- Achter de cijfers
- Posts
- Achter de Cijfers #214: ik ben er weer, beleggers krijgen geld terug, activistische pensioenfondsen en fiscale ambities
Achter de Cijfers #214: ik ben er weer, beleggers krijgen geld terug, activistische pensioenfondsen en fiscale ambities
Lange tijd heb je het zonder deze nieuwsbrief moeten doen. In de loop van de maanden kreeg ik regelmatig de vraag of ik gestopt was, of dat er ergens iets mis ging in de verzending. Allebei dus niet. Ik wilde niet stoppen, want ik vind de nieuwsbrief te leuk om te maken en het contact met de lezers te waardevol. Maar ik kwam er ook niet aan toe.
Misschien moet ik de lat wat minder hoog leggen en er niet meer naar streven elke week een uitputtend verhaal te maken. Ik schrijf op wat me heeft bezig gehouden, werk dat uit als er tijd is en zie wel hoever ik daarmee kom. Maar dit initiatief helemaal staken, vind ik toch te jammer.
Daarom: ik ben er weer.
Deze week ga ik kort in op de Europese verkiezingen en wat uitgebreider op de uitspraak van de Hoge Raad over box 3 en de roep uit de Kamer aan pensioenfondsen om niet meer activistisch te beleggen. Verder kun je onderaan een lezing nalezen die ik vrijdag hield bij Nextens, over de fiscale ambities van de nieuwe coalitie.
Reageren kan helemaal onderaan met de reageer-button en via de comments. Zoals ik altijd het intro van de nieuwsbrief afsloot: veel leesplezier!
Oberbaumbrücke, Berlijn.
Box 3
Het ‘kerstarrest’ van 24 december 2021 heeft eindelijk een vervolg gekregen. Dat eerdere arrest ging over het belasten van rente op spaargeld, donderdag sprak de Hoge Raad zich uit over de rendementen op beleggingen. En in beide gevallen volgen de rechters eenzelfde redenering: de overheid mag mensen niet belasten voor rendementen die niet zijn behaald.
De belasting over vermogensrendement in box 3 ging altijd op basis van fictieve rendementen. Daarbij veronderstelde de fiscus ook hoeveel van je vermogen spaargeld was en hoeveel beleggingen. Dat ging staffels. Hoe meer vermogen je had, hoe meer je verondersteld werd in aandelen, obligaties en vastgoed te hebben gestoken. Naast een fictief rendement was er dus ook een fictieve verdeling van je vermogen over sparen en beleggen.
Dat kerstarrest ging dan ook uitgebreid in op die fictieve verdeling. Spaarders die tonnen aan spaargeld hadden en daarover amper rente kregen klaagden dat de fiscus ervan uitging dat een groot deel van hun vermogen op de beurs zou zijn belegd. De Hoge Raad zette een streep door die fictieve verdeling. Omdat de rechters ook rechtsherstel eisten kon de overheid er niet meer omheen. Eerdere uitspraken van rechters werden meestal genegeerd, maar nu kreeg de politiek echt de opdracht te compenseren voor geleden schade én de belasting in box 3 anders in te richten.
Het werd een monsterklus voor staatssecretaris Marnix van Rij. Hij werd 17 dagen na dat kerstarrest benoemd en kon meteen aan de bak. De oplossing die werd bedacht was om de fictieve verdeling van vermogensbestanddelen los te laten. Voortaan zou spaargeld worden belast over de gemiddelde spaarrente en belegd vermogen over het gemiddelde rendement op aandelen, obligaties en vastgoed. Die ene fictie werd dus losgelaten. Maar die andere fictie bleef bestaan: wie belegde werd verondersteld een gemiddeld rendement van 5 à 6% te behalen.
Dat was een gok. Omdat het kerstarrest primair over spaarders ging, hoopte Van Rij ermee weg te komen. Maar toen al was duidelijk dat de aanpak van beleggingen met fictief rendement kwetsbaar was. De Hoge Raad zei eind 2021 namelijk ook dat de belasting “degenen benadeelt die wel overgaan tot het risicovol beleggen van hun vermogen, maar die – door gebrek aan inzicht of fortuin – hun keuze moeten bekopen met een laag rendement of met vermogensverlies”.
En:
“Zoals Advocaat-Generaal Wattel laat zien, is eigen aan het begrip ‘risico’ dat een individuele belegger geen garantie heeft dat hij het gemiddelde rendement zal behalen. Door niettemin de heffing van inkomstenbelasting mede te baseren op het gemiddelde rendement op risicovolle beleggingen creëert het stelsel een relatieve ongelijke behandeling op basis van een omstandigheid die de betrokkenen niet zelf in de hand hebben.”
Toch werd volgehouden dat de uitspraak over spaarders ging en niet over beleggers. Nu is met de nieuwe uitspraken helder dat een fictief rendement voor beleggers ook niet eerlijk is en strijdig met de Europese rechten van de mens. Wie een slecht beleggingsjaar heeft, kan niet worden aangeslagen voor belastingen over een verondersteld rendement.
Beleggers sinds 2017 moeten worden gecompenseerd, als hun aanslag nog niet definitief is. Volgens het ministerie kunnen de kosten oplopen tot circa €4 miljard, een fikse kostenpost. Van Rij suggereert om de staatsschuld maar te laten oplopen om deze compensatie te financieren. Maar het Hoofdlijnenakkoord stelt zelf dat er bij tegenvallers bezuinigd wordt.
Los van de financiële kwestie is de vraag of de Belastingdienst deze operatie kan uitvoeren. Van de ruim 2,5 miljoen mensen die belasting in box 3 betalen hadden er ruim 1,5 miljoen beleggingen. Alleen degene die lage rendementen hebben behaald zullen zich melden bij de fiscus. De bewijslast ligt bij die benadeelde beleggers, maar de Belastingdienst zal al die bezwaren handmatig moeten beoordelen.
Activisten
Pensioenfondsen moeten alleen naar rendement kijken. Activistisch beleggen zou tot het verleden moeten behoren, aldus VVD-Kamerlid Thierry van Aartsen. Hij diende daartoe een motie in die dinsdag een Kamermeerderheid behaalde. PVV, NSC, BBB, CDA, CU, SGP, FvD en JA21 waren het met de VVD eens dat pensioenfondsen zich niet blind moeten staren op klimaatbeleggingen maar voor hun deelnemers domweg het hoogst haalbare pensioen moeten zien te behalen.
Op het eerste gezicht lijkt dit misschien logisch. Een pensioenfonds is er om rendement te behalen. Als pensioendeelnemer leg je premie in om na je werkzame leven een zo goed mogelijk pensioen te hebben. Niet voor allerlei groene hobby’s van politiek correcte pensioenbestuurders. Maar in tweede instantie moet ik toch zeggen dat dit totale flauwekul is. En dat het ook haaks staat op de politieke wensen die er vaak zijn ten aanzien van pensioengeld.
Hoe vaak hebben we vanuit Den Haag - van diezelfde partijen - niet gehoord dat de €1500 miljard aan pensioenvermogen ook wat vaker in Nederland geïnvesteerd zou moeten worden. Meermaals zijn pensioenfondsen opgeroepen om onze eigen economie te ondersteunen met dat geld. En in het Hoofdlijnenakkoord wordt dat zelfs nog eens dunnetjes over gedaan: de pensioenfondsen worden nota bene uitgenodigd voor een Woontop omdat zij er mede aan bij moeten dragen dat er voldoende nieuwe woningen worden gerealiseerd. Pardon?
Dit denken van de Kamermeerderheid staat ook haaks op de wens dat beleggers voor de lange termijn zich meer gaan roeren in aandeelhoudersvergaderingen en dat dit soort beleggers meer invloed gaan hebben op grote bedrijven. Als bedrijven hun oren laten hangen naar beleggers die er alleen voor de korte termijn in zitten dan gaan die bedrijven ook alleen maar streven naar aandeelhouderswaarde op de korte termijn. Pensioenfondsen zouden een langjariger perspectief kunnen afdwingen.
Het is dan ook niet onlogisch dat pensioenfondsen zich zijn gaan aansluiten bij Follow This bijvoorbeeld, de activistische beweging die Shell probeert de groene kant op te duwen. Het is dan ook de vraag of ambtenarenfonds ABP er zo verstandig aan heeft gedaan uit fossiele bedrijven te willen stappen. Zo hebben ze die invloed niet meer.
Verder kun je je afvragen of pensioenfondsen dan maar weer in clusterbommen moeten investeren. En het zorgfonds bijvoorbeeld in de tabaksindustrie. Omdat deelnemers het willen zijn fondsen steeds kritischer geworden in hun beleggingsbeleid. En daar zit wel de crux: je moet er wel zeker van zijn dat fondsbestuurders dit doen omdat de deelnemers dat van ze vragen. Want het mogen inderdaad geen hobbyprojecten worden en pensioenfondsen moeten zich verder ook onthouden van allerlei politieke en maatschappelijke opvattingen.
Dat rendement heel belangrijk is, is evident. Grote kans dat het rendement op de heel lange termijn het meest is veilig gesteld als geld wordt belegd in bedrijven die zich ook richten op die heel lange termijn. En dat zullen niet de bedrijven zijn die stoïcijns doorgaan op de niet-duurzame weg.
Verkiezingen
Ik had nogal dubbele gevoelens over de Europese verkiezingen. Uit een soort moreel plichtsbesef ben ik gaan stemmen, maar van harte ging het niet. Ik heb in mijn jaren als correspondent van dichtbij gezien dat sommige europarlementariërs keihard werken en zeer goed zijn ingevoerd. De beste europarlementariërs zijn enorme dossiervreters. Maar aansprekend wordt het daarmee allemaal niet.
Het probleem is dat we alleen bij Europese verkiezingen gaan discussiëren over de toekomst van Europa. Meer of minder samen doen, grotere macht voor de Europese Commissie of niet, uitbreiden of niet. Allemaal heel belangrijke onderwerpen. Maar de koers van de EU wordt primair bepaald door regeringsleiders. Idealiter zouden de Tweede Kamer-verkiezingen daar dus over moeten gaan. Maar dat gaan ze nooit.
Nu hebben we voor het Europees Parlement gestemd zonder oog te hebben voor waar dat parlement nu wel en niet over gaat. Voor mij worden het daarmee nogal wezenloze verkiezingen. En dat we dan de landelijke politieke leiders met elkaar zien debatteren maakt het helemaal een bizar schouwspel.
Wat ook niet helpt, is de ondoorzichtige structuur van het europarlement. Wie PvdA/GL stemt, weet niet of zijn stem naar de Socialistische fractie of naar de Groenen gaat. Als je VVD stemt, weet je dat die stem ook naar D66 gaat - dezelfde liberale fractie immers. Een stem op BBB, NSC is ook een stem op CDA. En wat die Europese fracties precies gaan doen, weet je ook al niet. Vervolgens wordt de Commissie samengesteld door de nationale lidstaten en niet door dat parlement.
Oftewel: waar hebben we in hemelsnaam voor gestemd?
En dan heb ik het nog eens over de verwarrende analyses na afloop. Of de uitslag nu een steun is voor de nieuwe coalitie. Of dat eurokritische partijen hebben gewonnen. Of juist eurogezinde partijen. Of PvdA/GL de grote winnaar is of toch PVV. Ik ben er al weer klaar me.
(Lees ook mijn column over de verkiezingen.)
Podcast - Kwestie van Centen
Na spaarders is er nu ook voor beleggers eindelijk gerechtigheid. Via de vermogenstaks in box 3 betalen ze soms veel te veel belasting. Robbert Ophorst en ik bespreken in een nieuwe aflevering van Kwestie van Centen de uitspraak van de Hoge Raad die in het voordeel uitpakt voor die beleggers. Ook gaan ze in op de plannen in het Hoofdlijnenakkoord om belastingen te versimpelen en toeslagen af te schaffen. „Er staan geen concrete voorstellen in.” Luister de nieuwste aflevering van ‘Kwestie van Centen’ hier. Ook op Spotify en iTunes.
Wil je mij als spreker?
Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Afgelopen week was ik bij een bijeenkomst van Nextens waar de Fiscale Kennisprijs werd uitgereikt. Daar sprak ik onderstaande column uit.
Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail. of lees mijn profiel bij Sprekershuys of mail. Rechtstreeks kan ook: mail mij.
Website: https://martinvisser.info/
Gesproken column:
Pakt nieuwe coalitie belastingstelsel aan?
Nextens Fiscale Kennisprijs, 7 juni 2024
De vlag kan uit. Eindelijk is er beweging op het fiscale front. Een nieuwe regeringsploeg treedt aan. Een kersverse coalitie van vier partijen. Drie van de vier zijn nieuw in een regering. Zij gaan het anders doen dan al die gevestigde partijen die hen voorgingen.
Eindelijk wordt het stelsel van belastingen en toeslagen aangepakt. Tenminste, dat valt te lezen in het Hoofdlijnenakkoord dat onlangs is gesloten.
Laten we het er even bijpakken. Wat beloven PVV, VVD, NSC en BBB precies?
“Stapsgewijs wordt gewerkt aan verbeteringen in de sociale zekerheid, fiscale regelingen en de toeslagen, zodat werken meer loont. Wetgeving wordt voorbereid voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel.”
Zie je wel, het staat er echt!
Het kabinet Schoof-1 gaat niet zomaar wat studéren op een hervorming van belastingen en toeslagen. Nee, er wordt in de komende regeerperiode concrete wetgeving voorbereid. Eindelijk wordt er iets gedaan met al die adviezen van externe deskundigen en van ambtenaren. Meters papier, vol adviezen over de manier waarop ons belastingstelsel simpeler gemaakt kan worden.
Het werd tijd.
Maar wat gaat er dan zoal gebeuren? Welke versimpeling wordt er aangekondigd? Welke wetgeving kunnen we verwachten?
Hoopvol blader ik het Hoofdlijnenakkoord door. 26 pagina’s verder pak ik de budgettaire bijlage er dan maar bij. Misschien staan de details daar wel in.
Ik stuit welgeteld op één fiscale vernieuwing: er komt een derde schijf bij in de Inkomstenbelasting. Om de middeninkomens van een verdiende lastenverlichting te kunnen voorzien, zo schrijven de onderhandelaars in het akkoord.
Aha, dus de belastinghervorming bestaat eruit dat we in de afgelopen jaren terug zijn gegaan van vier schijven, naar drie en toen naar twee en dat er nu weer eentje bijkomt. In plaats van één lange schijf tot een inkomen van 76.000 euro komt er een lagere eerste schijf tot 38.000 euro. Sjonge, dat is nog eens een opzienbarende hervorming.
En verder? Business as usual.
Enthousiast wordt er aan bestaande fiscale knoppen gedraaid. Tarieven in box 2 en 3 gaan omlaag. De hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait blijven ongewijzigd. Over vernieuwing van de belasting op vermogens, in box 3, wordt met geen woord gerept.
De zorgtoeslag en de huurtoeslag gaan omhoog, ter ondersteuning van de koopkracht van minima. Alleen rond de kinderopvangtoeslag komt er een modernisering aan. Schoof-1 pakt het bekritiseerde plan van het demissionaire kabinet op om kinderopvang nagenoeg gratis te maken. Het staat nergens in de officiële stukken, maar dit kan een manier zijn om de kinderopvangtoeslag overbodig te maken.
Ondernemers zullen opgelucht ademhalen, omdat sommige snel ingevoerde fiscale ingrepen weer worden teruggedraaid. Zo gaat de belasting op inkoop van eigen aandelen niet door, komt er weer meer mkb-winstvrijstelling en wordt, zoals gezegd, het tarief in box 2 verlaagd. Maar van vergaande hervormingen is ook hier geen sprake. Ik lees nergens dat de systematiek van box 2 op de schop gaat, terwijl er best veel kritiek was op de gunstige fiscale behandeling van ondernemersvermogens.
Maar dat het stelsel niet simpeler wordt, is weer een tegenvaller voor het bedrijfsleven. Daarover is een meerderheid van de ondernemers niet zo enthousiast. Recent liet Nextens peilen hoe het bedrijfsleven denkt over de fiscale plannen en maar liefst 57% van de ondernemers is kritisch omdat ze de belastingen nog steeds veel te complex vinden.
Even een stap terug. Wat gebeurt hier nu eigenlijk? Waarom staan er geen concrete voornemens in voor het vereenvoudigen van belastingen en toeslagen?
Wat zeiden de verkiezingsprogramma’s van de vier coalitiegenoten erover? Stonden daar wél concrete voornemens in? Jazeker.
NSC van Pieter Omtzigt schreef in zijn programma dat ze in de komende vier jaar “een ambitieuze start” willen maken met de hervorming van het belastingstelsel. Citaat: “We doen dit op een zodanige manier dat de marginale druk bij lagere en middeninkomens afneemt en het gaat lonen om (meer) te werken.” Dat is meteen een van de pijnpunten: hoeveel belasting betaal je over elke extra verdiende euro? Soms is dat wel 70 cent of heel soms nóg meer.
Hoe NSC dit wilde aannpakken? Met “een speciale parlementaire commissie”.
Stap voor stap wil de partij van alle tierelantijnen in het stelsel af. Het idee is om geleidelijk het laagste tarief van de inkomstenbelasting te verlagen en tegelijkertijd tijd te snoeien in de heffingskortingen. Dat is helder: want dit kan niet in één keer. Dan zou je alle koopkrachtplaatjes enorm in de war schoppen.
Oké, deze partij heeft dus wel ambities.
De VVD noteerde:
“We gaan door met de ingezette vereenvoudiging van het belasting- en toeslagenstelsel, waarbij bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag op termijn wordt afgeschaft. Uiteindelijk willen we af van het hele toeslagenstelsel. Naast eenvoudiger maken wij het stelsel zo ook voorspelbaarder, waardoor het beter te overzien is en we armoede verder voorkomen. (…) Bij de vereenvoudiging van het belastingstelsel worden alle nieuwe regelingen nagelopen op eenvoud, uitvoerbaarheid en zuiverheid.”
Tja, doorgaan met de ingezette vereenvoudiging. Dat klinkt een beetje als geschiedvervalsing. Want zoveel vereenvoudiging was er nog niet in gang gezet. Maar goed, ook deze partij wil tenminste iets.
Dan nog even terug naar het verkiezingsprogramma van BBB.
“BBB staat voor een eerlijk, eenvoudig en efficiënt belastingstelsel, waarmee op een effectieve wijze belasting wordt geheven bij onze burgers en bedrijven.” Daar kan niemand op tegen zijn.
En verderop:
“Werken moet lonen. Dit vergt een aanpassing van ons belastingstelsel.”
Wat wil de partij dan precies? BBB wil toeslagen afschaffen en “vervangen door een systeem waarbij bijvoorbeeld de eerste 30.000 euro inkomen voor werknemer en werkgever belasting- en premievrij is.” Een vrij concreet idee. Of dat haalbaar is, is vers twee. Maar het is een duidelijke ambitie plus een concreet voorstel.
Verder moet wat BBB betreft het hele boxen-systeem op de schop. Dus geen aparte boxen meer voor inkomens uit arbeid van werknemers in box 1, inkomen van BV’s in box 2 en inkomen uit vermogen in box 3. Nee: “In de inkomstenbelasting worden alle daadwerkelijke inkomsten gezamenlijk belast ter vervanging van het huidige boxenstelsel.” Toe maar. Daarnaast wil BBB een streep zetten door alle toeslagen.
En tot slot de PVV? Wat schrijft die partij in zijn verkiezingsprogramma.
Ik heb gezocht en gezocht. Niets, helemaal niets. Ik lees alleen dat de huurtoeslag omhoog moet. In dat program wordt zelfs niet de ambitie uitgesproken iets aan belastingstelsel of toeslagen te doen. Laat staan dat er concrete voorstellen in staan.
Oké. Drie van de vier coalitiepartijen willen iets. Die hebben ambities en soms ook concrete plannen. Waarom is dat ook alweer belangrijk?
Om verschillende redenen. Ik noem ze in willekeurige volgorde:
1. Een goed werkend en logisch in elkaar stekend belastingstelsel is cruciaal voor een efficiënte allocatie van middelen, zoals economen dat in hun jargon zeggen. Het is niet de bedoeling dat het fiscale systeem aanzet tot slim gedrag om vooral fiscaal goedkoper uit te zijn. Als meer werken bijvoorbeeld niet loont, kunnen mensen berekenend te werk gaan en ervoor kiezen liever wat minder te werken om te voorkomen dat ze veel meer belasting gaan betalen of toeslagen verliezen. Zo ontmoedigt het stelsel werken.
Als de belasting op inkomen uit vermogen in een onderneming in box 2 gunstiger is dan belasting over gewoon inkomen dan kunnen mensen gestimuleerd worden vooral geld in bv’s te stallen in plaats van die te gebruiken voor de economie. Als je het eigen huis te zeer stimuleert, bevoordeel je kopen boven huren. En zo zijn er tal van voorbeelden denkbaar waardoor belastingen verstorend kunnen werken. Je wil met het belastingstelsel niet de efficiënte inzet van geld en arbeid verstoren. Dat is het type argument waar menig econoom opgewonden van raakt.
2. Pure fiscalisten houden vooral van fiscale eenvoud. De belastingen moeten helder en duidelijk zijn en niet nodeloos ingewikkeld worden gemaakt met uitzonderingen, aftrekposten en heffingskortingen. Hoe simpeler hoe mooier. Net zoals een wiskundige geniet van een mooie formule: a kwadraat + b kwadraat is c kwadraat. Bezien door deze bril verdient ons stelsel bepaald niet de schoonheidsprijs.
3. Politici en burgers gaat het vaak om andere argumenten. Belastingen moeten rechtvaardig zijn of rechtvaardig voelen. Als je meer werkt en meer verdient moet je daar ook meer aan overhouden. Als je spaarrente krijgt dan moet de belasting daarover in verhouding staan. Als je meer rendement haalt op de beurs moet je meer belasting betalen dan wanneer je minder rendement haalt. Inkomen moet idealiter even zwaar worden belast, ongeacht hoe je dat inkomen hebt verdiend. Dat vinden we rechtvaardig.
4. Voor de burger is eenvoud ook belangrijk. Niet zozeer vanwege de wiskundige schoonheid, maar vooral zodat de burger weet waar die aan toe is. De huidige stapeling van heffingskortingen, belastingtarieven en toeslagen hebben het systeem ondoorzichtig gemaakt en dat maakt burgers onzeker. De toeslagen hebben het ook nodeloos gecompliceerd gemaakt. Inmiddels krijgen 5 miljoen van 8 miljoen huishoudens een of meerdere toeslagen en is de systematiek voor bepaalde groepen heel onzeker. Als ze iets verkeerds invullen of de naberekening pakt anders uit, dan volgen forse verrekeningen. Niet voor niets concludeerde een club topambtenaren een paar geleden al dat het toeslagenstelsel zijn doel voorbij schiet. Het zou voor meer financiële zekerheid moeten zorgen, maar het leidt vooral tot meer financiële Onzekerheid, vooral bij lagere inkomens. Mensen weten soms ook helemaal niet waar ze recht op hebben.
5. Politici willen graag dat belastingen aanzetten tot maatschappelijk gewenst gedrag. Dan kun je denken aan allerlei suikertaksen, CO2-heffingen et cetera. Maar het begint bijvoorbeeld met de simpele wens om werk te laten lonen. Want we willen dat arbeid wordt gestimuleerd. Vandaar ook de roep om belastingen te verschuiven van inkomen naar vermogen. En naar vervuilende productie en naar consumptie.
6. Tot slot – en dan hebben we al veel argumenten gehad – een randvoorwaarde is voorspelbaarheid en betrouwbaarheid. Dat speelt de laatste jaren met name bij het bedrijfsleven die steeds geconfronteerd werd met nieuwe en hogere belastingen. Overigens speelt deze voorspelbaarheid voor de consument ook rond het gejojo met energiebelasting en benzineaccijns.
Zo, dat was het wel zo’n beetje.
O wacht, ik vergeet bijna een randvoorwaarde. Eentje die inmiddels bijna een doel in zichzelf is geworden. Het moet allemaal ook nog wel uitvoerbaar zijn voor de Belastingdienst. Dat is een steeds actueler issue. Hoe ingewikkelder we het stelsel maken, hoe groter het risico wordt dat de fiscus in de problemen komt bij de uitvoering.
Nou ja, redenen genoeg dus om het systeem aan te pakken. Maar als je afgaat op het Hoofdlijnenakkoord gebeurt er dus de komende jaren knap weinig. Dat is teleurstellend.
En toch is het ook weer niet heel erg verrassend. Want presteerden de voorgaande kabinetten dan zoveel beter? Helaas niet. Het vertrekkend kabinet-Rutte 4 had wel de ambitie opgeschreven om het toeslagenstelsel helemaal op de schop te nemen. Maar in de praktijk is daar niks van terecht gekomen. Als laaghangend fruit zou als eerste naar de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag gekeken worden. Beide projecten zijn gestrand. Wat laaghangend fruit leek – en dus vrij gemakkelijk om te doen – bleek toch vele malen ingewikkelder.
Zo wilde minister Hugo de Jonge de huurtoeslag vereenvoudigen. Maar dat had zoveel nadelige koopkrachteffecten dat het kabinet er toch maar vanaf zag. Hoe graag men ook wil doorpakken, het lukt maar niet. Wel ligt er nu een rapport van het demissionaire kabinet met allerlei mogelijkheden en opties. Maar simpel is het allemaal niet. Zo schreven vier verantwoordelijke bewindslieden in het Eindrapport Toekomst Toeslagenstelsel in februari van dit jaar:
“Er is geen perfect alternatief voor het toeslagenstelsel. De uitwerking van de verschillende beleidsopties laat zien dat wijzigingen gepaard gaan met lastige keuzes die mensen hard kunnen raken in hun portemonnee. Er moeten keuzes worden gemaakt tussen gerichte en actuele inkomensondersteuning enerzijds en een eenvoudig stelsel en meer zekerheid over de inkomensondersteuning anderzijds. Ook zijn er keuzes te maken over de inzet van beperkte uitvoeringscapaciteit.”
Niet alleen is het moeilijk om toeslagen af te schaffen en belastingen te versimpelen, in de praktijk blijkt de politiek ook verslaafd aan alle knoppen en schuiven die in de loop van decennia zijn ingebouwd. Want hoe meer fiscale opties er zijn en hoe preciezer de toeslagen werken, hoe gemakkelijker het is om koopkrachtplaatjes gericht te beïnvloeden. En dat is een terugkerend politiek motief om steeds maar weer de complexiteit van het stelsel te gebruiken – dus te behouden. Bij de coronacrisis en bij de energiecrisis werden nota bene nieuwe tijdelijke toeslagen verzonnen. En op die momenten zie je ook dat de politiek koopkrachtondersteuning biedt via zorgtoeslag, huurtoeslag, arbeidskorting of andere fiscale instrumenten.
Dat is precies wat er ook nu weer gebeurt in het Hoofdlijnenakkoord. In plaats van te snoeien in het stelsel, wordt dat stelsel juist ten volle gebruikt voor politieke doeleinden. Met de mond belijden de meeste politieke partijen dat ze van alle toeters en bellen af willen. Maar kijk naar het Hoofdlijnenakkoord en je ziet dat de praktijk anders is.
Zo zullen bijvoorbeeld bij de ruime halvering van het eigen risico in de zorg de zorgpremies stijgen. Maar een deel van de effecten voor de portemonnee worden automatisch al opgevangen door hogere zorgtoeslagen, zo schrijven de vier coalitiepartijen. Verder zet kabinet Schoof-1 zoals gezegd de huurtoeslag in en wordt ook het kindgebonden budget verhoogd. Als bezuiniging wordt de indexering van de kinderopvangtoeslag tijdelijk stil gezet.
Als er straks weer tegenvallers optreden in de begroting of in de koopkracht van mensen zal de neiging zijn om te bezuinigen of te stimuleren via heffingskortingen of anderszins.
Het vertrekkend kabinet deed niet anders. Terwijl Rutte-4 zei dat de marginale druk omláág moest – werken moest meer lonen – deed het exact het tegenovergestelde: de marginale druk ging voor middeninkomens juist omhoog doordat koopkrachtreparaties voor de laagste inkomens werd gerealiseerd via de belastingen.
Zo is de politiek al geruime tijd in een vicieuze cirkel terechtgekomen. Ze draait rondjes en rondjes, maar zet geen stap vooruit. Ik vrees dat het met de nieuwe coalitie echt niet anders zal zijn. Weliswaar geloven drie van de vier partijen niet in de modellen van het Centraal Planbureau. Maar ook deze nieuwe regeringsclub zal gevoelig blijken te zijn voor doorrekeningen van de koopkracht.
In mijn optiek is ook het financiële momentum gemist. Toenmalige bewindslieden Gerrit Zalm en Willem Vermeend wisten al dat je voor een belastingherziening een flink bedrag nodig hebt om al die effecten in de portemonnee van mensen te compenseren. Maar de tijd dat geld lenen voor de Staat gratis was, is nu wel voorbij. Zomaar een bak met miljarden uitgeven als smeerolie voor een nieuwe hervorming zie ik niet gebeuren in de komende tijd.
En dan hebben we nog de uitvoering. Het is zeer de vraag of uitvoeringsinstanties waaronder de Belastingdienst een vergaande vereenvoudiging wel aan kunnen. Dankzij achterstallig onderhoud aan de ict-systemen kan de fiscus hooguit een wijziging van tarieven en schijven aan. Als er fundamentele veranderingen aan het systeem zélf moeten worden doorgevoerd dan zijn er grote risico’s dat dit fout gaat. Je ziet het bijvoorbeeld bij de pogingen om de belasting op vermogen in box 3 te gaan baseren op werkelijk rendement. Dat duurt maar en duurt maar. Het lijkt wel een gebed zonder end om dat voor elkaar te krijgen.
Illustratief was ook dat uitvoeringsinstanties er totaal geen zin in hadden om de nieuwe kinderopvangtoeslag uit te gaan voeren. Toen minister Karien van Gennip kinderopvang bijna gratis wilde maken en een nieuw financieringssysteem wilde introduceren keken alle uitvoerders de andere kant op. Niemand wilde zijn vingers eraan branden.
Ik rond af.
Lange tijd was de leus van de Belastingdienst dat ze het niet leuker konden maken maar wel makkelijker. In het licht van dit thema klopt daar natuurlijk niks meer van. Het belastingstelsel is inmiddels zo ingewikkeld gemaakt, zowel inhoudelijk als qua uitvoering. We kunnen niet meer voor- of achteruit. Zelfs makkelijker kunnen we het niet maken.
Reply