• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de Cijfers: #206: over de pragmatische leegte van rubberen Rutte en de miscast van Kaag

Achter de Cijfers: #206: over de pragmatische leegte van rubberen Rutte en de miscast van Kaag

Na de val van het kabinet vielen ook de kopstukken. De een na de ander kondigde zijn of haar vertrek aan. Alle belangrijke gezichten uit deze coalitie komen niet meer terug: Mark Rutte, Sigrid Kaag, Wopke Hoekstra en Carola Schouten. Plotseling ligt het hele speelveld weer open en staat er een jongere generatie op.

In deze nieuwsbrief ga ik in op het vertrek van Rutte en van Kaag. Wat voor premier was Rutte nu? Hoe wist hij te overleven? Wat heeft hij ons gebracht en vooral ook: wat niet? Hoe goed was Kaag als schatkistbewaarder? (Spoiler alert: niet best.)

Zoals gebruikelijk kun je op deze nieuwsbrief reageren via de button onderin. Je kunt ook een comment achterlaten. Vind je de nieuwsbrief de moeite waard, maak dan ongegeneerd reclame bij collega’s, vrienden en familie.

Veel leesplezier!

River Affric, Schotland

Rutte

Over het vertrek van Mark Rutte heb ik heel gemengde gevoelens. Ik vermoed dat we er straks achter komen dat een soepele compromismaker hoogst noodzakelijk is in dit verdeelde politieke landschap. Terwijl Job Cohen ooit beschimpt werd omdat hij ‘de boel bij elkaar wilde houden’, is dat precies wat Rutte deed. Al jaren geleden noemde ik hem schamper ‘rubberen Rutte’, omdat hij een man zonder principes leek te zijn. Hij kon alles met iedereen.

Je kunt erover twisten of hij deze lenigheid van geest en deze behendigheid tot compromissen smeden inzette in het landsbelang of dat hij dat vooral deed om zelf aan de macht te blijven. Of allebei tegelijkertijd. Doordat hij met iedereen kon regeren, kon hij al die tijd premier blijven. En aan de ene kant was dat ook echt nodig in een electoraal rumoerige tijd.

Tegelijkertijd is het de dood in de pot. Het voelt soms wat flauw om hem steeds maar weer gebrek aan visie te verwijten. Natuurlijk had hij een visie, een bepaalde kijk op de wereld. Dat was vooral een pragmatische. Waarbij de overheid zich niet teveel met mensen moet bemoeien, waarin iedereen vooral eerst zelf verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn leven. Waarin er ruimte moet zijn voor ondernemerschap. Waarin iedereen een beetje normaal moet doen. Leven en laten leven. Iedere ochtend sta je monter op, pakt een koffie en gaat aan de slag. Niet zeuren. In Rutte is het allemaal zo doodgewoon en down to earth dat zelfs het ambt van premier ‘een baan’ is geworden.

Het is een visie. Het is alleen geen vergezicht. En al helemaal geen lonkend vergezicht. Wat ontbreekt is een inspirerend en enthousiasmerend verhaal. Een verhaal voor Nederland en waar we naartoe gaan. Alles is platgeslagen tot pragmatisme. Pluk de dag, niet zeuren en morgen zien we wel. Rutte verwarde visie steeds met moralisme en was er daarom wars van. Maar een verhaal voor Nederland hoeft helemaal niet moralistisch te zijn. Na de waarden en normen van Jan Peter Balkenende (waar hij eerst om uitgelachen werd, maar die later alsnog aansloegen) kwam er nooit meer iets anders voor in de plaats.

Rutte had dat verhaal blijkbaar ook niet nodig. Want bij gebrek aan concurrentie won hij steeds de verkiezingen. Hij kon bezuinigen op de bijstand, de rechtshulpverlening, de toeslagenaffaire laten ontsporen, de gasschade niet oplossen en toch weer als grootste uit de bus rollen. Als hij halverwege zijn premierschap plotseling met een vergezicht was gekomen, dan had hij er mogelijk juist schade van gehad.

Balkenende was veel sneller over zijn houdbaarheidsdatum heen dan Rutte. Ook toen de kritiek op Rutte steeds luider werd, bleef hij overeind. Waar Balkenende roemloos ten onder ging in zijn laatste verkiezingen won Rutte zelfs de verkiezingen van 2021. En toen had hij al de nodige affaires en schandalen en parlementaire enquêtes gehad. Toen had het geheugen hem al vaak in de steek gelaten. Zijn kreukloze imago was al flink aan het afbladderen. En dan nog waren er meer dan genoeg kiezers die liever een pragmatische en opportunistische premier hadden dan een van de andere opties.

Daar zitten dan ook mijn dubbele gevoelens. In hoeverre heeft Rutte nu zelf bijgedragen aan de onrust in de samenleving. Terwijl zijn electoraat het allemaal wel prima voor elkaar heeft, is een groot ander deel helemaal niet tevreden (zie filmpje van Diederik Ebbinge). Rutte was daarmee bepaald geen premier van alle Nederlanders meer. Het vertrouwen in de politiek was laag, erger nog, het vertrouwen in de overheid was laag. Steeds meer mensen hebben ervaren dat de overheid er niet voor hen is. Of het nu gaat om slachtoffers van toeslagen of Groningse gasboringen of mensen die de weg in het woud van sociale regelingen niet meer kunnen vinden en voor wie de overheid allang geen veilig vangnet meer is.

En dit alles gleed soepel, veel te soepel, van Rutte af. Sheila Sitalsing beschreef dit scherp (en prachtig) in een profiel deze week:

“Zo kon het komen dat we zaten te kijken naar een buitengewoon vaardige acrobaat, de beste ooit misschien, die het ambacht tot in de puntjes beheerste, die de anderen altijd te slim en te snel af was, die al jonglerend met de werkelijkheid kon rennen over het slappe touw, terwijl iedereen die hem dat na probeerde te doen eraf donderde. Een weergaloze acrobaat ook, die het publiek kon amuseren en ontzag kon inboezemen, maar geen ontroering bracht, geen verhaal, geen beroep deed op ons betere ik.”

Sheila Sitalsing, Volkskrant

Ik wens onszelf een bevlogen premier toe, iemand met een verhaal, iemand die leidt en die oog heeft voor de menselijke verhoudingen, iemand die begaan is. Die mag best fouten maken of keuzes waar ik niet achter sta. Maar iemand die de rol van politiek leider weer als een ambt ziet, die gevoel laat zien, die inspireert. Dus ook iemand die ‘de boel bij elkaar houdt’, maar dan niet op de goedlachse, oppervlakkige manier die we jaren zagen, maar die een diepere verbinding zoekt. Een leider.

(Ik zocht even terug in het FD-archief en vond een column uit juni 2012 waarin ik hem rubberen Rutte doopte omdat hij zich in Brussel zo soepel bewoog, terwijl hij thuis net deed of hij zo eurokritisch was. Precies hetzelfde mechanisme. Toenmalig EU-voorzitter Herman van Rompuy was zo blij met hem. Met de steile Balkenende was geen land te bezeilen, vond hij. Met Rutte kon je wheelen en dealen.)

Kaag

Met Sigrid Kaag vertrekt er een wonderlijke minister van Financiën. Zelden was er zo’n miscast op dit departement. Ik betwijfel of Wopke Hoekstra het nou per se zo goed heeft gedaan. Hij zei tijdens de coronacrisis vooral dat hij ‘diepe zakken’ had en liet vervolgens Wouter Koolmees (Sociale Zaken) en Eric Wiebes (Economische Zaken) de noodregelingen in elkaar timmeren. Maar Kaag op Financiën was echt een wonderlijke combinatie.

Voorheen waren Jan-Kees de Jager, Jeroen Dijsselbloem, Wim Kok en Gerrit Zalm populaire ministers omdat ze strengt op ‘onze’ schatkist pasten. Wouter Bos was al lastiger, omdat hij ook de rol van partijleider combineerde met deze ministerspost. Als PvdA-leider was hij niet bij iedereen even geliefd. Maar normaliter wordt de rol van schatkistbewaarder zeer gerespecteerd en is deze minister de populairste van de hele ploeg.

Kaag eiste deze plek op bij de vorming van het kabinet-Rutte 4 omdat de minister van Financiën een belangrijke spil is. Ongeveer alle besluiten komen altijd langs Financiën. De ambtenaren en de minister zijn overal bij betrokken. Als de grootste partij het premierschap krijgt, is het gebruik dat de tweede partij de minister van Financiën mag leveren. Alleen had D66 met Wouter Koolmees en Hans Vijlbrief gedroomde kandidaten, terwijl Kaag het uiteindelijk zelf wilde doen.

En belandde een zakelijk type als Hoekstra op Buitenlandse Zaken en een internationaal georiënteerd type als Kaag op Financiën. Dat heeft nooit logisch aangevoeld. Naar verluidt heeft Kaag nooit de rol van strenge bewaker van ons belastinggeld gespeeld. Het was ook de bewuste keus van de coalitie om alle politieke problemen met geld op te lossen. Onder Hoekstra was geld lenen nog gratis (vandaar dat wonderlijke Wopke-Wiebes-fonds), onder Kaag werd net gedaan alsof dat nog steeds zo was. De miljarden vlogen ons om de oren. Nieuwe fondsen kwamen erbij.

Wat Financiën voor elkaar kreeg, was de staatsschuld er nog netjes uit te laten zien. In euro’s liep die hard op, maar als percentage van de economie zag het er nog keurig uit. Dat heeft onder meer te maken met de groei van de economie, maar ook met de prijsstijgingen die het bruto binnenlands product opdreef. Daardoor groeide dat bbp hard, zo leek de schuld nog heel beperkt.

Maar het werkelijke probleem is de erfenis. Door het begrotingstekort heel hard te laten oplopen, zit een volgend kabinet opgezadeld met een probleem. Terwijl de economie zeer goed herstelde van de coronacrisis koos Kaag ervoor de tekorten op te laten lopen. Zo zijn geen buffers gebouwd voor economisch slechtere tijden:

bron: CBS, CPB

Kaag koerst op een consistent tekort van rond de 3%, precies op de Europese norm. Daarmee lijkt ze niet in overtreding met de begrotingsregels, maar dat is niet waar. Die 3% is een uiterste grens waar je liever niet doorheen moet gaan. In economisch goede tijden moet je als land naar een begrotingsevenwicht en dat heeft Kaag bewust nagelaten. Er zat nauwelijks rem op de overheidsuitgaven, waardoor een volgend kabinet meteen moet bezuinigen. Én waardoor de overheid mede-veroorzaker was van de hoge inflatie. Door veel geld in de economie te pompen werkte het kabinet actief het rentebeleid van de centrale bank tegen.

Kaag kreeg een dikke onvoldoende van de Raad van State die stelde dat de begroting ‘langs de vangrail’ werd gelaveerd. Ook De Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau waren kritisch over het gebrek aan buffers en over het stelselmatig buiten werking stellen van strenge begrotingsafspraken. Ooit waren er onder Gerrit Zalm en onder zijn opvolgers afspraken gemaakt over de omgang met mee- en tegenvallers, over het niet vermengen van inkomsten en uitgaven, bedoeld om te disciplineren. Sinds de coronacrisis is die discipline zoek en die is nooit meer teruggevonden.

(Lees mijn column van deze week: Schatkistbewaarder gezocht, mijn vorige column over de kritiek van de Raad van State: Financiële lijken van Kaag drijven al open en bloot, het profiel van Kaag in de Telegraaf: Na de dans op tafel ging het snel bergaf, het profiel in de Volkskrant: Sigrid Kaag verlaat het Binnenhof; haar glans vertrok al eerder, een analyse in het FD: Hogere rente zet extra druk op moeizaam begrotingsoverleg gevallen kabinet.)

Song of the week - Kopstukken weg

Podcast - Kwestie van Centen

Het kabinet is gevallen: wat nu? Achter de schermen gaan alle lobbyclubs in ieder geval in de overdrive, vertel ik in een nieuwe aflevering van de podcast Kwestie van Centen. „Iedereen wil invloed uitoefenen op de verkiezingsprogramma’s.” Ondertussen klinkt er uit de polder de vrees dat Nederland verder vastloopt op belangrijke dossiers. Is die angst terecht of heeft het ook voordelen als de pauzeknop wordt ingedrukt? Verder aandacht voor de zorgelijke financiële erfenis van Rutte IV. De kritiek op Kaag als minister van Financiën was volledig terecht, zo bespreken presentator Robbert Ophorst en ik. Luister de nieuwste aflevering van ‘Kwestie van Centen’ hier. Ook op Spotify en iTunes.

Wil je mij als spreker?

Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail. of lees mijn profiel bij Sprekershuys of mail. Rechtstreeks kan ook: mail mij.

Reply

or to participate.