelt vast dat de spaarrente veel te langzaam wordt verhoogd door de drie grootbanken. Zelfs DNB-president Klaas Knot legde meermaals uit dat dat allemaal heel begrijpelijk en verklaarbaar is. Jarenlang hadden de banken last van een negatieve beleidsrente en die werd toen niet meteen en niet volledig doorberekend aan de gewone spaarklant. Nu de rente weer is gestegen nemen banken even de tijd en zetten ze ook de stijging van hun eigen spaarrente wat langzamer in.
De kartelautoriteit stelt vast dat banken deze trage verhoging doorvoeren omdat het kan. Blijkbaar is de concurrentie dusdanig beperkt dat banken het zich kunnen permitteren om er eens rustig de tijd voor te nemen. Als er snoeiharde competitie zou zijn, dan moesten de banken wel sneller in actie komen met renteverhoging. Zo profiteren ze een tijdje van een flinke marge op de rente: „Het kunnen kiezen van een marge getuigt van een gebrek aan concurrentie.”
Nederlandse bankklanten zijn ontzettend honkvast en stappen niet snel over. Dat verklaart waarom de drie grootbanken dit gedrag kunnen vertonen. Maar de ACM constateert ook dat de markt beter zou kunnen werken met bepaalde ingrepen. Zo is er nu sprake van koppelverkoop: een spaarklant móet ook een betaalrekening hebben. Gepleit wordt voor een einde aan die koppelverkoop. Nederlandse consumenten ‘ervaren consumenten overstapdrempels, zoals de complexiteit van (het vergelijken van) spaarproducten en de verplichte koppeling van betaal- en spaarrekeningen door banken’.
Nu kan de ACM alleen adviseren aan de wetgever. Maar Snoep zou het liefst willen kunnen ingrijpen, zo vertelt hij in het interview. Als dat kan, dan pas is de ACM een echte marktmeester en kan de dominantie van grote bedrijven in tal van sectoren worden doorbroken.
(Lees hier mijn column Banken zijn niet zielig, en hier 5 vragen: waarom stappen zo weinig spaarders over? van collega Wouter van Bergen.)
Einde cao?
Een cruciaal onderdeel van het veel geroemde poldermodel in Nederland is de cao. Via collectieve afspraken over arbeidsvoorwaarden wordt voorkomen dat werkgevers in een race to the bottom concurreren via zo goedkoop mogelijke arbeid. Cao’s leggen een bodem in de markt en zorgen voor rust. Traditioneel wordt er in Nederland weinig gestaakt.
Volgens recent onderzoek van vakbondsprofessor Paul de Beer staat de cao onder druk. Terwijl decennialang de zogeheten dekkingsgraad van cao’s op 80% stond, is die nu al een tijdje dalende. De tijd van die 80% ligt alweer even achter ons. In 2010 viel 75,8% van de werknemers onder een cao, in 2022 was dat aandeel gedaald tot 71,8%.
Dat zijn nog best aardige cijfers. Maar kijk je iets breder en neem je alle werkenden mee – dus ook zzp’ers – dan is de dekking van cao’s beduidend lager. Ongeveer 3 op de 5 werkenden in Nederland vallen onder een collectieve arbeidsovereenkomst. Flexwerk holt dus de cao nog verder uit.
Het opvallendste aan de analyse van De Beer is dat hij niet specifiek wijst naar het dalende ledental van vakbonden als oorzaak. Nee, hij constateert juist dat de organisatiegraad van werkgevers dalende is. Natuurlijk speelt een rol dat vakbonden weinig voet aan de grond hebben gekregen buiten de traditionele sectoren als overheid, bouw en havens. Zo zijn er weinig cao’s in de ICT of in delen van de dienstverlening. Maar ook bedrijven onttrekken zich steeds vaker aan dit cao-instrument en worden geen lid meer van werkgeversorganisaties die zich toeleggen op het sluiten van cao’s.
“Hoewel we geen eenduidige verklaring voor de daling van de cao-dekkingsgraad vinden, concluderen we in algemene zin dat de daling vooral samenhangt met de erosie van de poldertraditie tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. Doordat de organisatiegraad van vakbonden in de meeste branches relatief laag is, hangt een hoge cao-dekkingsgraad vooral af van een goed georganiseerd bedrijfsleven. De vanzelfsprekendheid van het lidmaatschap van en de erkenning van de autoriteit van werkgeversorganisaties lijken echter af te nemen.”
De kracht van de cao zit ‘m onder meer in de algemeen verbindend verklaring (avv). Sectoren waarin de werkgeversorganisatie een cao afsluit met de vakbonden kunnen bij het ministerie om een zo’n avv vragen. Met een avv zijn ook niet-aangesloten werkgevers gebonden aan de cao. Maar er is wel een ondergrens. Als een brancheclub van werkgevers minder dan 55% van de werknemers in die sector in dienst heeft, dan wordt de cao niet meer bindend opgelegd. Zakt de organisatiegraad door die ondergrens dan heeft een bedrijf er belang bij om zijn lidmaatschap op te zeggen, want daarmee vervalt de binding aan de cao, zo constateert De Beer.
De vraag is natuurlijk of dit allemaal zo erg is. Misschien is de cao wel heel ouderwets? Dat lijkt mij een legitieme vraag. In nieuwe branches kunnen bedrijven misschien wel helemaal niet uit de voeten met die dikke cao-boekjes vol knellende afspraken. Ik heb zelf in een cao-delegatie wel ervaren hoe moeilijk het is eenmaal verworven rechten in een cao enigszins te moderniseren. Maar als je de cao loslaat, dan betekent dat wel dat de werknemers in staat moeten zijn om zelf voor hun belangen op te komen. Lang niet alle werknemers kunnen dat.
Ook blijkt uit het onderzoek dat het vaak Nederlandse vestigingen van buitenlandse concerns zijn die geen cao hebben. Zij introduceren een Angelsaksische arbeidsvoorwaardencultuur met prestatiebeloning. Is dat wat we willen? In sommige bedrijven, met mondig en goed opgeleid personeel misschien wel.
Interessant om te zien is dat de vakbonden via de rechter weer wel cao-successen boeken. Zo zijn onder meer Deliveroo, Temper, Uber, Booking en Getir gedaagd. En het lukt steeds vaker om deze nieuwe tech-bedrijven onder de ouderwetse cao te krijgen. Deliveroo moest zich houden aan de cao voor het beroepsgoederenvervoer. Deliveroo is inmiddels vertrokken.
Commerciële zorg
Het is een unieke stap dat zorgverzekeraars hun contracten met een grote zorgverlener opzeggen. Deze week moest commerciële huisartsenpraktijk Co-Med gedwongen de deuren sluiten. Het bedrijf bungelde eerder op het randje van faillissement, nu lijken de verzekeraars de genadeklap te geven. Er zijn volgens betrokken te veel misstanden, patiënten zijn niet zeker van gegarandeerde huisartsenzorg.
Je kunt je bijna niet voorstellen dat Co-Med dit gaat overleven. Deuren dicht, geen inkomsten meer, patiënten worden noodgedwongen elders ondergebracht. Voorlopig moeten die 55.000 patiënten het doen met digitale zorg. Lekker online inloggen voor de digitale dokter die je niet kent. Daar zou ik niet echt blij mee zijn als ik of mijn kind iets mankeerde.
De problemen bij Co-Med roepen de onvermijdelijke vraag op of commercie in de zorg nou wel zo’n goed idee is. In veel onderdelen van de gezondheidszorg rukt ook de private equity al op, investeerders die er doorgaans op gericht zijn een bedrijf binnen enkele jaren winstgevend te kunnen verkopen. Bij Co-Med speelt dat niet zozeer, maar het is wel een commercieel geleid bedrijf dat de huisartsenzorg anders (en efficiënter) wilde organiseren.
Nu is er met efficiëntie niet iets mis. Alle experts zijn erover eens dat er in de gezondheidszorg nog wel wat winst te boeken is. Co-Med sprong ook in deze markt omdat er een huisartsenprobleem was. De regels, de lasten en de kosten van een goede praktijk groeiden veel huisartsen boven het hoofd. Op papier zag het er dus logisch uit: artsen doen de zorg, Co-Med doet de rompslomp. De praktijk liep anders. Bij de Inspectie werden problemen gemeld van gebrekkige zorg en niet beschikbaarheid van huisartsen.
Het zou een grondige analyse waard zijn van wat hier nu in de kern is misgegaan. Maar als ik alle verhalen en reconstructies lees, krijg ik toch steeds de indruk dat de gebrekkige zorgverlening alleen maar kon ontstaan omdat het bedrijf uiteindelijk andere belangen (lees winst) had dan pure zorg verlenen. Natuurlijk is een vrije gevestigde arts uiteindelijk ook een ondernemer die winst (lees inkomen) wil maken. Maar ik heb nog altijd de (naïeve) hoop dat de meeste artsen intrinsiek gemotiveerd zijn om de beste zorg te leveren. Daar leggen ze toch ook hun medische eed voor af?
Ik denk dat de politiek er ernstig over na moet denken of je commercie in de meest basale vormen van zorg niet zou moeten uitsluiten. En de huisarts is zonder enige twijfel daar het beste voorbeeld van. In Nederland is de huisarts de poortwachter van de zorgsector. Uniek in de wereld. Laten we zuinig zijn op dat model, waarbij de huisarts ook een belangrijke sociale functie kan hebben in de wijk. Commercie past daar totaal niet bij.
Podcast - Kwestie van Centen
Boze werknemers bij politie, bouw en metaal voeren actie voor behoud van het vroegpensioen. Vakbond FNV zit er geharnast in. Is de vakbeweging bezig aan een revival? Robbert Ophorst en ik bespreken de rol van vakbonden in Kwestie van Centen. Hoeveel salaris hebben ze binnengehaald? „Binnen de FNV zijn er twee stromen: ga je radicaal voor de klassieke achterban? Of blijf je polderen in de achterkamertjes?” Luister de nieuwste aflevering van ‘Kwestie van Centen’ hier. Ook op Spotify en iTunes.
Wil je mij als spreker?
Op het congres van Eures, een Europees netwerk dat werken en werven over grenzen heen bevordert, sprak ik deze week over de maatschappelijke discussie over arbeidsmigratie. Terwijl Eures dat wil bevorderen, waait in politiek en samenleving een heel andere wind. Is arbeidsmigratie noodzakelijk of ongewenst?
Vorige week gaf ik op vastgoedbeurs Provada een aftrap voor een paneldiscussie over de bouw van betaalbare woningen. Wat zijn de economische ontwikkelingen en de politieke discussies en waarom duurt het allemaal zo lang?
Wil je mij ook als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail. of lees mijn profiel bij Sprekershuys of mail. Rechtstreeks kan ook: mail mij.
Website: https://martinvisser.info/
Reply