• Achter de cijfers
  • Posts
  • Achter de Cijfers #199: over graaiflatie, een mager stakingsjaar en historische acties bij de FNV

Achter de Cijfers #199: over graaiflatie, een mager stakingsjaar en historische acties bij de FNV

De nieuwsbrief van deze week gaat volledig over lonen en prijzen. De centrale bank heeft nogmaals de rente verhoogt en is daar nog niet klaar mee. De inflatie blijft namelijk te hoog - en dat merken we dagelijks in de supermarkten. Ondertussen laait de discussie over die prijsverhogingen op. Berekenen bedrijven alleen de kostenstijgingen door of leggen ze er een extra marge op?

Rabobank kwam met een onderzoek naar graaiflatie waar vrijdag zo’n beetje alle media aandacht aan hebben besteed. Worden bedrijven gedreven door greed of is het gewoon marktwerking? In deze nieuwsbrief ga ik er uitgebreid op in. Ook sta ik stil bij het roerige cao-jaar. Zijn er nu historisch veel stakingen of valt dat wel mee? Historisch is in ieder geval de staking bij de FNV zelf.

Vind je de nieuwsbrief de moeite waard, laat dat dan weten aan familie, vrienden en collega’s. Er kunnen altijd meer lezers bij! Reageren kan in de comments en via de button onderaan.

Veel leesplezier!

Zuheros, Spanje.

Graaiflatie

Het is een lekkere kreet: graaiflatie. Tegelijkertijd is het ook een stoorzender in de discussie. Want er hangt meteen een zwaar moreel oordeel aan. Vandaar dat de Rabo-economen deze week wel het bestaan van ‘graaiflatie’ bewezen, maar er vervolgens omheen draaiden om het fenomeen zo te noemen. Het woord suggereert namelijk dat er hebzuchtige rijkaards zijn die dikke winsten bij elkaar graaien door ongebreideld de prijzen te verhogen. Dat kan je analyse zijn, maar door het onderwerp eerst te ontdoen van de verontwaardiging kunnen we beter afpellen wat er nu eigenlijk aan de hand is.

Waar hebben we het precies over? De kern van de zaak is dat bedrijven erin slagen hun prijzen meer te verhogen dan de extra kosten waar ze zelf mee geconfronteerd worden. Ook voor ondernemers is het leven duurder geworden: energie en grondstoffen stegen fors in prijs. En dus is voor veel bedrijven de vraag in welke mate zij die gestegen kosten kunnen doorberekenen aan hun klanten. Vorig jaar leek het er nog op dat veel bedrijven dat slechts beperkt deden en dus (nog) veel pijn zelf pakten. Inmiddels is dat beeld radicaal gekanteld.

De FNV hield al de jaarcijfers van grote beursgenoteerde bedrijven tegen het licht. In dat onderzoek erkende de bond zelf dat daarmee nog geen bewijzen voor graaiflatie waren gevonden. Maar de suggestie was voldoende voor een pittig publiek debat. Op die cijfers was nogal wat af te dingen. Zo telde de FNV ook de winsten mee die AholdDelhaize in de VS boekte en de winst van de verkoop van een divisie door Unilever. Die ruis in de cijfers bood bedrijven alle ruimte om het bestaan van graaiflatie te ontkennen.

bron: RaboResearch

De Rabo dook niet in jaarverslagen maar in de CBS-statistieken. Daarbij is puur gekeken naar inkoop, productie en verkoop in Nederland. En dan blijkt dat er:

  • meer winst is geboekt in tijden van hoge inflatie

  • dat dat deels komt door bezuinigingen en efficiënter werken

  • maar ook door een opslag op de kostenstijging: wat we graaiflatie noemen

bron: RaboResearch

Dat is in deze grafiek terug te zien. Er is enige uitleg nodig. Die zwarte lijn laat zien hoeveel meer winst het Nederlandse bedrijfsleven maakte vergeleken met een jaar eerder. Zo lagen de winsten in het vierde kwartaal van 2022 ongeveer €11 miljard hoger dan in het vierde kwartaal van 2021. Je ziet ook dat de winsten minder stegen in de coronacrisis, ten opzichte van een jaar daarvoor was de winst lager - maar gemiddeld genomen was er nog wel degelijk winst!

Die gekleurde balkjes zijn de uitsplitsing van die meerwinsten. Je ziet bijvoorbeeld dat de loonkosten (geel) negatief uitpakken. Gaandeweg stijgen die loonkosten en leveren ze dus een steeds grotere negatieve bijdrage op de meerwinsten. De besparingen zie je met name in de blauwe balkjes. En dan waar het om gaat in dit debat: de oranje balkjes waarin het verschil ziet tussen de kosten van de bedrijven en de verkoopprijzen. Die factor wordt in de loop van 2022 groter.

Dat constateert ook de Rabobank nadrukkelijk:

“Die extra winst komt door een combinatie van besparing op het intermediair verbruik en een toename van afzetprijzen ten opzichte van inputprijzen. Dat laatste is vooral zichtbaar in het vierde kwartaal van 2022 en kan op graaiflatie duiden.”

bron: RaboResearch

De Rabo-economen berekenden ook wat die opslag is geweest. In 2022 stegen de consumentenprijzen met 11,6%. Als bedrijven hun prijzen slechts hadden verhoogd met hun eigen kostenstijging, dan was die inflatie 2,2 procentpunt lager geweest. Een inflatie van 9,4% in plaats van die 11,6% dus. Oftewel: bedrijven verhoogden hun prijzen met een vijfde extra bovenop de kostenstijging waar ze zelf mee geconfronteerd zijn.

Nu kom je bij die term graaiflatie. Die impliceert een oordeel. Want is het oneerlijk, onethisch, asociaal dat bedrijven dit doen? Daarover verschillen de meningen. Nieuwsuur-econoom Mathijs Bouman maakte er een zeer genuanceerd stuk over. Hij zegt: “Ik zou het eerder marktwerking noemen, noodzakelijk om vraag en aanbod in evenwicht te brengen.” Want er is sprake van een oververhitte economie, bedrijven kunnen amper aan de aanhoudende vraag voldoen. En dus gaan de prijzen omhoog.

Prima om de zaak nuchter te analyseren. En het is zeker zo dat de verhitte economie hier een rol in speelt. Mede doordat de economie jarenlang is gestimuleerd. Eerst langdurig door centrale banken en sinds de coronacrisis ook door overheden. Je kunt dus niet zeggen dat die opslag op de inflatie volledig is toe te schrijven aan gluiperig en inhalig gedrag van topmanagers.

Maar door dit koeltjes af te doen als ‘marktwerking’ suggereer je dat het een soort natuurgegeven is waar je niks van mag vinden. Zo kun je al het gedrag van bedrijven wel goedpraten. De bonussen, het gebrek aan medewerking aan klimaatbeleid, magere loonstijgingen voor werknemers, sociale omstandigheden in de lagelonenlanden waar de producten worden gemaakt. Tja, marktwerking, wat doe je eraan?

Dat is te gemakkelijk. Zelfs de Europese Centrale Bank zelf maakte hier eerder al een punt van. Terwijl vorig jaar iedereen nog waarschuwde voor een loon-prijsspiraal waarbij hoge lonen tot hoge prijzen zouden leiden, is er eerder sprake van een winst-prijsspiraal. De drift van bedrijven om koste wat kost hun winstmarges op peil te houden (én te verhogen) moeten de prijzen wel verder omhoog. Ja, en dát leidt tot hogere looneisen, zoals FNV-voorzitter Tuur Elzinga vanmorgen liet weten in een reactie.

Wat nu gebeurt zegt alles over de krachts- en machtsverhoudingen tussen bedrijven en samenleving. En daar is al veel langer (legitieme) kritiek op. Dat begon met de banken na de kredietcrisis. En zette zich daarna voort, rond de matige loonontwikkeling. Steeds meer drong het besef door dat de verhouding kapitaal-arbeid niet in de gewenste balans is. Terecht maakt ook de politiek zich daar druk om - overigens zonder direct in te grijpen. Premier Mark Rutte liet zich voor de coronacrisis niet voor niets uit over de matige lonen. Ik ben benieuwd of hij zich nu ook gaat uitlaten over de hoge prijzen.

Het mag dan gewoon marktwerking zijn, het maatschappelijk ongenoegen is niet te ontkennen. Dat duidt erop dat er onvrede is over deze uitkomst van de markt. Dat noopt tot nadenken over nieuwe verhoudingen en over de vraag hoe je dat voor elkaar krijgt. Ik sprak Hans Schenk, de emeritus-prof die alles weet van marktmacht en prijssetting. Hij legde uit hoe ook in concurrerende markten de prijzen sluipend blijven stijgen. Elke sector kent zijn prijsleiders en bedrijven volgen die prijzen. Dat geldt niet alleen voor grote concerns, ook voor kleinere bedrijven, zo stelt hij.

“Er is kennelijk onvoldoende marktdruk die bedrijven ertoe verplicht om zo laag mogelijke prijsstijgingen door te voeren. De geprofessionaliseerde besluitvorming over prijssetting heeft bij bedrijven maar één doel: handhaving van winstmarges. In economisch onzekere situaties krijg je dan vaak een overreactie. (…) Juist vakbonden kunnen bedrijven in het gareel houden. En uiteindelijk ook toezichthouder ACM. (…) Het onwenselijke is dat een eenmaal doorgevoerde prijsstijging later niet zal worden omgezet in een prijsdaling. Je blijft zitten met die prijzen. Dat betekent dat alles steeds duurder wordt.”

Hans Schenk, Universiteit Utrecht

Actie, actie, actie!

De FNV waarschuwt al een tijd voor een hete herfst, vakbondsterminologie voor een harde cao-strijd met acties en stakingen. De bond eist in deze tijden van extreme inflatie dat lonen automatisch meestijgen met de prijzen, de zogeheten automatische prijscompensatie (apc). Overigens kwam de FNV in september 2021 voor het eerst met deze eis, toen er nog geen sprake was van absurde inflatiepercentages.

Is er inderdaad sprake van een hard cao-gevecht? Ja en nee. In het najaar waren er stakingen in het OV, er zijn estafettestakingen geweest in de metaal, recent waren er stakingen bij ING (een unicum) en bij de distributiecentra van Albert Heijn. En het is nog niet klaar met al die acties en stakingen. En toch willen die stakingen maar geen historische omvang bereiken. Geen enkele moment sinds vorig jaar had ik het idee dat half Nederland plat lag. Misschien toen de stakingen in het streekvervoer vervelend lang bleven duren.

bron: CBS

De laatste cijfers van het CBS bevestigen dat beeld. Het aantal cao-conflicten was relatief hoog: er waren 33 stakingen vorig jaar. Gemiddeld genomen zijn er zo’n 22 stakingen per jaar, dus dit aantal is bovengemiddeld. Maar kijk je naar de totale omvang van de stakingen dan viel het allemaal wel mee. 2017, 2018, 2019 en 2020 zijn echte stakingsjaren geweest. De afgelopen twee jaar ogen juist wat bleekjes. In 2022 gingen er 39.400 arbeidsdagen verloren, terwijl het langjarig gemiddelde op 97.329 staat.

Wellicht zal het beeld over 2023 nog enigszins veranderen. Maar ik denk dat het ook dit jaar relatief wel meevalt. De huidige stakingen vallen in het niet bij de massale onderwijsprotesten die we voor de coronacrisis zagen. En al helemaal bij de acties in de jaren tachtig toen Ruud Lubbers schoon schip maakte en er grote ambtenarenstakingen uitbraken.

Die onderwijsacties kwamen van onderop, het initiatief lag niet bij de georganiseerde vakbonden. Mensen zijn blijkbaar nog wel actiebereid, maar laten zich steeds lastiger organiseren door klassieke bonden. Zelfs nu er in de energiecrisis echt wel reden is om voor een loonsverhoging de straat op te gaan.

Je ziet dat de aanpak van de vakbonden verandert. Omdat ze steeds moeilijker massa’s op de been krijgen (het Museumplein stond in 2004 voor het laatst vol met boze vakbondsleden) worden de acties gerichter en kleiner. Als de metaal staakt, gaat dat in estafettes. Iedere dag ligt een ander bedrijf plat. Als de zorg staakt, gebeurt dat in zondagsdiensten in een deel van de ziekenhuislocaties. Bij de Bijenkorf bleven de winkels open tijdens de stakingen. Media-aandacht is er volop, maar de metertjes bij het CBS slaan niet echt uit. Dat gebeurt pas als een groot bedrijf of een hele sector meerdere dagen plat ligt.

Zorgelijk is dat wel. Want hoe lomp het middel van de stakingen misschien ook is, het is wel een belangrijk recht dat werknemers hebben om hun eisen in collectieve onderhandelingen kracht bij te zetten. Maar als mensen minder bereid zijn zich aan te sluiten bij een vakbond en vervolgens minder snel massaal in actie komen, dan gaat dat ten koste van de macht van werknemers.

Aan de uitkomsten is dat overigens niet af te zien. Dankzij de krapte op de arbeidsmarkt en de koopkrachtnood van veel werknemers blijken werkgevers uiteindelijk wel bereid de portemonnee te trekken. Inmiddels wordt er 7,5% extra loon in de nieuwste cao’s afgesproken. En dat bij zo weinig stakingsdagen. Dat zou je ook heel efficiënt kunnen noemen.

FNV

Mag ik nog even plagen? Ik heb het in elk item hierboven al over de FNV gehad. Dan kan dit plaagstootje niet ontbreken:

ZE STAKEN BIJ DE FNV!

Hoe hilarisch (of treurig) is dat? Vorig jaar hoorde ik al uit werkgeverskringen gegniffel over de cao voor FNV-personeel. In mei 2022 was het akkoord rond. Terwijl de inflatie inmiddels al boven de 8% uitkwam, kregen FNV’ers er maar 3% bij. De eis voor een automatische prijscompensatie was afgewezen. De FNV-directie was net zo karig als elke andere werkgevers.

Dat bleef nog een tijdje rustig, maar eind vorig jaar en begin van dit jaar begon het te rommelen. De onvrede kwam steeds meer naar buiten. En nu wordt er onderhandeld over een nieuwe cao en komt die onvrede tot uiting in acties. FNV biedt 3 tot 7% voor dit jaar en maximaal 5% volgend jaar. Opnieuw wordt de automatische prijscompensatie afgewezen door de FNV-directie. Die wil prijsstijgingen slechts tot een zeker maximum compenseren.

Het is hilarisch en pijnlijk tegelijkertijd. Want hiermee ondermijnt de FNV zijn eigen looneis bij alle andere werkgevers. Hoe kun je met goed fatsoen automatische prijscompensatie eisen bij werkgevers als je die zelf als organisatie afkeurt? Hoe kun je nu staken om 10% extra loon bij Albert Heijn terwijl je zelf veel minder biedt? Ik vind dat werkgevers hier nog keurig mee omgaan, want publiekelijk zeggen ze niet zoveel over dit interne FNV-conflict.

Maar reken maar dat werkgeversonderhandelaar dit steekje onder water altijd paraat hebben als cao-besprekingen eventjes moeilijk gaan. Tijdens onderhandelingen kun je zo’n zwak punt natuurlijk altijd gebruiken. En het is ook niet uit te leggen. Wat mij betreft toont de FNV hiermee aan dat de eis van een automatische prijscompensatie absurd is. Waarom zou een werkgever deze blanco cheque tekenen? Een fikse loonstijging lijkt me logisch (dat gebeurt ook steeds meer: +7,5%, zie grafiek), maar de lonen jaar na jaar vanzelf mee laten stijgen met de inflatie is onverantwoord.

bron: AWVN

Geen commentaar

Song of the week - Graaiflatie jaagt prijzen op

Podcast - Kwestie van Centen

Supermarkten, het OV, de zorg, de kinderopvang en zelfs bij de FNV zelf: het stakingsseizoen is in volle gang. Maar is een staking anno 2023 nog wel effectief? In een nieuwe aflevering van de podcast Kwestie van Centen onderzoek ik met Robbert Ophorst het fenomeen stakingen. Ondanks dat het CBS meldt dat het aantal stakingen gegroeid is, constateert Visser dat er ‘niets historisch’ is aan de huidige situatie. Daarnaast zet de DFT-verslaggever een vraagteken bij de rol van vakbond FNV aan de onderhandelingstafel. Luister de nieuwste aflevering van ‘Kwestie van Centen’ hier. Ook op Spotify en iTunes.

Wil je mij als spreker?

Wil je mij boeken als spreker, panellid of columnist? Bekijk mijn profiel bij Speakers Academy of mail. of lees mijn profiel bij Sprekershuys of mail. Rechtstreeks kan ook: mail mij.

Reply

or to participate.